32 851 Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2017

Hierbij bieden wij uw Kamer, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, het rapport «Grenzen slechten, regio’s verbinden, mensen bewegen» aan1, zoals wij die op 30 januari 2017 in ontvangst hebben genomen. Dit rapport is opgesteld door het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid. Het actieteam bestaat uit vertegenwoordigers van Euregio’s, grensprovincies, grensgemeenten, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), MKB-Nederland, en de rijksoverheid (ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; Economische Zaken; Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), onder voorzitterschap van de heer Matthijs Huizing. Over de start en voortgang van het actieteam bent u in januari en september 2016 geïnformeerd.2 3

Wij hebben veel waardering voor de inzet en de resultaten van het actieteam en de betrokken partijen in de regio. Er is het afgelopen jaar veel werk verzet om de regionale opgaven met behulp van experts uit Nederland en de buurlanden in kaart te brengen. Het actieteam heeft zich gericht op de onderwerpen waar maatregelen noodzakelijk en kansrijk zijn: informatievoorziening, arbeidsbemiddeling, buurtaal en cultuur, diploma-erkenning, stages en leerwerkplekken, bereikbaarheid en ondernemerschap. In bijgevoegd rapport is voor elk onderwerp de huidige situatie in beeld gebracht, gevolgd door de doelen die het actieteam heeft gesteld, de acties die daaruit voortvloeien en wie daar voor verantwoordelijk is. Alle doelen en acties van het actieteam zijn terug te vinden in een gezamenlijke actieagenda als onderdeel van het rapport.

Voor de toekomstige governance van de grensoverschrijdende samenwerking geeft het actieteam enkele aanbevelingen. Het actieteam stelt dat taal, cultuur, bestuurlijke organisatie en economische en sociale opgaven tussen grensregio’s in Nederland en de buurlanden verschillen en dat daardoor een meer regionaal gedifferentieerde aanpak met Vlaanderen, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen van belang is. Onderdeel van de gedifferentieerde aanpak is het oprichten van grensoverschrijdende regionaal bestuurlijke overleggen, samengesteld uit alle benodigde overheidslagen van beide kanten van de grens. Tevens moet er blijvend gebruik worden gemaakt van expertise van de mensen die dagelijks in aanraking komen met de verschillende belemmeringen en kansen. De komende periode zal, samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de betrokken partijen in de grensregio’s en de buurlanden, de governance verder worden uitgewerkt langs de door het actieteam voorgestelde lijnen.

Parallel aan de werkzaamheden van het actieteam heeft het Centraal Planbureau (CPB), op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onderzoek verricht naar «de arbeidsmarkt aan de grens met en zonder grensbelemmeringen». De resultaten van het CPB heeft het actieteam ondersteund in zijn opdracht om de grensoverschrijdende economie en arbeid een impuls te geven. Uitgaande van de hypothese dat er geen grensbelemmeringen meer zijn, stelt het CPB dat er baten zijn voor de werkgelegenheid, lonen en het Bruto Regionaal Product in grensregio’s. Ook zijn in de afgelopen periode diverse analyses van het CBS en CBS/PBL van de arbeidsmarkt in de grensregio’s gepubliceerd. Door deze studies is er een beter beeld van de grensregionale opgaven tot stand gekomen.

Door samen met de buurlanden de juiste voorwaarden te scheppen om het werken, ondernemen en studeren over de grens vanuit beide kanten vanzelfsprekender en gemakkelijker te maken, worden de grensoverschrijdende economie en arbeidsmarkt blijvend versterkt. De uitvoering van de agenda van het actieteam draagt daar in belangrijke mate aan bij. Om het gecreëerde momentum vast te houden en omdat het opzetten van een grensoverschrijdende governance tijd nodig heeft, blijft het actieteam in 2017 bestaan om de voortgang van de actieagenda te monitoren, waar nodig op de uitvoering bij te sturen en eventuele nieuwe actiepunten op te pakken. Verder zal de Minister van BZK uw Kamer jaarlijks van de voortgang van de uitvoering van de actieagenda op de hoogte brengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 32 851, nr. 29

X Noot
3

Kamerstuk 32 851, nr. 32

Naar boven