Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2012
In mijn brief van 13 april 2011 (Kamerstuk 32 500 V, nr. 167) informeerde ik u over het mogelijk misbruik van GAVI1 fondsen in Niger, Ivoorkust, Kameroen en Mali. Dit kwam naar buiten als gevolg van
het nieuwe transparantie beleid van GAVI waarbij vermoedens van misbruik direct op
de GAVI website worden gemeld.
In mijn brieven van 9 juni 2011 (Kamerstuk 32 500 V, nr. 194) en van 13 oktober 2011 (Kamerstuk 33 000 V, nr. 8) lichtte ik u in over de uitkomst van het onderzoek in Mali en dat de Malinese overheid
de misbruikte fondsen geheel had terugbetaald aan GAVI.
Middels deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek in Kameroen
en Niger, dat recent is afgerond.
De twee onderzoeken bevestigden misbruik van GAVI ondersteuning gedurende de periode
2007–2010, voor een totaal bedrag van US$ 6.7 miljoen, waarvan US$ 4.2 miljoen bedoeld voor het versterken van gezondheidssystemen
in Kameroen en US$ 2.5 miljoen voor ondersteuning van immunisatie activiteiten in
Niger. Hiervan bestaat 46% uit niet-gedocumenteerde uitgaven, 5% uit ongemachtigde
gezondheidsactiviteiten en 49% uit diefstal. Beide regeringen hebben toegezegd, het
bedrag in zijn geheel te zullen terugbetalen. Hierover zal ik u op de hoogte houden.
Hoewel de omvang van het misbruik groter is dan in de twee andere door GAVI onderzochte
gevallen, is de aard en de vorm hetzelfde en bevestigt het de noodzaak van versterkte
preventieve maatregelen, zoals door het GAVI Secretariaat ingevoerd (rekrutering van
extra voor landen verantwoordelijk personeel, en meer frequente veldbezoeken).
GAVI erkent de moeilijkheden van het werken in deze ontwikkelingslanden, maar houdt
onverkort vast aan het zero-tolerance beleid t.a.v. misbruik. Hoewel GAVI een streng verantwoordings- en controle systeem
hanteert, is het risico van misbruik nooit geheel uit te sluiten.
Ik vind het belangrijk de effectiviteit van getroffen maatregelen goed te monitoren
en zal daar als medebestuurslid van GAVI op blijven aandringen.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen