32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2019

Uw Kamer heeft tijdens het ordedebat van 29 januari jl. verzocht om een kamerbrief over de toekomst van de fotojournalistiek (Handelingen II 2018/19, nr. 46, item 27). Met deze brief ga ik, mede namens de Minister van OCW, in op uw verzoek.

Onafhankelijke nieuwsvoorziening, in schrift en beeld, door kritische journalisten, is essentieel voor het goed functioneren van onze democratie. Journalisten hebben een wezenlijke controlerende en agenderende rol in de samenleving. Er is vakmanschap voor nodig om die rol goed in te vullen. Vorig jaar heb ik met veel journalisten mogen spreken in de opmaat naar de uitwerking van het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Ik ben onder de indruk van hun expertise, kennis en toewijding aan hun werk.

Het zijn roerige tijden voor de journalistieke sector; het lees- en kijkgedrag van consumenten verandert, er komen nieuwe media-aanbieders op de markt en de technologische middelen om nieuws te maken zijn nog nooit zo groot geweest. Dat heeft ook zijn weerslag op de journalistieke arbeidsmarkt. Ik vind het belangrijk dat journalisten onder redelijke voorwaarden een boterham kunnen verdienen met hun werk. De staking van fotojournalisten op 25 januari jl. geeft het signaal af dat dit wat hen betreft niet het geval is.

Net als de Minister van OCW, onderschrijf ik het belang van faire honoraria in de culturele en de creatieve sector. Er wordt hard gewerkt aan de Arbeidsmarktagenda Culturele en Creatieve sector. Een van de maatregelen van de Arbeidsmarktagenda is de Fair Practice Code, waarin werkgevers en werknemers of opdrachtnemers met elkaar afspreken wat een eerlijke werkpraktijk is. Ik zie veel potentie in deze code, ook voor de journalistieke sector, en roep de verschillende belanghebbenden op om gezamenlijk te werken aan de uitwerking van de code.

Voor het Kabinet staat het belang van een goed werkende arbeidsmarkt vast, waarbij werkenden gelijke kansen hebben. Het Kabinet wil met een breed pakket aan maatregelen de arbeidsmarkt weer in balans brengen. In het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) zijn diverse maatregelen opgenomen die in het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in Balans (de WAB)1 nader zijn uitgewerkt en ook maatregelen die zien op het werken als zelfstandige.2 De Minister van SZW en de Staatssecretaris van FIN zullen uw Kamer voor de zomer informeren over de voortgang van de uitwerking van de ZZP-maatregelen.

Specifiek voor de creatieve en culturele sector onderzoek ik, samen met de Minister van OCW, hoe we collectieve onderhandeling door freelancers mogelijk kunnen maken, zonder dat het in strijd is met Europese mededingingsregels. Dit naar aanleiding van de motie van de leden Ellemeet en Asscher.3 De Minister van OCW heeft in haar brief «Voortgang Cultuur in een open samenleving»4 toegezegd uw Kamer uiterlijk in het voorjaar hierover te informeren. Ik wil daar nu niet op vooruit lopen.

Het werk van (foto-)journalisten is niet alleen gericht op het dagelijkse nieuws. Juist door diepgravende onderzoeksjournalistiek te bedrijven, en een gezicht te geven aan complexe onderwerpen, dragen zij bij aan het naar boven halen van verhalen, feiten en meningen die anders niet gehoord worden. Het Kabinet hecht veel belang aan het stimuleren van de onderzoeksjournalistiek in Nederland. Daarom is er in het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) structureel jaarlijks EUR 5 mln. beschikbaar gesteld om de onderzoeksjournalistiek in Nederland te bevorderen. Hiertoe hebben het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten in 2018 regelingen in het leven geroepen om onderzoeksjournalistieke redacties en projecten te ondersteunen en om talentontwikkeling binnen de onderzoeksjournalistiek te stimuleren. De effectiviteit van de plannen wordt goed gemonitord en geëvalueerd met beide fondsen. Mijn voornemen is om de middelen structureel grotendeels op dezelfde manier in te zetten.

In een samenleving waarin vrijheid van meningsuiting en de daaruit voortkomende persvrijheid een belangrijk recht en een groot goed is, erkent het Kabinet met de bovenstaande maatregelen het belang van gedegen en onafhankelijk journalistiek werk, waaronder dat van fotojournalisten. Daarbij is het aan de ketenpartijen in de journalistieke sector om met elkaar afspraken te maken over redelijke tarieven. Ik wil eenieder daartoe oproepen om elkaar met open vizier tegemoet te treden.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 35 074, nr. 2.

X Noot
2

Kamerstuk 31 311, nr. 212.

X Noot
3

Kamerstuk 32 820, nr. 225.

X Noot
4

Kamerstuk 32 820, nr. 274.

Naar boven