Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2022
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap om een stand van zaken rond de professionalisering van de lokale
publieke omroepen. Uw Kamer ontvangt ook een brief met een reactie op een viertal
toezeggingen, die door mijn ambtsvoorgangers gedaan zijn tijdens de wetgevingsoverleggen
inzake Cultuur en Media van 22 november, respectievelijk 29 november 2021 (Kamerstuk
35 925 VIII, nr. 154).
Zoals al eerder aan uw Kamer is medegedeeld, loopt de pilot via het Stimuleringsfonds
voor de Journalistiek (SvdJ) per 1 maart 2022 af. Na afloop van de pilotperiode ontvangt
u een evaluatie, uitgevoerd door het SvdJ.
Een tussenevaluatie, die met de mediabegrotingsbrief in november 2021 aan uw Kamer
is verzonden (Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 111), gaf reeds een goed inzicht voor een eventueel vervolg. Gesteund door de opdracht
uit het coalitieakkoord, wens ik mij in te spannen voor de verdere professionalisering
van lokale publieke omroepen.
Zoals aangegeven in het coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77) zal dit kabinet extra investeren in lokale media. Mijn inzet zal ik voor de zomer
uitgebreider met uw Kamer delen, zoals ook al aangekondigd in de planningsbrief met
de uitwerking van het coalitieakkoord op het terrein van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.1 Ik zal dan ingaan op de opdracht uit het coalitieakkoord, ook zal ik dan een reactie
aan uw Kamer sturen op het adviesrapport Lokale Media: niet te missen van de Raad voor Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur.2
Een onderdeel van mijn aanpak, zo is mijn voornemen, is een project met een nieuwe
regeling om de ingeslagen weg van professionalisering uit te breiden. Ik neem mij
voor om een groot onderdeel van de professionaliseringsaanpak te baseren op de per
1 maart te beëindigen pilot. Het doel zal daarbij verschuiven van leren over professionalisering
naar het borgen ervan bij meer omroepen dan in de pilot. Alle omroepen kunnen met
deze regeling meedingen, op basis van een plan. Op deze manier worden kansen gecreëerd
voor alle omroepen om zich (verder) te kunnen professionaliseren. Ik wil bezien of
het mogelijk is om terugwerkende kracht te kunnen toepassen voor de deelnemers uit
de te beëindigen pilot, als dat mogelijk is binnen de juridische en budgettaire kaders.
Mijn verwachting is dat het SvdJ voor de zomer een subsidieregeling open kan stellen,
hierbij wordt gestreefd naar versnelling waar mogelijk. Ik zal de Kamer informeren
zodra er concreter zicht is op een vervolg. De evaluatie van de pilot zult u zo snel
als mogelijk is ontvangen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu