33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2011

Op 6 en 7 december a.s. zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de 56 deelnemende Staten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) bijeenkomen in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Met deze brief informeer ik u over de Nederlandse inzet.

Inleiding

Zoals ik u eerder berichtte vond vorig jaar de OVSE-top in Astana plaats (1-2 december 2010, Kamerstuk 32 500, nr. 129 d.d. 10 januari 2011). In Astana bereikten de staatshoofden en regeringsleiders overeenstemming over een politieke verklaring, waarin zij o.a. opnieuw beloofden verantwoordelijkheid te nemen voor bescherming van mensenrechten in hun land en in andere OVSE-staten. Zij bevestigden dat mensenrechten niet exclusief behoren tot de interne aangelegenheden van een staat, maar tot de legitieme belangen van alle OVSE-staten. Een OVSE-actieplan, een toekomstgerichte agenda met concrete doelstellingen en acties om het perspectief van een Europese «veiligheidsgemeenschap» dichterbij te brengen, bleek echter niet haalbaar.

Agenda OVSE-ministeriële te Vilnius

Na het mislukken van de besprekingen over het actieplan wil het Litouwse OVSE-voorzitterschap in Vilnius de draad weer oppakken. Het voorzitterschap heeft uit het conceptactieplan besluiten van verschillende aard gedestilleerd, in alle drie de dimensies van de OVSE. In deze brief zal ik ingaan op de belangrijkste voorstellen die aan de Ministeriële Raad worden voorgelegd. Voor de goede orde vermeld ik dat het in de OVSE om politieke, normstellende besluiten gaat. Zij leggen Nederland geen juridisch bindende verplichtingen op.

Menselijke dimensie van de OVSE

Voor Nederland is de «menselijke dimensie» van de OVSE nog steeds prioriteit. Ik zal in Vilnius aandringen op betere naleving van «commitments» op het gebied van democratie, mensenrechten, vrijheid van meningsuiting, net zoals minister-president Rutte dat vorig jaar in Astana deed.

Het Litouwse voorzitterschap spant zich in voor het aannemen van een verklaring over de bevordering van pluralisme in nieuwe media. Uitgangspunt is dat internet vrij en ongecensureerd toegankelijk moet zijn, een ruimte waarin vrije meningsuiting mogelijk is, en dat beperkingen daarop slechts onder zeer strenge voorwaarden zijn toegestaan. De besprekingen over dit besluit verlopen moeizaam, vooral omdat sommige OVSE-staten de ruimte willen houden het internet aan banden te leggen. In lijn met dit thema zal tijdens de ministeriële conferentie over internetvrijheid, die aansluitend op 9 december in Den Haag plaatsvindt, met gelijkgezinde landen worden besproken wat er concreet kan worden gedaan om te bevorderen dat internet vrij en open blijft.

Daarnaast heeft het Litouwse voorzitterschap een verklaring geagendeerd over bevordering van veiligheid van journalisten. Dit besluit is erop gericht OVSE-staten te wijzen op hun verantwoordelijkheid kritische journalistiek de ruimte te geven en journalisten te beschermen tegen geweld, bedreiging en intimidatie. Overheden moeten niet alleen geweld tegen journalisten publiekelijk veroordelen, maar ook hun wetgeving op orde brengen om intimidatie en geweld te bestraffen en het recht op vrije nieuwsgaring vast te leggen. Nederland onderschrijft het belang van dit besluit met het oog op vrijheid van meningsuiting en de goede werking van de democratische rechtsstaat en zet zich in om in Vilnius het signaal af te geven dat overheden geweld en bedreiging tegen journalisten krachtig moeten bestrijden.

Het voorzitterschap stelt ook een verklaring voor over de bestrijding van intolerantie in het publieke discours. Nederland spant zich actief in om haatmisdaden tegen mensen vanwege van hun seksuele oriëntatie een plaats te geven in het OVSE-acquis. Een groot aantal OVSE-staten deelt dit standpunt niet. In de discussie over deze verklaring pleit Nederland ook voor voldoende aandacht voor het belang van vrijheid van meningsuiting.

Politiek-militaire dimensie

In de politiek-militaire dimensie van de OVSE is vooral het voorstel van het Litouwse voorzitterschap op het gebied van conflictpreventie en -beheersing van belang. Het voorzitterschap zet in op versterking van de operationele slagkracht van de OVSE, niet alleen op het gebied van conflictpreventie en early warning, maar ook conflictbeheersing en de-escalatie. Dit kan door middel van versterking van capaciteiten van de OVSE-instellingen zoals het Conflict Prevention Center, het OVSE-secretariaat en de verschillende veldpresenties, bijvoorbeeld ook op het gebied van bemiddeling tussen strijdende partijen. Bij voorkeur zou de secretaris-generaal van de OVSE of het voorzitterschap, ook teams met snel inzetbare experts uit deelnemende Staten moeten kunnen uitzenden.

Het voorzitterschap verdient brede steun voor dit voorstel. Early warning en bemiddeling zijn voorbeelden van de meerwaarde van de OVSE. Versterking van de OVSE op het gebied van early warning heeft alleen zin als het hand in hand gaat met early action. Helaas houden sommige OVSE-staten vast aan besluitvorming bij consensus, ook wanneer escalerende conflicten vragen om snel en effectief optreden.

Financiën

Alle nieuwe voorstellen moeten binnen de bestaande financiële kaders van de OVSE-begroting worden geëffectueerd. In een tijd dat van staten wordt gevraagd te bezuinigen, is het logisch dat ook de OVSE de broekriem aanhaalt. Bij de onderhandelingen over de OVSE-begroting zet Nederland daarom, net als voorafgaande jaren, in op nominale nulgroei, waardoor de OVSE-begroting in reële termen daalt.

Sluiting OVSE-kantoor in Zagreb

Het Litouwse voorzitterschap heeft sluiting van het OVSE-kantoor te Zagreb geagendeerd, met als argument dat het mandaat van het OVSE-kantoor in grote lijnen voltooid is. Dit besluit komt tegen de achtergrond van de voorziene EU-toetreding van Kroatië. Voor het openhouden van het kantoor is de instemming van alle OVSE-staten vereist. Die consensus is niet meer aanwezig. Ik ben van mening dat OVSE-betrokkenheid bij de monitoring van rechtszaken in Kroatië tegen oorlogsmisdadigers nog steeds noodzakelijk is. Daarom zet Nederland, samen met enkele andere EU-staten, in op een vorm van ODIHR-betrokkenheid na afloop van sluiting. De precieze modaliteiten hiervan zijn nog onderwerp van bespreking.

Voorzitterschap 2014

Na Ierland (2012) is Oekraïne (2013) voorzitter van de OVSE. Het staat buiten kijf dat het voorzitterschap een voorbeeldfunctie vervult op het gebied van de rechtsstaat en fundamentele vrijheden. Gezien de binnenlandse ontwikkelingen in Oekraïne zal ik de prestaties van dit voorzitterschap in 2013 nauwlettend blijven volgen en dit land op misstanden blijven aanspreken.

In Vilnius staat besluitvorming geagendeerd over het OVSE-voorzitterschap in 2014. Er zijn signalen dat Zwitserland bereid is het OVSE voorzitterschap dat jaar voor zijn rekening te nemen, waarna Servië in 2015 voorzitter zou worden.

Ontwikkelingen Arabische wereld

Een aantal Arabische landen, te weten Egypte, Tunesië, Marokko en Algerije, is partnerstaat van de OVSE. Naar aanleiding van de ontwikkelingen in de regio wil het Litouwse voorzitterschap, onder andere met steun van de EU, speciale aandacht aan deze landen besteden tijdens een werklunch op 6 december.

Mongolië en Afghanistan

Mongolië, thans één van de Aziatische partners van de organisatie, heeft te kennen gegeven de 57e deelnemende Staat van de OVSE te willen worden. Daarmee zou voor het eerst een land van buiten het «oorspronkelijke» OVSE-gebied toetreden. Het is onzeker of de Ministeriële Raad hierover een besluit kan nemen. Sommige OVSE-staten hebben aarzelingen over de mogelijke precedentwerking. Nederland ziet geen fundamentele bezwaren tegen deelname van Mongolië, maar stelt als voorwaarde dat dit land bereid is het volledige OVSE-acquis te omarmen en te implementeren. Het voorzitterschap bereidt tevens een besluit voor over OVSE-betrokkenheid bij Afghanistan. In 2007 stemde de OVSE in met een aantal projecten. Ook deze keer gaat het om het uitvoeren van projecten, onder andere met als doel bij te dragen aan het beter functioneren van de Afghaanse grensbewaking. Nederland kan deze voorstellen steunen.

NGO betrokkenheid

Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) spelen een belangrijke rol bij de OVSE. Bij de OVSE-top in Helsinki (1992) is afgesproken dat zij betrokken worden bij bijeenkomsten van de OVSE. In EU-verband en daar buiten heeft Nederland zich actief ingezet voor toegang van NGO’s tot de OVSE. Aan de vooravond van de OVSE-ministeriële in Vilnius vinden, net als vorig jaar in Astana, NGO-conferenties plaats. Nederland ondersteunt deelname van NGO’s aan deze conferenties met een bijdrage van EUR 60 000 uit het Mensenrechtenfonds. Het is ook positief dat het Litouwse OVSE-voorzitterschap heeft toegezegd in zijn bijdrage expliciet aandacht te besteden aan de conclusies van de NGO-conferenties.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven