32 847 Integrale visie op de woningmarkt

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1156 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2024

De transitie in de gebouwde omgeving is in volle gang. De daling van het gebruik van aardgas zet gestaag door. Huishoudens verbruikten in 2023 11 procent minder aardgas dan in 2022, hoewel de winters wat temperatuur betreft vergelijkbaar waren, zo blijkt uit de recente cijfers van het CBS. Huishoudens isoleren volop, installeren zonnepanelen of schaffen een (hybride) warmtepomp aan.

In deze brief breng ik u graag op de hoogte van de uitkomsten van een aantal onderzoeken naar het beleid inzake verduurzaming van de gebouwde omgeving. Daarnaast geef ik een reactie op het rapport «Goed Geregeld» van het Uitvoeringsoverleg Klimaatbeleid Gebouwde Omgeving, waar ik u in mijn brief van 14 juli 2023 al over informeerde1.

Monitor TNO en CBS: sterke stijging gebruik Warmtefonds en ISDE

Warmtefonds: Stijging gebruik door eigenaren met laag of midden-inkomen

Bijgevoegde monitors van TNO en CBS over het gebruik van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) en het Nationaal Warmtefonds in de eerste helft van 2023 laten zien dat de populariteit van beide instrumenten bij woningeigenaren sterk is gestegen.

In het Warmtefonds zijn de voorwaarden voor financiering in 2023 verder verbeterd door het verruimen van de mogelijkheden voor woningeigenaren met een registratie bij het Bureau Kredietregistratie en door het aanbieden van financiering met 0% rente voor mensen met een huishoudinkomen tot 60.000 euro (vanaf juni 2023). In de monitor van TNO en CBS is dit goed terug te zien: er is een zeer sterke stijging van het gebruik van het Warmtefonds door woningeigenaren met een laag of midden inkomen.

Het Warmtefonds verstrekte in 2023 financiering aan bijna 19.000 individuele woningeigenaren en aan meer dan 110 VvE’s (met ruim 3.000 woningen); ook dit is een sterke stijging ten opzichte van 2022.

Zonnepanelen zijn de populairste maatregel bij het Warmtefonds, gevolgd door glasisolatie en warmtepompen. Isolatie wordt relatief vaker toegepast naarmate het energielabel van de woning slechter is en warmtepompen worden relatief het meest toegepast bij energielabel A of beter.

Sterke stijging gebruik ISDE voor verduurzaming

Sinds januari 2023 is het mogelijk om ISDE aan te vragen voor 1 isolatiemaatregel. Dit verklaart een deel van de stijging in het gebruik van de ISDE. In de eerste helft van 2023 werd ruim 115.000 keer ISDE verstrekt aan woningeigenaren. Dat is bijna anderhalf keer het aantal van heel 2022. Het gebruik van de ISDE door woningeigenaren voor isolatiemaatregelen is gestegen van 123.000 isolatiemaatregelen in heel 2022 naar 126.000 isolatiemaatregelen in de eerste helft van 20232. Het gebruik van de ISDE door woningeigenaren voor warmtepompen is gestegen van 32.000 warmtepompen in heel 2022 naar 33.000 in de eerste helft van 2023. Isolatie was, zoals te verwachten, zeer populair in woningen met een label B of slechter3. En hoe slechter het label van de woning was, hoe vaker de woningeigenaar 2, 3 of meer isolatiemaatregelen trof. Warmtepompen waren de populairste maatregel in woningen met een label A of beter.

Toekenningen ISDE 2022 en eerste helft 2023 voor woningeigenaren
 

Eerste helft 2023

Heel 2023

Heel 2022

Totaal aantal toekenningen

115.175

251.926

80.925

Aantal isolatiemaatregelen met ISDE subsidie

126.845

264.301

123.740

Aantal warmtepompen en andere warmte-opties met ISDE subsidie

35.650

89.580

32.110

Inzet huursector en Isolatieprogramma voor mensen met een laag inkomen

De meeste mensen met een laag inkomen wonen in een huurwoning. De monitor van TNO en CBS bevestigt dit beeld. Om huurders te helpen, is inzet op verduurzaming van huurwoningen daarom het belangrijkste. In mijn brief van 19 januari 2024 ging ik hier op in. U kon daarin onder meer lezen dat de woningcorporaties voortvarend aan de slag zijn met verduurzaming van huurwoningen. De Aedes benchmark van 2023 laat zien dat het aantal huurwoningen met een E, F of G label in 2022 met ongeveer 25% is afgenomen, van 247.000 woningen naar 180.000.

Voor de woningeigenaren met een laag of midden inkomen in een koopwoning laat de monitor van TNO en CBS zien dat zij de ISDE ook steeds beter weten te vinden, maar dat zij relatief minder vaak subsidie gebruiken dan woningeigenaren met een hoog inkomen4. Om kwetsbare woningeigenaren te helpen met verduurzamen, is in 2023 het Nationaal Isolatieprogramma van start gegaan met een lokale isolatie-aanpak van gemeenten. Daarnaast wordt het aanvragen van de ISDE vereenvoudigd, zoals ik verderop in deze brief toelicht.

Onderzoek naar verkort hypotheekadvies voor verduurzaming

KPMG heeft in opdracht van BZK de mogelijkheden onderzocht om tijd te besparen bij het hypotheekadvies voor verduurzaming5. Kort gezegd blijkt uit het onderzoek dat een tijdsbesparing van 3 uur per hypotheekadvies mogelijk is. Een uitgebreide weergave van de uitkomsten treft u aan in de bijlage. De hypotheek is een belangrijke financieringsoptie voor verduurzaming.

Reactie op rapport «Goed Geregeld»

Het Uitvoeringsoverleg Klimaatbeleid Gebouwde Omgeving6 bracht in juni 2023 het rapport «Goed geregeld» uit met voorstellen om de energietransitie te versnellen7. Het rapport is door het Uitvoeringsoverleg opgesteld naar aanleiding van een motie van de Kamerleden Bontenbal en Grinwis. De motie riep het kabinet op om de energietransitie in de gebouwde omgeving te «ontregelen»8.

Positief is dat de schrap- en verbetersessies laten zien dat er binnen de huidige regels al veel mogelijk is, en ook al gebeurt, om de uitvoering te versnellen. Het is belangrijk uitvoerders goed op de hoogte te stellen van de bestaande mogelijkheden.

De Uitvoeringstafel beveelt een betere uitwisseling van kennis en ervaringen aan. Dat gebeurt in overlegvorm, zoals in het Uitvoeringsoverleg, en online op de site volkshuisvestingnederland.nl. De regiostructuur van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) biedt de mogelijkheid om binnen de 30 (RES) regio’s kennis en ervaringen beter uit te wisselen, tussen gemeenten onderling maar ook met andere stakeholders in de warmtetransitie. In de komende maanden worden daar bestuurlijke bijeenkomsten georganiseerd, zogeheten doe-ateliers.

Verbeteringen instrumenten en regels

Het Uitvoeringsoverleg adviseert een aantal bestaande instrumenten en regels te verbeteren. De kernpunten van het uitvoeringsoverleg betreffen:

  • Vereenvoudiging en verbetering verduurzaming VvE’s

  • Natuurinclusief isoleren

  • Vereenvoudiging en toegankelijkheid van subsidies

  • Energiewetgeving: data effectiever inzetten

  • Omgevingswet

Vereenvoudiging en verbetering verduurzaming VvE’s

De voorstellen van het Uitvoeringsoverleg om de verduurzaming van de gebouwen van Verenigingen van Eigenaren te versnellen, zijn opgepakt in de Versnellingsagenda verduurzaming VvE’s, die in september 2023 is verschenen9. Om beter inzicht te krijgen in barrières en kansen voor de verduurzaming van VvE’s heeft BZK een gedragsonderzoek laten uitvoeren onder appartementseigenaren. Een aantal uitkomsten is opgenomen in bijlage 1 bij deze brief en het onderzoeksrapport is bij deze brief gevoegd.

Natuurinclusief isoleren

Voor de voorstellen van het Uitvoeringsoverleg inzake natuurinclusief isoleren verwijs ik naar mijn brieven van 4 oktober en 22 december 202310 waarin ik u heb geïnformeerd over de aanpak op dit punt.

Subsidies vereenvoudigen en aanvragen namens de woningeigenaar

Het Uitvoeringsoverleg adviseert een vereenvoudiging en verbeterde toegankelijkheid van het stelsel van subsidies. Hier wordt op drie manieren gevolg aan geven.

Gemeenten kunnen subsidie aanvragen en ontvangen namens woningeigenaar

Ten eerste kunnen gemeenten sinds 1 februari 2024 de ISDE subsidie aanvragen namens de woningeigenaar en ook het subsidiebedrag als gemeente ontvangen. De gemeente kan zo bijvoorbeeld woningeigenaren met een kleine portemonnee beter helpen in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma door zelf een deel van de rekening van de verduurzaming voor te financieren vanuit de Specifieke uitkering (SpUk) Lokale Aanpak Isolatie en achteraf per woning de aanvragen voor de ISDE in te dienen. Hierbij blijven de regels van de ISDE van toepassing. De precieze voorwaarden waaraan moet worden voldaan om van deze mogelijkheid gebruik te maken zijn te vinden via: www.rvo.nl/isde-gemeenten. Een handreiking voor gemeenten over deze werkwijze is bij deze brief gevoegd. RVO onderzoekt de mogelijkheden om in de toekomst een apart aanvraagportaal voor gemeenten te ontwikkelen waarbij de gemeenten meerdere aanvragen in een keer kunnen indienen.

Verdere verbetering website en aanvraagprocedure ISDE

Ten tweede worden de website en aanvraagprocedure van de ISDE continu verbeterd. Dit heeft onder andere geresulteerd in minder webpagina’s, duidelijkere taal en een snellere navigatie op de website. Andere verbeteringen zijn doorgevoerd in het aanvraagformulier, zoals het verbeteren van zogeheten helpteksten die aanvragers door het formulier leiden. Sinds 1 januari 2023 was het al mogelijk om subsidie aan te vragen voor 1 isolatiemaatregel.

Samenvoegen subsidies inpandige kosten warmtenetten onder regie gemeente

De derde verbetering heeft betrekking op collectieve aanpakken om een wijk op een warmtenet aan te sluiten. In mijn brief van 14 juli 2023 heb ik aangegeven dat het de bedoeling is dat de gemeente in de toekomst voor individuele woningeigenaren voor een heel warmtenetproject in één keer een aanvraag kan doen voor de inpandige kosten. De relevante partijen uit het Uitvoeringsoverleg worden bij de uitwerking betrokken. De inzet is dat de nieuwe regeling op 1 januari 2025 ingaat.

Energiewetgeving: data effectiever inzetten

Het Uitvoeringsoverleg adviseert om data over de energetische staat van woningen toegankelijker te maken. Het programma Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET) heeft de afgelopen periode naar aanleiding van concrete projectvoorstellen al veel knelpunten opgepakt. In de bijlage zijn deze opgesomd. Het Uitvoeringsoverleg signaleert in het advies ook dat op knelpunten ten aanzien van energieopslag en netcongestie actie wordt ondernomen. Dit zijn bekende grote vraagstukken waarvoor op verschillende manieren gewerkt wordt aan oplossingen. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat betrekt hier de relevante stakeholders uit het uitvoeringsoverleg bij.

Omgevingswet

Inzet op staalkaarten en maatlatten

Het uitvoeringsoverleg signaleert dat de komst van de Omgevingswet grote impact heeft op de uitvoering. Om mogelijke vertraging en onduidelijkheid bij de uitvoeringspraktijk te beperken wordt geadviseerd om zoveel mogelijk het gebruik van landelijk geaccepteerde maatlatten of staalkaarten, die richtlijnen of leidraden bevatten, te stimuleren.

Ik onderken het belang van goede bekendheid met de nieuwe regels en mogelijkheden van de Omgevingswet. Het interbestuurlijke programma «Aan de slag met de Omgevingswet» speelt daarbij een belangrijke rol en ondersteunt de implementatie van de wet in de praktijk, onder meer met bijeenkomsten, cursussen en voorbeelden. Zie daartoe: https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl. Ook het gebruik van staalkaarten en maatlatten kan een nuttige toepassing zijn bij het gebruik van de Omgevingswet. Er zijn inmiddels verschillende staalkaarten en maatlatten beschikbaar die gebruikt kunnen worden bij het opstellen van een omgevingsplan. Zo is er een staalkaart gericht op het thema energietransitie. Deze staalkaart biedt een representatief voorbeeldmodel van een omgevingsplan gericht op de energietransitie11. Een maatlat is een instrument om de kwaliteit van de leefomgeving te meten en te beoordelen. Een recent ontwikkelde maatlat is de Landelijke maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving12. Deze maatlat definieert wat klimaatadaptief ontwikkelen en inrichten is en hoe hier invulling aan gegeven kan worden. Het is een inhoudelijk kader, wat ook zorgt voor een landelijk gelijk speelveld. Het is nog geen verplichting. Medeoverheden hebben hun commitment uitgesproken om te stimuleren dat de maatlat zoveel mogelijk wordt toegepast in projecten.

Gebruik data Kadaster

Het uitvoeringsoverleg stelt dat aanschaffen van datasets per datapunt conform de Kadasterwet een te grote kostenpost is. Het Kadaster beheert of verstrekt een gedeelte van de data die gemeenten nodig hebben voor goede planvorming en monitoring van de energietransitie. Nagenoeg alle data die het Kadaster standaard kan verstrekken zijn kosteloos beschikbaar. Het gebruik van eigendomsgegevens uit de kadastrale registratie (BRK) is voor gemeenten kosteloos gemaakt via centrale arrangementen, met enkele uitzonderingen13. Gemeenten maken veel gebruik van de «BRK Levering».

Op 31 oktober jl. heeft de Minister van EZK mede namens mij de evaluatie van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (Wibon) naar de Tweede Kamer gestuurd14. In deze brief is aangegeven dat de Wibon zich nu primair richt op de reductie van graafschade. Tegelijkertijd is onderkend dat de druk op de ondergrond toeneemt als gevolg van onder andere de energietransitie en de aanleg van glasvezel en dat steeds meer publieke belangen in de ondergrond bij elkaar komen. Daarom zijn de Minister van EZK, de Minister van IenW en ik in gesprek om te zien of en hoe de Wibon ondersteuning kan bieden voor andere beleidsdoelen en de uitvoering van de toezichtstaken van andere overheidspartijen.

Bouwregelgeving

De schrap- en verbetersessies op het terrein van de bouwregelgeving hebben tot de conclusie geleid dat het van belang is het stelsel energieprestatie van gebouwen (EPG) op onderdelen beter te stroomlijnen. Geadviseerd is om de procedure te versnellen voor de toepassing van innovatieve technieken. Hierop is al een verbetering doorgevoerd. Sinds 1 juli 2023 mag binnen het stelsel gewerkt worden met andere gelijkwaardigheids- of kwaliteitsverklaringen dan die van Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG). Ook de software voor de BENG-berekeningen is aangepast op deze ruimere toepassing van innovaties.

Verder is aandacht gevraagd voor de lange doorlooptijden van vergunningen in relatie tot isolerende maatregelen. Hiervoor is op 1 januari 2024 een wijziging van de bouwregelgeving in werking getreden. De omgevingsvergunning is daarbij gesplitst in een technisch en ruimtelijk deel. Het aanbrengen van isolatie is voor het technische deel vergunningsvrij, ook indien het volume van het bouwwerk daardoor toeneemt. Het is aan de gemeente om te bepalen of voor het ruimtelijk deel (omgevingsplanactiviteit) nog een vergunning nodig is. De regels die de gemeente hierbij hanteert, moeten worden vastgelegd in het gemeentelijk omgevingsplan.

Tot slot wil ik naar aanleiding van de adviezen de vereenvoudiging van de uitvoering van verduurzamingsmaatregelen frequent onderwerp van gesprek laten zijn bij het Bouwberaad15.

Betrekken MKB bij een wijk- en buurtgerichte aanpak

Het uitvoeringsoverleg adviseert om het midden- en kleinbedrijf (MKB) onderdeel te laten zijn van het Nationaal Isolatieprogramma om een wijk/buurtgerichte aanpak te optimaliseren. Het is belangrijk om ondernemers handelingsperspectief te bieden om de juiste stappen te zetten. Daarom is het Ministerie van BZK samen met EZK aan de slag gegaan met een Ontzorgingsprogramma MKB en het Programma verduurzaming bedrijventerreinen (beoogde start mei 2024). Deze programma’s zijn gericht op het ontzorgen van de ondernemer, het verder aanjagen van de samenwerking tussen bedrijven op bedrijventerreinen en het in kaart brengen van de beschikbare lokale, regionale en landelijke regelingen voor het verduurzamen van het MKB. Kleine MKB’ers kunnen onder meer gebruik maken van de fiscale Energie Investeringsaftrek en de garantieregeling BMKB Groen. Het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) is gericht op het helpen van kwetsbare huishoudens. Het helpen van MKB’ers vanuit het NIP zou betekenen dat er minder budget overblijft voor de verduurzamingsopgave van kwetsbare huishoudens.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Bijlage 1

Onderzoek: verkort financieel hypotheekadvies mogelijk bij verduurzaming

Woningeigenaren die hun hypotheek willen verhogen voor de verduurzaming van hun woning, kunnen voor hun hypotheekadvies gebruik maken van een verkort (eenvoudiger) advies16 voor de financiering van de verduurzaming. De kaders voor dit verkorte advies worden verduidelijkt. Uit een onderzoek van KPMG blijkt dat dit een tijdsbesparing van 3 uur op kan leveren voor het hypotheekadvies.

Financieel adviseurs kunnen een belangrijke rol vervullen in het informeren en adviseren van consumenten over de financiering van het verduurzamen van de eigen woning. Verduurzaming draagt bij aan het beheersbaar houden van de energiekosten voor de woningeigenaar. In de praktijk worden woningeigenaren die verduurzamingsmaatregelen willen financieren door middel van een verhoging van hun bestaande hypotheek tot nu toe geconfronteerd met hoge advieskosten. De kosten van het advies staan dan vaak niet in verhouding tot het bedrag dat woningeigenaren willen lenen. Op dit moment is dienstverlening op maat (verkort advies) al mogelijk maar er ontbreekt een helder kader dat is toegespitst op verduurzaming. Daarom heb ik een onderzoek laten uitvoeren door KPMG. Het onderzoek geeft inzicht in de mogelijkheden om tijd te besparen bij het hypotheekadvies voor verduurzaming. Uitgangspunt blijft dat de kredietverstrekking verantwoord is en past binnen de leennormen. Op deze manier krijgen woningeigenaren die hun woning willen verduurzamen een verantwoord en betaalbaar advies. Het verkort advies is middels een pilot getest in de praktijk. Zowel adviseurs als hun klanten zijn positief. Gemiddeld wordt een tijdsreductie van drie uur gerealiseerd. Daardoor zal het advies naar verwachting voor woningeigenaren voordeliger worden. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) zal naar aanleiding van het onderzoek het visiedocument «Dienstverlening op maat» aanpassen. Hierdoor krijgen hypotheekadviseurs duidelijke handvatten voor de mogelijkheden voor dienstverlening op maat (verkort advies). KPMG geeft in het rapport enkele aanbevelingen om, onder andere, verdere tijdsreductie te realiseren. In overleg met de belanghebbenden zal ik deze aanbevelingen verder uitwerken.

Onderzoek motivatie VvE’s voor verduurzaming; barrières en kansen

Om VvE’s beter op weg te kunnen helpen is in 2023 een onderzoek gedaan naar de motivatie van en barrières die appartementseigenaren ervaren bij het verduurzamen van hun woning binnen een VvE. Uit dit onderzoek blijkt dat bijna alle VvE’s een verduurzamingsopgave hebben. 10 procent van de VvE’s heeft concrete plannen om in de komende 2 jaar te gaan verduurzamen. Nog eens een kwart heeft voornemens of doet onderzoek naar verduurzaming. De rest heeft geen plannen of is hiervan niet op de hoogte. Terwijl bijna iedereen een energiezuinige woning belangrijk vindt. Om tot verduurzaming van de VvE te komen is het hebben van een duurzaamheidscommissie of kartrekker(s) binnen de VvE een belangrijke motor. Ook is het van belang inzicht te hebben in de verduurzamingsmogelijkheden voor het gebouw. Verduurzaming gaat sneller als de individuele eigenaren de economische voordelen inzien of het tegengaan van klimaatverandering belangrijk vinden. Daarnaast kan een ondersteunende beheerder het proces versnellen. We zien ook dat bij kleinere, minder actieve, VvE-besturen verduurzaming niet (goed) van de grond komt. Een andere barrière voor VvE’s is het moeten nemen van unanieme besluiten. De VvE-Versnellingsagenda bevat voorstellen om VvE’s hier bij te helpen.

Effectievere inzet energiedata voor verduurzaming woningen

Het is voor uitvoerende partijen niet altijd mogelijk om data over gebouwen en energiegebruik eenvoudig te raadplegen. Het programma Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET) heeft de afgelopen periode naar aanleiding van concrete projectvoorstellen al een aantal knelpunten opgepakt:

  • Slimme meter data: Er lopen verschillende trajecten bij het CBS om meer inzicht te krijgen in energiegebruik op objectniveau via data van de netbeheerders om hier statistiek van te maken.

  • Aansluitdata gas: VIVET heeft onderzoek laten uitvoeren of aansluittype en aansluitcapaciteit juridisch moeten worden gecategoriseerd als persoonsgegevens. De aanbeveling van de landsadvocaat is om deze gegevens als persoonsgegevens te interpreteren. Verder is er onderzocht of het Planbureau voor de Leefomgeving deze gegevens mag ontvangen van netbeheerders. Het antwoord hierop is negatief. Een andere vraag was of deze gegevens via het CBS met PBL mogen worden gedeeld. Dit mag onder bepaalde voorwaarden in een beveiligde omgeving met geanonimiseerde data; zie hiervoor het advies «Data delen om de energietransitie te versnellen; mag dat?»17

  • Aansluitdata warmte: het CBS verzamelt, in afstemming met VIVET, steeds rijkere data over warmte. Via de Wet collectieve warmte zal worden geregeld dat de Autoriteit consument en markt data krijgt van warmtebedrijven.

  • Identificatie aansluiting koppelen aan basisregistraties: het heeft meerwaarde als de identificatie van een aansluiting (de EAN-code) wordt gekoppeld aan de (geo)basisregistraties. Hierdoor kunnen gegevens uit de basisregistraties beter worden gekoppeld aan het type aansluiting en het bijbehorende energieverbruik. Daarom is vanuit VIVET het verzoek gedaan aan EZK om het verplicht gebruik van (geo-)basisregistraties op te nemen in een ministeriële regeling (MR) die hoort bij de nieuwe Energiewet.

  • Bredere beschikbaarheid van data van het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC): het Kadaster stelt deze data ter beschikking. Om informatie-uitwisseling verder te verbeteren is het Kadaster partner in samenwerkingsverbanden met andere overheden, onder meer in het programma VIVET.


X Noot
1

TK 2022–2023, 32 847/32 813, nr. 1067.

X Noot
2

Een deel van de toekenningen uit 2023 heeft betrekking op maatregelen die in 2022 zijn uitgevoerd. De cijfers gaan over het gebruik van de subsidie.

X Noot
3

Dit geldt voor zover sprake was van een geldig energielabel. Een deel van de subsidies was voor een woning zonder geldig energielabel. Naar verwachting zijn dat vooral oudere woningen.

X Noot
4

Van de woningeigenaren met een inkomen in de laagste decielgroep gebruikte 1,46% de ISDE in de eerste helft van 2023. Van de woningeigenaren in de middelste decielgroepen trok het gebruik van de ISDE het meest aan in vergelijking met 2022, tot boven de 2% in de eerste helft van 2023. In de hoogste decielgroepen gebruikte iets meer dan 3% de ISDE in de eerste helft van 2023.

X Noot
6

Het Uitvoeringsoverleg Klimaatbeleid Gebouwde Omgeving (UGO) verbindt maatschappelijke partijen en overheden om de uitvoering van de energietransitie in de gebouwde omgeving te versnellen.

X Noot
8

TK 2022–2023, 32 813, nr. 1105.

X Noot
9

Kamerstukken II, 2022/2023, 30 196 en 32 847, nr. 817.

X Noot
10

Kamerstukken II, 32 847 en 32 813, nr. 1132 respectievelijk 32 847, nr. 1102.

X Noot
11

Staalkaart Omgevingsplan – Aan de slag met de Omgevingswet. https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/publish/library/219/2018-11-staalkaart_energietransitie.pdf

X Noot
14

Kamerstukken II 2023/2024, 34 739, nr. 12

X Noot
15

Het Bouwberaad is een platform van ministeries en partijen uit de bouwketen (zie Volkshuisvestingnderland.nl).

X Noot
16

De AFM spreekt over dienstverlening op maat in plaats van «verkort advies».

X Noot
17

Data delen om de energietransitie te versnellen; mag dat? • Realisatie IBDS (pleio.nl)

Naar boven