32 847 Integrale visie op de woningmarkt

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 756 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2021

Tijdens het 2-minuten debat Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 193) gebouwde omgeving van 20 mei 2021(Handelingen II 2020/21, nr. 78, tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving) heb ik toegezegd schriftelijk de vragen van lid Jansen (FvD) te beantwoorden. De vragen betreffen de bijdragen die gemeenten ontvangen voor het aardgasvrij maken van proeftuinen in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW).

Vraag 1:

Betekent dit dat het hele bedrag, 120 miljoen voor de eerste ronde, op één hoop is gegooid met de reguliere uitkering uit het Gemeentefonds voor alle gemeenten? Met andere woorden: is het geld uitgesmeerd over alle Nederlandse gemeenten in plaats van alleen de deelnemende gemeenten? Zo niet, kan de Minister aangeven per deelnemende gemeente hoeveel geld ze hebben ontvangen in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken in ronde 1? Indien de Minister dat niet kan aangeven, betekent dit dat gemeenten dan ook geen toelichting hebben gekregen hoeveel van hun uitkering uit het Gemeentefonds bestemd was voor het Programma Aardgasvrije Wijken?

Antwoord 1:

De middelen voor de eerste ronde zijn uitgekeerd via een decentralisatie-uitkering naar de 27 proeftuingemeenten die zijn geselecteerd, dus niet naar andere gemeenten. Bij de decentralisatie-uitkering zijn geen voorwaarden gesteld aan de besteding en de verantwoording anders dan in het kader van de verdeelsleutel en doelomschrijving. In dit geval ontvangt een geselecteerd aantal gemeenten een rijksbijdrage met als doel het aardgasvrij maken van een bestaande wijk. De verantwoording van de besteding van de middelen loopt via controle door de gemeenteraad. De bedragen zoals uitgekeerd per gemeente heb ik hieronder in een overzicht opgenomen. Voor de tweede ronde proeftuinen is, mede op basis van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, gekozen voor een andere financiële verantwoording, via het instrument van de specifieke uitkering.

Eerste ronde van 27 proeftuinen

Gemeente

Wijk/dorp

Rijksbijdrage

Amsterdam

Van Der Pekbuurt

€ 6.050.000

Appingedam

Opwierde-Zuid

€ 7.374.000

Assen

Lariks West

€ 4.245.000

Brunssum

Brunssum-Noord

€ 4.170.000

Delfzijl

Delfzijl Noord

€ 4.493.675

Den Haag

Bouwlust/Vrederust

€ 4.835.000

Drimmelen

Terheijden

€ 3.417.000

Eindhoven

't Ven

€ 4.650.000

Groningen

Paddepoel en Selwerd

€ 4.825.000

Hengelo

Nijverheid

€ 4.246.280

Katwijk

Smartpolder

€ 4.831.511

Loppersum

Loppersum-«t Zandt-Westeremden

€ 3.056.000

Middelburg

Dauwendaele

€ 3.300.000

Nijmegen

Dukenburg

€ 4.800.000

Noordoostpolder

Nagele

€ 4.224.500

Oldambt

Nieuwolda-Wagenborgen

€ 4.759.000

Pekela

Boven Pekela en de Doorsneebuurt

€ 4.050.300

Purmerend

Overwhere-Zuid

€ 6.988.144

Rotterdam

Pendrecht

€ 6.000.000

Sittard-Geleen

Limbrichterveld-Noord

€ 4.804.881

Sliedrecht

Sliedrecht-Oost

€ 3.850.000

Tilburg

Quirijnstok

€ 3.806.516

Tytsjerksteradiel

Garyp

€ 5.664.764

Utrecht

Overvecht-Noord

€ 4.705.000

Vlieland

Duinwijck

€ 664.863

Wageningen

Benedenbuurt

€ 5.300.000

Zoetermeer

Palenstein

€ 6.534.360

Vraag 2:

Kan de Minister aangeven hoe het bedrag van 100 miljoen euro voor de tweede ronde, die specifiek is uitgekeerd, verdeeld is per gemeente?

Antwoord 2:

Tweede ronde van 19 proeftuinen

Gemeente

Wijk/dorp

Rijksbijdrage

Amsterdam

Wilhelmina Gasthuis

€ 7.740.462

Apeldoorn

Kerschoten en Kerschoten-West

€ 7.301.302

Arnhem

Elderveld-Noord

€ 6.077.672

De Wolden

Schoolkring Ansen

€ 2.398.400

Deventer

Zandweerd

€ 4.871.831

Doesburg

De Ooi

€ 4.020.607

Goeree-Overflakkee

Stad aan 't Haringvliet

€ 5.600.000

Groningen

De Wijert

€ 4.000.000

Hilversum

De Hilversumse Meent

€ 4.574.041

Hoogeveen

Erflanden

€ 4.375.749

Lingewaard

Zilverkamp

€ 4.154.495

Nijmegen

Hengstdal

€ 4.735.000

Opsterland

Wijnjewoude (postcode 9241)

€ 4.291.196

Pijnacker-Nootdorp

Klapwijk

€ 7.587.716

Roermond

Tegelarijeveld

€ 4.969.000

Rotterdam

Bospolder-Tussendijken

€ 4.927.278

’s-Hertogenbosch

Het Zand

€ 5.411.000

Venlo

Hagerhof-Oost

€ 7.607.237

Zwolle

Berkum

€ 4.041.000

Vraag 3:

Heeft de Minister een overzicht van hoeveel geld deelnemende gemeenten tot nu toe hebben besteed in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken? Zo niet, kan de Minister dat inventariseren?

Antwoord 3:

Voor de eerste ronde proeftuinen is dit overzicht niet beschikbaar. Als gevolg van de keuze van een decentralisatie-uitkering voor deze ronde, loopt de verantwoording van de besteding van de middelen via controle door de gemeenteraad. Over de tweede ronde vindt jaarlijks controle plaats via de Sisa-systematiek. De eerste verantwoordingen worden eind van dit jaar ontvangen.

Ik informeer de Kamer jaarlijks over de voortgang van het Programma Aardgasvrije Wijken, hierin zal ik tevens aandacht besteden aan de bestedingen.

Alle informatie over de individuele proeftuinen, zoals de uitvoeringsplannen, de convenanten en de verslagen van de monitoringsgesprekken zijn openbaar gemaakt via de website van het PAW (www.aardgasvrijewijken.nl).

Binnenkort wordt daarnaast informatie per proeftuin, inclusief de voortgang, inzichtelijk gemaakt via een dashboard op de website van het PAW.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven