33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2012

Naar aanleiding van mijn deelname aan de Ministeriële Raad van de OVSE op 6–7 december 2011 in Vilnius, bericht ik u over de uitkomsten van dit overleg.

De agenda van de Ministeriële Raad bevatte voor Nederland belangrijke onderwerpen zoals vrijheid van media in het digitale tijdperk, veiligheid van journalisten, tolerantie en conflictpreventie- en beheersing. In mijn brief met kenmerk Kamerstuk 33 000 V, nr. 117 d.d. 24 november 2011 berichtte ik u over de Nederlandse inzet.

Nederlandse interventie

In mijn interventie tijdens de Ministeriële Raad heb ik op het punt van de «politiek-militaire dimensie» van de OVSE het belang onderschreven van snelle en effectieve actie bij oplaaiende crises in het OVSE-gebied. Ik heb ervoor gepleit de OVSE uit te rusten met concrete middelen voor early warning en early action. Wat betreft de «menselijke dimensie» heb ik benadrukt dat de mensenrechtensituatie in Wit-Rusland mij veel zorgen baart. Ik heb er bij de autoriteiten van Wit-Rusland op aangedrongen alle politieke gevangenen onmiddellijk vrij te laten en richting Oekraïne aangegeven dat het verdere stappen moet zetten op het gebied van de democratische rechtsstaat en mensenrechten. Juist omdat Oekraïne in 2013 het voorzitterschap van de OVSE bekleedt, moet dit land het goede voorbeeld geven. Wat betreft de partners heb ik steun uitgesproken voor versterking van de outreach van de OVSE naar Mediterrane Samenwerkingspartners, maar benadrukt dat dit alleen zinvol is als deze partners duidelijk maken waar zij op het gebied van ondersteuning van de OVSE behoefte aan hebben.

Besluiten

Net als andere EU-staten is Nederland tegen de Russische voorstellen om de autonomie van het Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR) op het gebied van verkiezingswaarneming te beknotten en beperkingen op te leggen aan de toegang van NGO’s tot OVSE-bijeenkomsten. Uiteindelijk bleek over geen enkele verklaring in de «menselijke dimensie» consensus mogelijk.

De Ministeriële Raad bereikte een akkoord over een verklaring met het voornemen de capaciteiten van de OVSE op het gebied van conflictpreventie en -beheersing te versterken. De Ministeriële Raad heeft de Secretaris-Generaal gelast de capaciteiten van het Conflict Prevention Center op het gebied van early warning en bemiddeling te versterken en voorstellen te doen voor versterking van conflictbeheersing. Hierbij kan worden gedacht aan OVSE-expert teams, die kunnen worden ingezet bij een escalerend conflict.

De OVSE-ministeriële kon instemmen met de wens van Servië in 2015 voorzitter te worden van de OVSE (in combinatie met Zwitserland in 2014), op voorwaarde dat de OVSE-staten tot 10 februari 2012 bedenktijd hebben. Een speciale regeling tot het overdragen van het Westelijke Balkan-portfolio aan Zwitserland tijdens het OVSE-voorzitterschap door Servië ligt tot die tijd onder stilzwijgende goedkeuringsprocedure en is ook voorwaarde voor Nederlandse instemming.

De OVSE-ministeriële bevestigde dat er geen consensus meer is voor het openhouden van het OVSE-kantoor in Zagreb. Dit betekent dat het kantoor per 31 december jl. is gesloten. Mede op Nederlands aandringen kon een akkoord worden bereikt over het besluit ODIHR na sluiting van het kantoor een rol te geven bij het verder monitoren van rechtszaken in Kroatië tegen verdachten van oorlogsmisdaden. De precieze invulling van deze afspraken, zoals de financiering, zal de komende periode verder worden besproken.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Naar boven