32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 950 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2022

De Kamer heeft gevraagd om voor het commissiedebat Wonen van donderdag 29 september een brief te sturen waarin ik aangeef op welke manier de uitspraken van mij in het Nederlands Dagblad een kabinetstandpunt vertegenwoordigen. In deze brief zal ik hierop ingaan.

In het artikel in het Nederlands Dagblad ben ik ingegaan op de demografische groei en de effecten daarvan op Nederland. Er zijn grenzen aan de groei die we kunnen accomoderen in de ruimte en dat is reden om na te denken over manieren waarop we de verwachte bevolkingsgroei kunnen afremmen.

Deze gedachten sluiten aan op het coalitieakkoord (Bijlage bij kamerstuk 35 788, nr. 77). Het kabinet heeft als doel meer grip te krijgen op migratie. In het coalitieakkoord is opgenomen dat het kabinet periodiek inzicht wil krijgen op de verwachte arbeids-, kennis- en asielmigratie en daarbij de mogelijkheid te onderzoeken om te werken met een beleidsmatig richtgetal van migratie naar Duits voorbeeld. Het kabinet heeft besloten een staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 in te stellen om de implicaties van vergrijzing en bevolkingsgroei te doordenken. De resultaten verwachten we eind 2023.

Meer mensen betekent ook meer woningen. Daar komt nog bij dat er door huishoudensverdunning ook meer woningen nodig zijn. Dit betekent dat het creëren van voldoende woningaanbod een grote uitdaging vormt. In de bestaande woningvoorraad is een schaars aanbod van betaalbare woningen beschikbaar voor een toenemend aantal mensen. Een groeiende toename van het migratiesaldo zorgt voor een grotere druk op het woningaanbod.

Meer woningen en voorzieningen (scholen, sportterreinen, ziekenhuizen etc.) betekent ook meer ruimte. De druk op de schaarse ruimte wordt dus groter, terwijl we die schaarse ruimte ook nodig hebben voor andere functies, zoals natuur, energievoorziening, klimaatadaptatie en bedrijvigheid. We moeten en willen heel veel op een klein oppervlak. De strijd om de ruimte is al fors en zal met een groeiende bevolking toenemen.

De genoemde opgaven vragen om ruimtelijke keuzes. Hoe kunnen we functies combineren en slim gebruik maken van de ruimte die we hebben? De schaarste aan ruimte maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijk domein moet hernemen: om te kiezen, om te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in dit verdeelvraagstuk. We zullen in woongebieden verder moeten verdichten, en meer mensen een plek geven, als we tegelijk de open ruimte groen willen houden en andere opgaven zoals water en bodem meer sturend willen laten zijn. Om iedereen een plek te geven is meer bouwen gewenst, binnenstedelijk en buitenstedelijk waar mogelijk en gewenst. Door meervoudig ruimtegebruik te stimuleren, kunnen we beschikbare ruimte optimaal benutten.

Vanuit ruimtelijk beleid kijken we naar een goede verdeling over Nederland, in het gehele stedelijk netwerk en sterkere ontwikkeling in het zuiden, oosten en noorden. Met een goede balans tussen wonen en werken en het ontwikkelen van aantrekkelijke en toekomstbestendige woon- en leefmilieus. En daarbij ook rekening houdend met de regionale verschillen in Nederland. We zorgen bijvoorbeeld voor een betere spreiding van de sociale woningvoorraad over het land, waarbij het streven is dat alle gemeenten naar 30% sociale huurwoningen toegroeien.

We werken aan deze opgaven in de zeven NOVEX-gebieden waar de verstedelijkingsopgave centraal staat en door uit te werken hoe de Lelylijn kan bijdragen aan de ontwikkeling van Noord-Nederland. Tevens zullen demografische ontwikkelingen een plek krijgen in de toekomstscenario’s voor een Mooi Nederland, één van de programma’s waarmee ik de regierol in het ruimtelijke domein komende periode verder ga versterken.

Langs deze lijnen zal ik vanuit mijn portefeuilles inspelen op de effecten, maar ik zie dat dat alleen niet voldoende zal zijn. Er zijn dus ook grenzen aan wat we aan kunnen. De staatscommissie heeft daarom als taak advies uit te brengen over scenario's, beleidsopties en handelingsperspectieven van de regering in relatie tot de maatschappelijke gevolgen van de demografische ontwikkelingen, in het bijzonder van vergrijzing en migratie, tot tenminste 2050 tegen de achtergrond van de brede welvaartsbenadering.

Naar aanleiding van de resultaten van de staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 zal ik samen met mijn collega’s in het kabinet bespreken op welke manier de verwachte demografische trends en ontwikkelingen impact zullen hebben op bovenstaande beleidsterreinen en/of op de terreinen van mijn collega’s in het kabinet.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven