32 849 Mijnbouw

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2016

In mijn brief van 14 november 2013 (Kamerstuk 33 750 XIII, nr. 103) heb ik aangegeven dat de aard, omvang en de risico’s van de mogelijke na-ijlende effecten van de steenkolenwinning in Limburg nader moeten worden onderzocht. Gedegen wetenschappelijk onderzoek is nodig om uit te wijzen of er sprake is van een verhoogd risico voor de veiligheid in Limburg en op basis daarvan aanbevelingen te doen omtrent maatregelen die getroffen kunnen worden om een eventueel verhoogd risico omlaag te brengen. De onafhankelijke toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft op 14 april 2014 op mijn verzoek een onderzoeksplan opgesteld. Aan de hand daarvan heb ik een onderzoek uitgezet bij Ingenieurbüro Heitfeld-Schetelig (IHS). Vervolgens heb ik een beleidsadvies aan de Coal Authority (CA) uit het Verenigd Koninkrijk gevraagd over de maatregelen die voortvloeien uit het onderzoek van IHS. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek van IHS en het advies van de CA ben ik een pakket aan maatregelen overeengekomen in samenspraak met de provincie Limburg en de betrokken gemeenten Stein, Sittard-Geleen, Beek, Nuth, Schinnen, Onderbanken, Voerendaal, Heerlen, Brunssum, Landgraaf, Kerkrade en Simpelveld. Hierbij informeer ik uw Kamer over de uitkomsten.

Onderzoek IHS

Ingenieurbüro Heitfeld-Schetelig (IHS) heeft in mijn opdracht zeven aspecten van de eventueel na-ijlende gevolgen van steenkolenwinning onderzocht1. De eerste vijf aspecten betreffen eventuele effecten van stijgend mijnwater, te weten:

  • 1) bodemstijging;

  • 2) stijging van het grondwater;

  • 3) vervuiling van grondwater;

  • 4) het vrijkomen van mijngas; en

  • 5) micro-aardbevingen.

Verder is gekeken naar bestaande risico’s van:

  • 6) historische en industriële schachten; en

  • 7) historische ondiepe winningen.

Hoofdconclusie van IHS is dat er geen sprake is van directe veiligheidsrisico’s. Hieronder ga ik op hoofdlijnen in op de onderzoeksresultaten per onderzocht aspect.

Bodemstijging

In Nederland is tot en met 1974 steenkool gewonnen. Aan de Duitse zijde van de grens werd tot 1992 steenkool gewonnen. Na afloop van de winningen in Duitsland zijn in 1994 de mijnwaterpompen aan de Nederlandse zijde van de grens stil gezet door het Duitse Eschweiler Bergwerksverein. Het precieze verloop van dit proces is beschreven in het bij deze Kamerbrief gevoegde rapport van DMT «Verloop proces van de stillegging van oppompen mijnwater in Nederlands-Duitse grensgebied»2.

Vanaf 1974 en sinds het stop zetten van de laatste mijnwaterpompen in 1994 stijgt het mijnwater geleidelijk naar een nieuw en stabiel evenwicht. Negentig procent van de stijging van het mijnwater heeft inmiddels plaatsgevonden.

De daarmee gepaard gaande bodemstijging heeft zich, op enkele locaties na, gelijkmatig voltrokken. IHS geeft aan dat bij gelijkmatige bodemstijging geen effecten op bebouwing en infrastructuur zijn te verwachten. Differentiële bodemstijging heeft in Duitsland geleid tot schade, maar het onderzoek van IHS wijst uit dat een dermate grote differentiële bodemstijging zich in Nederland niet heeft voorgedaan en ook niet verwacht wordt. De gebieden waar sprake is van een beperkt risico op differentiële bodemstijging zijn in kaart gebracht. Op die locaties zullen pilots worden uitgevoerd om te onderzoeken of en in welke mate er sprake is van differentiële bodemstijging die zou kunnen leiden tot schade. Met de provincie en de gemeenten heb ik afgesproken dat de verdere bodemstijging gemonitord zal worden, zodat indien dat nodig zou zijn, tijdig maatregelen getroffen kunnen worden.

Grondwater

IHS heeft onderzocht wat het eventuele effect van het stijgende mijnwater is op de grondwaterkwaliteit en -kwantiteit. De conclusie van het onderzoek is dat er op dit moment geen sprake is van een verandering van de kwaliteit van het grondwater. Op de lange termijn (meerdere decennia) zijn wel effecten mogelijk, al valt dat niet met zekerheid te zeggen. Door het grondwater te gaan monitoren kan tijdig worden ingegrepen als dat nodig is. Regio en Rijk hebben afgesproken dat zowel de grondwaterkwaliteit als de kwantiteit gemonitord zullen gaan worden. Hiertoe zal een aantal bestaande monitoringspunten worden aangepast en een aantal nieuwe monitoringsputten en peilbuizen worden aangelegd.

Seismiciteit

Theoretisch gezien kan stijgend mijnwater tot seismiciteit leiden rondom natuurlijke breuken. IHS geeft aan dat deze seismiciteit binnen de bandbreedte van het van nature aanwezige seismische risico in Zuid-Limburg valt. Uit het onderzoek blijkt dat er geen maatregelen nodig zijn om seismiciteit te voorkomen.

Mijngas

In die delen van het voormalige mijngebied in Limburg waar de steenkolenhoudende bodemlaag niet onder water staat, voornamelijk in Kerkrade, kan sprake zijn van vrijkomend mijngas. Uit het onderzoek is gebleken dat het mijngas hoofdzakelijk uit koolstofdioxide bestaat (CO2). Hoewel het risico gering is dat het gebeurt, kan CO2, als het zich ophoopt in een ruimte zoals een kelder, tot verstikking leiden indien men deze ruimte betreedt. Door ventilatie van een ruimte kan dit eenvoudig voorkomen worden. Moderne bouwmethodes voorzien hier reeds in. Het Rijk zal apparatuur bekostigen om mijngas te meten. Deze apparatuur kan door hulpdiensten worden gebruikt. Daarnaast wordt er een beperkt monitoringsprogramma opgezet.

Historische schachten en winningen

Voordat de industriële steenkolenwinning aan het einde van de negentiende eeuw begon, werd al eeuwen steenkool gewonnen in de omgeving van Kerkrade. Deze historische winningen en schachten brengen risico’s met zich mee, omdat niet altijd bekend is waar deze exact liggen en op welke wijze schachten zijn achtergelaten. IHS heeft 59 historische schachten in kaart gebracht in de gemeente Kerkrade, waarvan het grootste deel reeds bekend was. Van mijnbouwmaatschappijen of hun rechtsopvolgers is bij historische schachten geen sprake. Overeenkomstig de aanbeveling van IHS zal er een programma gestart worden om deze historische schachten nog preciezer te lokaliseren en te monitoren. Per schacht zal vervolgens worden bepaald of sanering nodig is om risico’s te voorkomen. Gekeken wordt of het gaat om een uitvoerbare en proportionele maatregel die nodig is om de veiligheid van de leefomgeving te waarborgen. Met betrekking tot woningbouw en kantoren in de nabijheid van historische winningen maakt IHS een onderscheid tussen bestaande bouw en nieuwbouw. Voordat nieuwbouw plaatsvindt, moet goed uitgezocht worden wat de bodemgesteldheid is. Bij bestaande bouw geldt dat er niets hoeft te gebeuren tenzij er bij gebouwd wordt. Dan moet ook daar onderzocht worden wat de bodemgesteldheid is voor er gebouwd wordt.

Industriële schachten

IHS heeft de industriële schachten (dat zijn schachten die na 1880 gebouwd zijn) eveneens onder de loep genomen en geconcludeerd dat bij zes schachten additionele maatregelen genomen moeten worden omdat ze niet volgens de huidige regels zijn geabandonneerd. Er is geen direct veiligheidsrisico. Er zullen maatregelen getroffen worden om de afdichting van de schachten aan de huidige standaard te laten voldoen. Met de regio is verder afgesproken dat alle industriële schachten gemonitord gaan worden.

Beleidsadvies Coal Authority

De Coal Authority (CA) uit het Verenigd Koninkrijk is de overheidsorganisatie die verantwoordelijk is voor het op goede wijze afhandelen van de erfenis van de steenkolenwinningen in het Verenigd Koninkrijk. Gezien de uitgebreide ervaring van de Coal Authority heb ik deze instantie gevraagd om beleidsadvies te geven ten aanzien van de maatregelen die genomen moeten worden in het kader van de na-ijlende effecten van de voormalige steenkolenwinning3. De CA onderschrijft het belang van de door IHS voorgestelde maatregelen. Met betrekking tot de aanbeveling van IHS om de historische schachten te saneren, geeft de CA aan dat dit niet nodig is, maar dat wel goed gemonitord moet worden en dat direct ingegrepen moet kunnen worden op het moment dat er bodembeweging wordt gesignaleerd. In het Verenigd Koninkrijk vindt men een ander risiconiveau acceptabel dan in Duitsland. IHS gaat uit van de Duitse standaarden. De regio heeft een voorkeur voor een programma om de historische schachten te saneren, indien nodig, uitvoerbaar en proportioneel.

De CA wijst er in zijn beleidsadvies op dat de erfenis van de steenkolenwinning blijvend is en dat daarmee het behoud en de overdracht van kennis over die erfenis goed gewaarborgd moeten worden. Een expertisecentrum zou daar een belangrijke rol in kunnen vervullen. Daarnaast wijst de CA op het belang van proportionaliteit in de maatregelen die genomen gaan worden.

Pilots

Bij mijn bezoek aan Limburg op 16 juni 2014 heb ik de regio vijf pilot-onderzoeken toegezegd als verdiepingsslag van het onderzoek. Twee pilots hebben reeds plaatsgevonden. Het eerste pilotonderzoek betrof het onderzoek naar een verzakking in de Annastraat in Kerkrade in 2014 en 2015. Daar bleek de verzakking los te staan van de voormalige steenkolenwinning. De verzakking werd veroorzaakt door een leemkuil, die na de winning van leem weer gevuld was met onder andere organisch materiaal. De tweede pilot betrof het verzamelen van satellietdata voor de hele voormalige mijnregio. Deze data zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de bodemstijging van de hele regio en vormen onderdeel van de resultaten van het onderzoek.

Er staan nog drie pilots gepland in 2017. Eén pilot wordt gedaan in het kader van de bodemstijging om te zien in hoeverre er sprake is van een differentiële bodemstijging in het gebied waar dit het meest waarschijnlijk is. In een andere pilot zal een specifieke mijnbouwkundige constellatie onderzocht worden om te zien of hier risico’s aan verbonden zijn. De laatste pilot betreft het opsporen en saneren van twee historische schachten in Kerkrade. De pilots zullen allen in 2017 worden afgerond. De resultaten van de pilot projecten worden vastgelegd in een rapportage die met de regio en uw Kamer gedeeld zal worden.

Met de regio overeengekomen maatregelenpakket

Rijk, provincie en betrokken gemeenten hebben gezamenlijk een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een veilige leefomgeving. In de bestuurlijke overleggen tussen de betrokken overheden is afgesproken dat de benodigde maatregelen die voortvloeien uit de aanbevelingen van IHS en de CA overgenomen en uitgevoerd worden. Daarmee worden eventuele negatieve effecten van de voormalige steenkolenwinning zo veel als mogelijk voorkomen. De belangrijkste maatregelen zijn het monitoren van verschillende onderzochte na-ijlende effecten van de steenkolenwinning, het treffen van maatregelen bij zes industriële schachten en het voor zover nodig, proportioneel en uitvoerbaar, saneren van historische schachten. Gezien de voorkeur van de regio voor het door IHS aanbevolen saneringsprogramma, gaan regio en Rijk dat uitvoeren. In de regio zal bovendien een expertisecentrum worden ingericht dat zowel overheden als burgers kan adviseren. Naast deze maatregelen gaan de overheden aan de slag om waar nodig bestemmingsplannen aan te passen, eventueel benodigde saneringen te combineren met de krimpopgave voor het gebied. Ook zal (bouwtechnische) kennis opgebouwd worden zodat er bij het afgeven van bouwvergunningen rekening gehouden kan worden met de specifieke situatie ter plekke en bouwers goed geïnformeerd kunnen worden. Samen met provincie en gemeenten zal het bovengenoemde pakket aan maatregelen de komende maanden nader worden uitgewerkt.

Expertisecentrum

Een regionaal expertisecentrum zal worden opgezet om de kennis en kunde op het gebied van de na-ijlende effecten van de steenkolenwinning te ontwikkelen, te borgen en voor iedereen toegankelijk te maken. Het centrum zal zowel overheden als burgers gaan adviseren met betrekking tot ontwikkelingen aan de bovengrond in relatie tot de ondergrond. Uitgaande van de verantwoordelijkheden die de verschillende overheden nu al hebben, zal het expertisecentrum verantwoordelijk worden voor de diverse monitors, voor het risicomanagement, voor datamanagement en communicatie. De komende maanden zal de opzet en inrichting van het expertisecentrum samen met de regio verder worden uitgewerkt.

Calamiteitenfonds

De provincie Limburg heeft met een subsidie van de rijksoverheid en samen met de betrokken gemeenten een financiële voorziening voor schrijnende gevallen opgezet, waarbij de veiligheid van wonen in de hoofdwoning in het geding is: de Stichting Calamiteitenfonds Mijn(water)schade Limburg. Deze Stichting kan bij schrijnende gevallen door voorzieningen in natura helpen om de constructieve veiligheid van een huis te herstellen. Tot op heden is aan bewoners van twee woningen een voorziening toegekend om de constructieve veiligheid van de huizen te waarborgen. Meer gevallen hebben zich bij de Stichting gemeld, maar die voldoen op dit moment niet aan de huidige interpretatie van de criteria. De Stichting heeft mij en de provincie verzocht een ruimere interpretatie te mogen geven aan het begrip schrijnend geval zodat ingegrepen kan worden juist voordat de veiligheid van bewoning acuut in het geding is. Daarmee kan de Stichting meer mensen helpen tegen lagere kosten. De Stichting mag uitgaan van de voorgestelde ruimere interpretatie en zal in ieder geval doorlopen zolang de gezamenlijke overheden het pakket aan maatregelen nader uitwerken.

Over de toekomst van de Stichting Calamiteitenfonds Mijn(water)schade Limburg en over bestaande schades zal nader overleg gevoerd worden met de regio.

Staatstoezicht op de Mijnen

Momenteel ben ik in gesprek met Staatstoezicht op de Mijnen over een eventuele rol van SodM in Limburg naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek van IHS en de maatregelen die in gang gezet zullen worden. Wanneer hier mee duidelijkheid over is zal ik uw Kamer daarover informeren.

Tot slot

Belangrijk is dat er nu gehandeld wordt vanuit een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een veilige leefomgeving in Limburg en niet vanuit een juridische aansprakelijkheid. Rijk en regio hebben gezamenlijk een robuust pakket aan maatregelen samengesteld, dat recht doet aan de aanbevelingen uit het onderzoek en dat een veilige leefomgeving in het voormalige mijngebied waarborgt. Eventuele schades in de toekomst worden met bovenstaand maatregelenpakket naar verwachting voorkomen. Samen met de regio zal gewerkt worden aan een goede uitvoering van het maatregelenpakket. Bij het concretiseren van de maatregelen zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan het betrekken van de gemeenteraden, de provinciale staten en de bewoners van de voormalige mijnstreek.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven