32 851 Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2014

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de uitvoering van de motie Schouten-Mulder (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 36) en de motie Schouten c.s. (Kamerstuk 34 000 XV, nr. 35). De motie Schouten-Mulder verzoekt het kabinet om een economische agenda voor de grensregio’s op te stellen. De motie Schouten c.s. verzoekt het kabinet om in overleg te treden met de grensgemeenten en de grensregio’s over het wegnemen van drempels en het geven van ruimte aan grensgemeenten om met ideeën te experimenteren.

Tijdens de begrotingsbehandeling EZ (onderdeel Economie en Innovatie) heb ik aangegeven dat er in de grensregio’s al veel initiatieven van bedrijven, kennisinstellingen en overheden zijn om grensbarrières en belemmeringen met de buurlanden op het terrein van economie en arbeidsmobiliteit weg te nemen. De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Buitenlandse Zaken coördineren de grensoverschrijdende samenwerking (GROS) onder andere via de Taskforce GROS (bestaande uit vertegenwoordigers van departementen en grensprovincies). Deze taskforce heeft met de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen en met Vlaanderen, op grond van gesignaleerde kansen en belemmeringen, actielijsten (agenda’s) geformuleerd op het terrein van veiligheid, infrastructuur, gezondheidszorg, economie en arbeidsmobiliteit. Op deze agenda’s staan actiepunten die samen met alle regio’s moeten worden opgepakt, en specifieke actiepunten die vooral in een bepaalde regio spelen.

De nieuwe INTERREG-V A programma’s (2014–2020) geven een extra impuls voor de grensoverschrijdende samenwerking in de grensregio’s. Vanuit de EU zijn hiervoor aanmerkelijk meer middelen beschikbaar dan in de aflopende periode (€ 309 miljoen exclusief cofinanciering, in de periode 2014–2020). Deze programma’s zullen sterker worden gericht op deelname van mkb-bedrijven, innovatie en het verminderen van de barrièrewerking van de grens. Zoals ik bij de begrotingsbehandeling heb aangeven zult u, in een separate brief, nader worden geïnformeerd over de uitwerking van deze programma’s.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft tijdens de begrotingsbehandeling van SZW ook aangegeven dat wij nog eens nagaan of er meer mogelijk is en of er meer belemmeringen weggenomen kunnen worden. Zo ondertekent Minister Asscher als voorzitter van het Comité van Benelux-Ministers op 11 december a.s. een aanbeveling van de Benelux over meer samenwerking bij grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit.

In lijn met de moties van uw Kamer heb ik met de grensprovincies afgesproken om, samen met de grensregio’s, te bezien of en hoe belemmeringen in wet- en regelgeving voor arbeidsmarkt en economie kunnen worden weggenomen en we ondernemerschap kunnen stimuleren. De bestaande agenda’s (actielijsten met buurlanden) van de Taskforce GROS zijn hiervoor de meest geëigende instrumenten. Dit is eveneens in lijn met de reactie op het advies grensoverschrijdende arbeid (advies Bruls) van 13 juni 2014, waarin het kabinet aangeeft dat de aanbevelingen in GROS-verband zullen worden opgepakt.

Binnenkort ontvangt u van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een rapportage van de Taskforce GROS waarin wij u zullen informeren over de voortgang van de grensoverschrijdende samenwerking.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven