33 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2012

Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2012

In de procedurevergadering van 30 mei heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het project NWO controversieel genoemd. Daarnaast is voor de projecten A13/16 en Ring Utrecht aan mij gevraagd, om geen onomkeerbare stappen te zetten. Met deze brief informeer ik u over de consequenties die dit voor de projecten heeft.

NWO (Kamerstukdossier 32 598)

  • Het controversieel verklaren betekent dat besluitvorming over de uitgevoerde verkenning door dit kabinet niet wordt afgerond. De Ontwerp Structuurvisie wordt niet vastgesteld en niet ter inzage gelegd.

  • Dit heeft tot gevolg dat de beoogde realisatieplanning van het project – starten met de bouw in 2015, opleveren in 2020 – niet meer mogelijk is.

  • Bovengenoemde planning zal in ieder geval met 1 jaar moeten worden bijgesteld. Afhankelijk van de keuzes die na de verkiezingen worden gemaakt over het (deels) opnieuw uitvoeren van de verkenning, zal de planning verdergaand moeten worden bijgesteld.

  • De doelstellingen die met het project worden beoogd – oplossing voor de capaciteitsproblemen op de Beneluxcorridor en verbeteren van de ontsluiting van het Haven Industrieel Complex de Greenport Westland en de verdere ontwikkeling van de A4-corridor als vitale bereikbaarheidsas – worden daarmee vooralsnog niet en in ieder geval later bereikt.

A13/16 (Kamerstuk 33 000 A, nr. 45)

  • Gepland was om nog voor de zomer het Standpunt vast te stellen en de Tweede Kamer hierover te informeren. Onderdeel van het Standpunt is ook om de realisatieplanning vast te stellen. Realisatie is voorzien in de periode tot 2020.

  • Het verzoek van de Kamer om geen onomkeerbare stappen te zetten, betekent dat het vaststellen van het Standpunt conform bovenstaande planning niet mogelijk is. Het Standpunt omvat immers de keuze voor één van de onderzochte projectalternatieven.

  • Ook het vastleggen van de principeafspraken die in december met de regio zijn gemaakt over de A13/16 in een bestuursovereenkomst is hiermee op dit moment niet mogelijk. In de overeenkomst zouden o.a. afspraken worden vastgelegd over het voorkeursalternatief, inclusief aanvullende inpassing met o.a. een landtunnel.

  • Bovengenoemde planning zal met in ieder geval 4 maanden moeten worden bijgesteld. Afhankelijk van de opstelling van de Tweede Kamer na de verkiezingen is verdere bijstelling nodig.

Ring Utrecht (Kamerstuk 31 089, nr. 77)

  • Besluitvorming over het voorkeursalternatief heeft eind 2010 plaatsgevonden. Het proces tot het eind van 2012 staat vooral in het teken van het verder onderzoeken van uitwerkingsvarianten en optimalisaties. Dit onderzoeksproces kan worden voortgezet.

  • De bedoeling was in 2012 het Voorkeursalternatief via een aantal keuzestappen uit te werken tot een Voorkeursvariant aan het einde van het jaar. De Voorkeursvariant vormt de basis voor het (Ontwerp-)Tracébesluit. Dit wordt nu vertraagd. Daardoor bestaat minder zekerheid over de planning en de inhoud van het verdere verloop. Ook het vervolgproces met betrekking tot de Noordelijke Ringweg Utrecht (NRU) en de Uithoftram loopt daardoor vertraging op.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven