32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 275 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2022

Met deze brief geef ik invulling aan mijn toezegging op 6 juli jl. om de Kamer te informeren over de voortgang van de in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) afgesproken voornemens voor de lokale publieke omroepen. Ik wil u hiermee informeren over de doelen die ik met belanghebbenden gezamenlijk nastreef. Daarnaast ga ik in op de samenwerking tussen de verschillende lagen binnen het omroepbestel. Deze brief vormt de opmaat naar mijn Visiebrief toekomstgericht bestel lokale omroepen, die ik in het voorjaar naar uw Kamer stuur.

1 Naar een nieuwe lokale omroep

De kwaliteitsverbetering van lokale omroepen door professionalisering en samenwerking vormt de komende jaren één van de speerpunten van mijn beleid.

Lokale publieke omroepen, huis-aan-huisbladen, regionale dagbladen, regionale publieke omroepen en lokale nieuwswebsites voorzien in aanbod van lokaal nieuws en verbinden lokale gemeenschappen. Het is van groot belang voor het lokale publieke debat en voor de lokale democratie dat mensen weten wat er lokaal speelt. De lokale omroepsector wordt nu echter geconfronteerd met financiële uitdagingen. De omroepen zijn daarnaast in financiële zin vaak afhankelijk van gemeenten. Door die afhankelijkheid kan spanning ontstaan op de rol van de omroep als waakhond van de lokale democratie.

Het kabinet wil de lokale journalistiek beter in staat stellen zijn werk te doen en heeft de ambitie om de lokale publieke omroep te professionaliseren. Lokale omroepen moeten hun informerende, controlerende, democratische en agenderende functies goed uit kunnen oefenen. Daarvoor zijn financiële stabiliteit en voldoende professionele journalisten randvoorwaardelijk. Professionele lokale omroepen kunnen met voldoende middelen en slagkracht journalistiek aanbod van hoge kwaliteit produceren. Dit zal het gehele omroepbestel ten goede komen.

Verschillende onderzoeken en rapporten, waaronder het onderzoeksrapport «De staat van de lokale nieuws en informatievoorziening 2022» van het Commissariaat voor de Media1, laten zien dat er weliswaar verschillen bestaan in het aanbod en bereik van de lokale media in grotere en kleinere gemeenten, maar dat interesse in lokaal nieuws onder gebruikers juist overeenkomt. De conclusies van het rapport sterken mij in het idee dat de lokale informatievoorziening beter moet, zodat iedereen in Nederland toegang heeft tot goede lokale journalistiek.

Daarom werk ik met het Ministerie van BZK, de VNG, NLPO en het Commissariaat voor de Media aan een nieuw lokaal omroepbestel vanaf 2025.

Met deze partijen heb ik overeenstemming bereikt over de contouren van dat nieuwe, versterkte lokale omroepbestel. Deze beoogde wijzigingen leiden nu nog niet tot een eindbeeld, maar laten de gezamenlijke inzet zien voor de doelen die we willen bereiken.

2 Beoogde wijzigingen van het bestel

De lokale omroepen staan aan de vooravond van grote veranderingen die hun positie zullen verstevigen. Mijn streven is een nieuw bestel in 2025 door middel van een aanpassing van de Mediawet met daarin een nieuwe aanwijzings-procedure te realiseren. Ook betekent dit een nieuwe financieringssystematiek en een coördinerend orgaan voor alle lokale omroepen. Zorgvuldigheid, uitvoerbaarheid en draagvlak zijn de belangrijkste randvoorwaarden in dit wetgevingstraject.

2.1 Professionalisering en kwaliteit

Op dit moment zijn er circa 240 lokale omroeporganisaties. Professionalisering en een nieuwe financieringssystematiek zullen inhouden dat er op termijn minder lokale omroepen zijn, die een groter gebied bedienen. Door meer financiële armslag en schaalvergroting bij de lokale omroepen kunnen zij hun taken met een hogere journalistieke en organisatorische kwaliteit uitvoeren. Het is aan de sector om dat te organiseren. Dat kan op verschillende manieren.

Zo zetten de NLPO en de VNG met hun streekomroepenkaart al jaren in op het realiseren van fusies of samenwerkingen waarmee het verzorgingsgebied van een omroep vergroot wordt. Ik wil naast het model van streekomroepvorming ruimte blijven bieden voor maatwerk en alternatieven waarmee de «nieuwe» lokale omroep de aansluiting met de samenleving in een streek kan realiseren.

Een nieuw toetsingskader voor lokale publieke omroepen in de Mediawet moet uiteindelijk de mogelijkheid bieden om hogere eisen te stellen aan lokale omroepen. Die eisen wil ik samen met de omroepen vormgeven.

In de aanloop daarnaartoe blijf ik met gerichte investeringen werken aan verdere professionalisering en ontwikkeling van de sector en aan verdere samenwerking met de regionale en landelijke omroepen. Hiervoor is in 2023 € 15,9 miljoen beschikbaar. De belangrijkste maatregelen waar de middelen voor worden ingezet zijn de tijdelijke regeling professionalisering (€ 9,6 miljoen), de samenwerking tussen NLPO, RPO en NOS (€ 2 miljoen) en de overgang naar digitale radiodistributie (€ 1,8 miljoen).

2.2 Financiering

Ik ga met de extra investeringen uit het coalitieakkoord de financiering van lokale publieke omroepen vanaf 2025 structureel verhogen. Vanuit de rijksbegroting zal er worden voorzien in een basisbekostiging voor lokale omroepen, dit in plaats van de huidige financiering vanuit het gemeentefonds. Dat geeft omroepen meerjarige zekerheid over hun financiering en een onafhankelijkere positie ten opzichte van gemeenten. Daarbovenop komt uit de rijksbegroting een aanvullend deel, dat mogelijk via de gemeenten wordt uitgekeerd. Ik zal er ook hier op toezien dat er geen ongewenste afhankelijkheid ontstaan. De uitvoerbaarheid van het model toets ik in de komende maanden samen met de gemeenten. Ik neem in het voorjaar van 2023 een definitief besluit over de vormgeving van dit bekostigingsmodel, inclusief de overheveling en het totaal beschikbare budget die ik uiteenzet in de eerdergenoemde visiebrief.

2.3 Onafhankelijkheid

Media moeten onafhankelijk kunnen opereren. Uiteraard zal niet vanuit het Rijk worden bepaald wat goed programmabeleid is. Dat is aan de omroepen zelf. En via zelfregulering kunnen zij invulling geven aan verdere onafhankelijkheid en kwaliteit bij het uitvoeren van hun publieke taak. Het gaat dan onder andere over de rol die het interne programmabeleidbepalend orgaan heeft bij het toetsen van onafhankelijkheid van de gehele programmering.

2.4 Band gemeenten

De band tussen de lokale publieke omroep en de lokale overheid gaat over meer dan alleen financiering. In de meeste gemeenten is er regelmatig contact met lokale media zodat de informatievoorziening over wat er leeft en speelt binnen de lokale gemeenschap, snel en compleet is. Dit moet behouden blijven en waar nodig versterkt. Maar in de wet moet duidelijker worden wat er precies van gemeenten wordt verwacht. Daartoe wordt hun rol in de aanwijzingsprocedure opnieuw gedefinieerd.

2.5 Aanwijzingsprocedure

De procedure waarin een organisatie tot lokale omroep voor een gemeente wordt aangewezen, wordt herzien. Onder de huidige Mediawet wordt getoetst of een omroep beschikt over rechtspersoonlijkheid, statutair gericht is op het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op bevrediging van maatschappelijke behoeften in de gemeente(n) waarvoor zij is aangewezen en of zij beschikt over een statutair vastgelegd programmabeleidbepalend orgaan, dat representatief moet zijn voor de stromingen binnen de gemeente.

Om goed onderbouwd te kunnen besluiten over de aanwijzing van een omroep wil ik met de samenwerkende partijen duidelijkere, scherpere en beter toetsbare toegangscriteria opstellen. In de toekomstige wet- en regelgeving wordt ook de rolverdeling tussen het Commissariaat, NLPO en de gemeente verhelderd. Daarbij verduidelijken we dan tevens de aanwijzingsprocedure in geval van competitie bij meerdere aanvragers voor dezelfde gemeente(n).

2.6 Rol sectororganisatie

Mijn voornemen is dat de NLPO zodanig wordt omgevormd dat deze kan zorgen voor sturing en coördinatie tussen de lokale omroepen. Het versterken van het coördinerende orgaan is ook nodig om op bestuurlijk niveau de samenwerking met de andere lagen binnen het publieke bestel goed vorm te geven, als ook de bestuurlijke relatie met OCW.

3 Samenwerking binnen het bestel

De samenwerking tussen lokale, regionale en landelijke publieke omroepen is erg belangrijk en ben ik verder aan het versterken. Er zijn in de afgelopen periode al mooie resultaten geboekt, maar de gezamenlijke journalistieke potentie kan nog verder worden benut.

NOS, RPO en NLPO willen door de opgedane ervaringen in de eerdere projecten hun samenwerking bestendigen. Gezamenlijk doen de partijen het voorwerk voor een «Publiek Journalistiek Huis», een projectorganisatie waarbinnen de drie lagen van het publieke journalistieke bestel intensiever samenwerken en elkaar versterken. De drie lagen zijn partners van elkaar: de grote naamsbekendheid en het vertrouwen dat de NOS geniet, de hoge waardering die de regionale omroepen van kijkers en luisteraars krijgen en de grote kennis van alle netwerken in de lokale gemeenschap bij de lokale omroepen. Dit vult elkaar aan.

De meerwaarde die het project «Versterking Lokale Journalistiek door Samenwerking» heeft laten zien, zal worden meegenomen in de opbouw van het Huis. Het Huis zal de functie van het project overnemen, waarbij wordt voortgebouwd op de lessen die zijn opgedaan in eerdere jaren. Zij zullen daarbij tevens inzetten op het behoud van zoveel mogelijk journalisten uit de tijdelijke projecten van afgelopen jaren voor de lokale journalistiek.

Ik juich deze ontwikkeling toe en ben bereid daarin meerjarig te investeren. Vanuit de beschikbare middelen uit het coalitieakkoord heb ik hiervoor in 2023 en 2024 middelen gereserveerd (zie bijlage 1: financieel overzicht). Ik ben met de drie partijen in gesprek over hun doelen en de wijze waarop zij hun afspraken hierover in de dagelijkse praktijk van de omroepen en nieuwsredacties gaan brengen.

4 Proces

Met deze contouren werk ik in de komende fase, samen met de genoemde partijen aan het ontwerpen van het nieuwe bestel. In het voorjaar van 2023 zal ik de Kamer in een visiebrief mijn plannen presenteren over de verdere uitwerking van een toekomstgericht lokaal omroepbestel en de wijze waarop dit moet landen in wetgeving en implementatie.

5 Tot slot

Lokale omroepen staan al midden in de lokale samenleving, maar zij verdienen het om hun belangrijke werk nog beter te kunnen doen. Daarom wil ik nu zorgen voor een versterking van de lokale journalistiek door de lokale publieke omroep te vernieuwen. De acties die ik voorstel, dragen bij een aan sterker, krachtiger en beter omroepbestel op lokaal niveau.

Kwaliteitsverbetering van lokale omroepen en samenwerkingen binnen het publieke bestel komen tot stand als de opgave uit het coalitieakkoord samen met de partijen in het veld wordt uitgevoerd. Ik ben NLPO, VNG en het Commissariaat voor de Media erkentelijk voor hun inzichten en vind het belangrijk dat we tot een gedeeld beeld zijn gekomen over de contouren voor de toekomst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu

Naar boven