32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2015

In deze brief wil ik graag ingaan op enkele toezeggingen die ik heb gedaan tijdens het AO Natuurlijke Hulpbronnen van april jl. (Kamerstuk 32 852, nrs. 26 en 27), te weten of deelname aan het Extractive Industries Transparency Initiative bedrijven voorrang kan geven bij overheidsaanbestedingen en wat de mogelijkheden zijn om halffabricaten toe te voegen aan de Europese conflictmineralenverordening. Ten slotte zal ik ingaan op de motie Sjoerdsma/Thieme (Kamerstuk 32 852, nr. 21) over het opnemen van additionele conflictmineralen in de Europese verordening en de motie Sjoerdsma/Mulder (Kamerstuk 32 852, nr. 22) over steun bij het uitvoeren van de Verordening voor het MKB dat passende zorgvuldigheid hanteert.

Extractive Industries Transparency Initiative

Het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI) is een vrijwillig initiatief, opgericht in 2003, dat zich richt op het transparant maken van financiële transacties tussen grondstoffenbedrijven (olie, gas en mineralen) en overheden in grondstoffenrijke landen. In een land dat de EITI-standaard implementeert wordt jaarlijks een, door een onafhankelijk accountant geverifieerd, EITI-rapport gepubliceerd. Hierin worden de financiële afdrachten van bedrijven aan de overheid vergeleken met de ontvangsten door diezelfde overheid. De verantwoordelijkheid voor publicatie ervan ligt bij een multistakeholdergroep waarin overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn.

Inmiddels zijn 49 landen bij het EITI aangesloten en ondersteunen meer dan 90 van de grootste olie, gas en mineralenbedrijven het EITI. Deze bedrijven leveren data aan voor de EITI-rapportage in de landen die bij EITI aangesloten zijn. De Nederlandse overheid ondersteunt het EITI en heeft in een brief aan uw Kamer van 2 november jl. (Kamerstuk 32 852, nr. 29) aangegeven zich te zullen aanmelden bij het EITI-secretariaat en over te gaan tot implementatie van de EITI-standaard in Nederland.

Om in aanbestedingsprocedures een gelijk speelveld tussen ondernemers te garanderen, eisen de Aanbestedingswet 2012 en de Europese aanbestedingsrichtlijnen dat voorwaarden in een overheidsopdracht direct verband houden met het onderwerp van die opdracht. Voorwaarden die betrekking hebben op het algemene beleid van het bedrijf, zoals het ondersteunen van het EITI initiatief, zijn niet toegestaan. Na implementatie van EITI in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wordt ook daar geen voorrang verleend aan aangesloten bedrijven bij het gunnen van overheidsopdrachten.

Wel kunnen in de gunningscriteria of in de contractvoorwaarden eisen of wensen worden opgenomen die betrekking hebben op transparantie van de financiële transacties die gerelateerd zijn aan de te verstrekken opdracht. In dergelijke gevallen kan het bijvoorbeeld voorkomen dat bedrijven met hun deelname aan het EITI kunnen aantonen dat zij voldoen aan die transparantie-eis. Op die manier kunnen inspanningen van bedrijven in het kader van EITI worden erkend.

Conflictmineralenverordening

Tijdens het AO Natuurlijke hulpbronnen is mij gevraagd per brief toe te lichten wat de mogelijkheden zijn om halffabricaten toe te voegen aan de Europese conflictmineralenverordening»1. Een halffabricaat is een product dat wel bewerkt, maar nog niet af is. Om van een halffabricaat een eindproduct te maken, moeten nog één of meerdere bewerkingsslagen worden gedaan.

De Europese Commissie heeft in de voorgestelde conflictmineralenverordening bewust gekozen om zich te richten op importeurs van mineralen (voornamelijk smelters en raffinaderijen) en importeurs van metalen. Dit heeft te maken met hun positie in de keten. Smelters en raffinaderijen zijn de schakel in de toeleveringsketen waar a) alle mineralen langs komen, b) het technisch haalbaar is om de herkomst van mineralen te achterhalen en c) invloed kan worden uitgeoefend op het gedrag van partijen in de productielanden. Wanneer smelters en raffinaderijen hun due diligence niet goed uitvoeren, is het onmogelijk voor partijen downstream in de keten om deze informatie te achterhalen.

Een mogelijkheid om halffabricaten toe te voegen aan de Verordening, is door deze ook te laten gelden voor importeurs van halffabricaten. Er bestaat echter geen systeem waarmee kan worden vastgesteld wie deze importeurs zijn. Zij zouden zichzelf dus – op basis van eigen onderzoek – moeten aanmelden als importeurs van halffabricaten waar 3TG in zit. Deze optie is mogelijk, maar alleen in een vrijwillig systeem. Wanneer niet duidelijk is wie onder verplichtende regelgeving vallen, kan er immers ook niet gehandhaafd worden.

De enige manier om dit te ondervangen zou zijn door alle halffabricaten op te nemen in Annex 1, de lijst die aangeeft welke producten binnen de reikwijdte van de Verordening vallen. De lijst is opgebouwd uit productcodes volgens het Europese Gecombineerde Nomenclatuur (GN) systeem, dat door douane en statistiek wordt gebruikt om invoer en uitvoer te classificeren. In Annex 1 van het huidige Commissievoorstel staan de mineralen tin, wolfraam, tantaal en goud (3TG) zelf en dertien eerste bewerkingen (metalen zoals tin staven). Wanneer producten verder worden bewerkt en uit meerdere elementen beginnen te bestaan, krijgen zij een nieuwe GN-code. Naarmate het aantal bewerkingen toeneemt, is uit de GN-code niet meer af te leiden uit welke grondstoffen het product bestaat, laat staan waar het vandaan komt. Praktisch is het dus onhaalbaar om alle halffabricaten die 3TG bevatten op te nemen in Annex 1 en is deze benadering geen optie.

Steun voor MKB en opnemen additionele mineralen in Verordening

De Europese Commissie, Lidstaten en het Europees parlement blijken allemaal voorstander van specifieke maatregelen om het MKB te helpen due diligence toe te passen. De kans is aanwezig dat financiële steun voor het MKB via het COSME-programma wordt opgenomen in de Verordening (conform motie Sjoerdsma/Mulder, Kamerstuk 32 852, nr. 22). De motie Sjoerdsma/Thieme (Kamerstuk 32 852, nr. 21) verzocht een systematiek op te nemen waarin eenvoudig conflictmineralen aan de lijst kunnen worden toegevoegd. Dit heeft vooralsnog niet op steun kunnen rekenen van de andere Lidstaten. Ook het Europees parlement heeft niet voor een dergelijk systeem of voor de toevoeging van additionele conflictmineralen gestemd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Voorstel van de Europese Commissie aan het Europees parlement en de Raad tot instelling van een Uniesysteem voor zelfcertificering van passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor verantwoordelijke importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden, 2014/0059 (COD), maart 2014.

Naar boven