32 849 Mijnbouw

33 529 Gaswinning

Nr. 210 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2021

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen over de berichtgeving over het hervatten van de injectie van afvalwater in Rossum die door het lid Kröger (GroenLinks) aan mij zijn gesteld (ingezonden op 16 november 2021, 2021Z20524). Ik heb voor de beantwoording gebruik gemaakt van informatie die ik van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heb gekregen. Ik heb ook aan NAM gevraagd om de feiten in de beantwoording te controleren op juistheid.

Tijdens het wetgevingsoverleg Groningen op 29 november 2021 heb ik toegezegd om uw Kamer nader te informeren over de onderzoeken en evaluatie die op dit moment door NAM worden uitgevoerd. Het betreft twee onderzoeken en een evaluatie:

  • 1. NAM onderzoekt op dit moment het incident1 met put ROW-02 en bekijkt hierbij ook of er gevolgen zijn voor de waterinjectie in Twente in het algemeen, en ROW-7 in het bijzonder.

  • 2. NAM is op dit moment bezig met de evaluatie (iedere zes jaar) van de waterinjectie. Conform het verzoek van uw Kamer is NAM in 2021 begonnen met de evaluatie. Op dit moment loopt men vertraging op omdat SodM heeft aangegeven dat de resultaten van het onderzoek naar het incident met ROW-02 in de evaluatie moeten worden betrokken.

  • 3. NAM houdt ten behoeve van de evaluatie de ontwikkelingen op het gebied van waterzuivering bij. Dit onderzoek wordt ook een onderdeel van de evaluatie van de waterinjectie.

NAM is conform de vergunning verplicht om iedere zes jaar te onderzoeken wat de meest geschikte methode is voor de verwerking van het in Schoonebeek geproduceerde afvalwater. In 2016 heeft NAM voor het eerst de waterinjectie geëvalueerd. Uitgaande van deze evaluatie en het advies van de onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd2 dat waterinjectie de voorkeur heeft boven de op dat moment bekende alternatieven. NAM is vervolgens verzocht om de ontwikkelingen op het gebied van waterzuivering bij te houden zodat deze in de volgende evaluatie kunnen worden betrokken.

Op 14 januari 2019 heeft NAM een rapport3 over de ontwikkelingen van

waterzuiveringstechnologieën gepubliceerd. NAM is daarna met industriële partijen die beschikken over waterzuiveringstechnologieën in gesprek gegaan om te onderzoeken of het mogelijk was om een pilotproject te realiseren. Dit is echter niet gelukt. NAM is wel verder gegaan met het bijhouden van de ontwikkelingen op het gebied van waterzuivering en zal hierover rapporteren in de volgende evaluatie.

Mijn voorganger heeft op 20 juli 2020 uw Kamer per brief4 geïnformeerd dat hij conform de aangenomen motie5 van lid Agnes Mulder (CDA) NAM heeft verzocht om de zesjaarlijkse evaluatie te vervroegen en deze in 2021 uit te laten voeren door een onafhankelijke organisatie. Conform de vergunning moet NAM zelf de zesjaarlijkse evaluatie uitvoeren of laten uitvoeren. Het is daarna aan mij om deze evaluatie te beoordelen. Ik heb besloten om SodM hierbij te betrekken. SodM ziet hierbij toe op zowel het proces, als de kwaliteit van de uitgevoerde onderzoeken.6 Ik zal deze evaluatie daarna beoordelen en SodM ook daarbij betrekken. Tevens zal ik deze evaluatie onafhankelijk laten toetsen door kennisinstituut Deltares.

NAM is dit jaar begonnen met de zesjaarlijkse evaluatie uit te voeren. Er is helaas vertraging opgetreden omdat NAM door SodM is verzocht om de resultaten van het onderzoek naar ROW-02 te betrekken in de evaluatie. Het onderzoek naar het incident met ROW-02 is nog niet gereed.

Op dit moment ziet de planning er als volgt uit:

  • Eind december 2021 dient NAM het aanvullend onderzoek naar ROW-02 in bij SodM;

  • SodM beoordeelt dit onderzoek en is naar verwachting eind maart 2022 hiermee klaar;

  • NAM betrekt de uitkomsten van het onderzoek ROW-02 bij de evaluatie en dient eind mei 2022 de evaluatie in bij mij en bij SodM;

  • SodM en Deltares voeren daarna een technische beoordeling uit en zijn na de zomer gereed;

  • In september 2022 worden medeoverheden om advies gevraagd;

  • Ik verwacht dat de komende Minister van Economische Zaken en Klimaat in november 2022 zal aangeven of de zesjaarlijkse evaluatie aanleiding geeft tot het nemen van een besluit over de waterinjectie.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

Naar boven