32 500 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2011

Nr. 201 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2011

Bij brief van 14 juni 2011(nr. 2011Z12597) heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn inzet bij de 63e vergadering van de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC63), die van 4–15 juli 2011 plaatsvond op Jersey (VK). Met deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten van deze bijeenkomst.

Toekomst IWC

Na de impasse waarin de vorige bijeenkomst van de IWC geëindigd was, waarover uw Kamer bij brief 6 juli 2010 (32 123 XIV, nr. 215) is geïnformeerd, stond het onderwerp «Toekomst van de IWC» dit jaar weer op de agenda. Zoals verwacht leidde dit agendapunt niet tot wezenlijke discussies en evenmin tot nieuwe voorstellen over een mogelijke oplossing van de impasse. Er was een breed gedragen gevoel dat het thans te vroeg was om opnieuw de fundamentele tegenstellingen binnen de IWC aan de orde te stellen. Meermalen tijdens de vergadering werd duidelijk dat de opvattingen over taak en toekomst van de IWC nog zeer ver uiteen liggen. Er zijn geen concrete afspraken gemaakt over het moment waarop de dialoog over de toekomst van de IWC wel zal worden vervolgd.

Modernisering IWC

Het belangrijkste resultaat van deze IWC-vergadering was de aanvaarding van een pakket maatregelen om de processen binnen de IWC te moderniseren. Zo is onder meer besloten het Wetenschappelijk Comité veel eerder dan de Commissievergadering te laten plaatsvinden, zodat de resultaten tijdig beschikbaar zijn en beter kunnen doorwerken in de besluitvorming van de IWC. Daarnaast worden zowel het rapport van het Wetenschappelijk Comité als andere informatie van het secretariaat voortaan meteen openbaar gemaakt.

Voorts zijn de regels over de wijze waarop de aangesloten landen hun contributiebetalingen kunnen doen aangescherpt en meer in lijn gebracht met de bepalingen die hieromtrent bij andere internationale conventies gelden. Daardoor ontstaat beter inzicht in de herkomst van de gelden en kunnen eventuele onregelmatigheden eerder worden opgemerkt en tegengegaan.

Deze maatregelen moeten er toe leiden dat de IWC-organisatie effectiever en transparanter wordt.

Het onderdeel van de voorstellen dat gericht was op het vergroten van de rol van de niet-gouvernementele organisaties tijdens IWC-vergaderingen werd door de pro-walvisvarendelanden helaas niet gesteund en kon daardoor niet worden aanvaard. Tenslotte is onder dit agendapunt ook besloten vanaf 2012 over te stappen op 2-jaarlijkse vergaderingen van de IWC.

Walvisreservaat

Een ander belangrijk agendapunt was het voorstel van Argentinië en Brazilië voor instelling van een walvisreservaat in de Zuidelijke Atlantische Oceaan. De bespreking van dit onderwerp leidde tot een stevige botsing tussen de twee groepen binnen de IWC. Het voorstel werd voluit gesteund door een meerderheid van de leden, waaronder Nederland en de andere EU-landen, maar werd door een blokkerende minderheid tegengehouden. Deze minderheid, aangevoerd door Japan, verschool zich achter de redenering dat het niet bevorderlijk is voor de dialoog over de toekomst van de IWC om nu een beslissing over een voor hen controversieel onderwerp te nemen. De blokkerende minderheid heeft, toen het op stemming aankwam, uit protest hiertegen dan ook de zaal verlaten. Uiteindelijk is het voorstel niet in stemming gekomen, maar is gekozen voor de oplossing om IWC63 de principe-uitspraak te laten doen dat zeereservaten belangrijk zijn en de afspraak vast te leggen dat het ingediende voorstel tijdens de eerstvolgende IWC-bijeenkomst bovenaan de agenda zal staan.

Veiligheid op zee

Een jaarlijks terugkerend bespreekpunt op de IWC-vergaderingen is het onderwerp van veiligheid op zee. Ook dit jaar werd door Japan stevig op dit onderwerp ingezet. Daarbij refereerde Japan aan het feit dat zij dit jaar haar walvisvloot eerder zouden hebben moeten terugtrekken omdat de veiligheid van schepen en bemanning door acties van de Sea Shepherd Conservation Society (SSCS) niet kon worden gegarandeerd. Japan riep ook dit jaar Nederland, als vlaggestaat van twee van de schepen van de SSCS, op om maatregelen te nemen om dergelijke acties in de toekomst te voorkomen. Nederland heeft benadrukt veel belang te hechten aan het recht van demonstratie, ook op volle zee. Voorts is ingebracht dat niet alleen naar het gedrag van de schepen van de actievoerende SSCS moet worden gekeken, maar dat ook de Japanse walvisvaarders zich hebben te houden aan de internationale regels van veiligheid op zee. In dit verband is benadrukt dat de handhaving van de orde op zee geen zaak is van de IWC maar van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).

In een door Japan ingediende resolutie over veiligheid op zee heeft Nederland, met de steun van de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland en Australië, deze noties ook opgenomen gekregen. De resolutie ligt daarmee in lijn met de gezamenlijke verklaring die de genoemde landen samen met Nederland in december 2010 over de veiligheid op zee hebben afgegeven.

De volgende vergadering van de IWC zal in juni 2012 worden gehouden in Panama. Ik zal uw Kamer te zijner tijd op de hoogte stellen van de voorbereidingen voor deze vergadering.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven