Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2012
Bij brief van 7 februari jongstleden heeft u mij het verzoek van het lid Van Gent
uit het ordedebat van die dag overgebracht. Mevrouw Van Gent heeft in dit debat, mede
namens de heer Dibi, gevraagd om een brief van het kabinet over het bericht «Bisdom
zet Maastrichtse pastoor op non-actief», dat op 3 februari op nu.nl stond.
Ik ben bekend met dit bericht. Het bericht meldt dat een pastoor uit Maastricht hangende
een onderzoek door het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK, door het bisdom Roermond op
non-actief is gesteld, in verband met klachten wegens seksueel misbruik die tegen
hem zijn ingediend.
In reactie hierop wijs ik u op mijn brief van 9 februari (Kamerstuk 33 000 VI, nr. 81), waarin ik aandacht heb besteed aan het beginsel van de scheiding tussen kerk en
staat. Gelet hierop onthoud ik mij van een oordeel over deze zaak, waarvan ik overigens
ook niet alle feiten ken.
Ik heb het Openbaar Ministerie gevraagd naar de strafrechtelijke aspecten van deze
zaak. Het Openbaar Ministerie heeft mij gemeld dat de politie in deze zaak een zogeheten
informatief gesprek met vertegenwoordigers van slachtoffers heeft gehad. Dit in het
kader van de procedure zoals beschreven in de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake
seksueel misbruik. Tot dusverre heeft dit niet geleid tot een aangifte.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten