32 842 Wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 september 2014

In haar vergadering van 8 juli 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie in de rondvraag gesproken over de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt (32 842).

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 11 juli 2014 een brief gestuurd.

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 5 september 2014 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, K. van Dooren

BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2014

In haar vergadering van 8 juli 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie in de rondvraag gesproken over de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt (32 842). Gelet op het feit dat een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer is verplaatst naar 10 september 2014, oordeelde de commissie het passend het plenaire debat over het wetsvoorstel uit te stellen tot 7 oktober 2014. Niettemin leeft er in de commissie een gevoel van urgentie over de problematiek rond de productie van hennep in Nederland.

Een grote groep burgemeesters ziet met lede ogen aan dat steeds meer inwoners bij de productie van hennep worden betrokken en zo in de armen van criminele organisaties worden gedreven. Het pleidooi dat deze burgemeesters bij u hebben gehouden, heeft niet geleid tot een gewijzigd inzicht bij u. De commissie is van mening dat het bij behoorlijke bestuurlijke verhoudingen hoort dat de regering een open oor heeft voor de gemeenten in Nederland. Zij verzoekt u en uw ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) met klem om de door de burgemeesters geschetste problematiek serieus te nemen en met hen in contact te treden teneinde tot een oplossing van de problemen te komen.

Voorts nodigt de commissie u en uw ambtgenoot van BZK uit voor een mondeling overleg op 9 september 2014 teneinde van u beiden te vernemen wat u reeds gedaan heeft om de problemen die gemeenten rond het softdrugsbeleid ervaren, op te lossen en wat u op dit vlak voornemens bent in concreto te doen, zowel qua proces als qua inhoud.

Mocht de regering hiertoe de commissie van schriftelijke informatie willen voorzien, dan zou zij deze graag uiteraard vóór het gesprek op 9 september ontvangen.

Een gelijkluidende brief is verzonden naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A.W. Duthler

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2014

Per brief van 11 juli 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie verzocht met mijn ambtsgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en mij in mondeling overleg te treden op 9 september 2014. De commissie verzoekt in dit overleg te vernemen wat er gedaan is om de problemen die gemeenten rond het softdrugsbeleid ervaren op te lossen, en wat wij op dit vlak nog voornemens zijn te doen. Middels deze brief reageer ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op Uw schrijven en informeer ik U nader over de aanpak van deze problematiek en de samenwerking met gemeenten op dit vlak.

Laat ik vooropstellen dat ik het bestuur als een zeer belangrijke partner beschouw in de gezamenlijke aanpak van criminaliteit en overlast. Over het coffeeshopbeleid en de veranderingen daarin, die onder het vorige kabinet zijn ingezet, is vanaf het begin dan ook intensief contact geweest met alle betrokken gemeenten. In het huidige beleid wordt nadrukkelijk de ruimte gegeven aan lokaal maatwerk als het gaat om het ingezetenencriterium voor het bezoeken van coffeeshops. Voor wat betreft de regulering van hennepteelt heeft er in 2013, op verzoek van de Tweede Kamer, een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden van gemeentelijke plannen met betrekking tot gereguleerde hennepteelt. In vervolg daarop heb ik alle burgemeesters die een reactie hebben ingestuurd, uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek. Het resultaat daarvan, inclusief een reactie op aangedragen argumenten, is neergeslagen in mijn brief aan de Tweede Kamer van 18 december 2013 (Kamerstuk 24 077, nr. 314). Deze brief heb ik uw Kamer doen toekomen op 23 januari 2014, als bijlage bij de tweede nadere memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Strafbaarstelling voorbereiding illegale hennepteelt (Kamerstuk I 32 842 nr. F).

Daarnaast zijn de argumenten die door gemeenten zijn aangevoerd ter onderbouwing van hun plannen uitgebreid behandeld en becommentarieerd in het, in mijn opdracht, door een onafhankelijke externe partij, uitgevoerde onderzoek «Internationaal recht en cannabis, Een beoordeling op basis van VN-drugsverdragen en EU-drugsregelgeving van gemeentelijke en buitenlandse opvattingen pro regulering van cannabisteelt», van Prof. Dr. P.H.P.H.M.C van Kempen en Mr. M.I. Fedorova van de Radboud Universiteit Nijmegen, dat ik 21 maart 2014 aan de Tweede Kamer heb gezonden (Kamerstuk 24 077, nr. 316). Dit rapport is ter uwer informatie bij deze brief gevoegd.

Ook buiten de gesprekken over de ingestuurde reacties onderhoud ik regelmatig contact met burgemeesters van coffeeshopgemeenten en van gemeenten die drugsoverlast en drugscriminaliteit ervaren, juist omdat ik de ernst van de problematiek volledig onderschrijf. Er is dan ook sprake van een continue en uitvoerige gedachtewisseling en overleg op verschillende niveaus met de betrokken gemeenten, van een grondige beoordeling van alle door gemeenten opgestelde plannen en de onderliggende argumentatie én van een onafhankelijke toets aan de internationaalrechtelijke juridische verplichtingen. Alles overziende heb ik daarbij moeten vaststellen dat ik met een aantal burgemeesters van inzicht verschil over wat de meest effectieve en daarmee gewenste aanpak kan en moet zijn. Het antwoord op de problematiek moet mijns inziens niet gevonden worden in regulering van de teelt, maar in een krachtige en gezamenlijke aanpak van criminaliteit en overlast. In dit standpunt word ik gesteund door het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie. Zoals reeds eerder aangegeven ga ik graag nogmaals in gesprek met gemeenten om te kijken hoe we de huidige aanpak nog krachtiger kunnen maken.

In voorbereiding op het mondeling overleg van 9 september waarin u, zoals in het schriftelijke verzoek aangegeven, graag verneemt op welke wijze de softdrugsproblematiek wordt aangepakt, schets ik hier kort een aantal kernaspecten van deze aanpak.

De huidige aanpak zet in op het geïntegreerd tegengaan van hennepteelt en andere vormen van ondermijnende criminaliteit. Door het samenwerken van gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en Belastingdienst, daarin ondersteund door de Regionale Informatie- en ExpertiseCentra (RIECs), zijn de verschillende diensten steeds beter in staat informatie te delen, gezamenlijk keuzes te maken en als één overheid te interveniëren. In dit verband wijs ik u op de Verantwoording aanpak georganiseerde criminaliteit 2013 en het jaarverslag RIEC/LIEC 2013, die op 16 juli 2014 naar de Tweede Kamer zijn gezonden en te uwer informatie zijn bijgevoegd. Hieruit blijkt onder meer dat het aantal projectmatige onderzoeken naar grootschalige hennepteelt en de hoeveelheid aangepakte criminele samenwerkingsverbanden het afgelopen jaar wederom zijn gestegen en dat ook binnen de RIECs elk jaar meer casussen door politie, Openbaar Ministerie, gemeenten en Belastingdienst op een geïntegreerde wijze worden behandeld. Het is met voortzetting en intensivering van deze werkwijze dat het kabinet de georganiseerde criminaliteit terug wil dringen en beheersen. Ook het wetsvoorstel Strafbaarstelling voorbereiding illegale hennepteelt, dat nu ter plenaire behandeling in Uw Kamer ligt, vormt een belangrijke bijdrage in de strijd tegen de illegale hennepteelt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven