10 (1992) Nr. 13

A. TITEL

Verdrag betreffende de Europese Unie;

(met Protocollen)

Maastricht, 7 februari 1992

B. TEKST

De Nederlandse tekst van het Verdrag, met Protocollen, is geplaatst in Trb. 1992, 74. Zie ook Trb. 1997, 74 en Trb. 1998, 12.

Voor wijzigingen van het Verdrag en enkele Protocollen zie de rubrieken J van Trb. 1998, 12, Trb. 2003, 151 en Trb. 2004, 122 en rubriek B van Trb. 2007, 114.

Het Verdrag en de Protocollen zijn gewijzigd bij het in rubriek J hieronder genoemde Verdrag van 13 december 2007. Voor de Nederlandse tekst van het Verdrag, zoals gewijzigd, en de Protocollen, gewijzigd en nieuw, die bij het Verdrag en de in rubriek J genoemde EG-verdragen van 1957 horen, zie Trb. 2008, 53.

Voor verdere correcties en voor de Nederlandse tekst van het op 20 december 2007 tot stand gekomen Besluit 2008/79/EG van de Raad houdende wijziging van het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie, zie Trb. 2010, 41.

Voor correcties van het Verdrag van 13 december 2007 zie Trb. 2010, 43 en Trb. 2010, 174.

Voor de Nederlandse tekst van het op 23 juni 2010 tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de overgangsbepalingen zie Trb. 2010, 245.


Op 11 augustus 2012 is te Brussel een Verordening tot stand gekomen tot wijziging van het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie. De Nederlandse tekst1) van de Verordening luidt als volgt:


Verordening (EU, Euratom) nr. 741/2012 van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van bijlage I daarbij

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 257, eerste en tweede alinea, en artikel 281, tweede alinea,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, lid 1,

Gezien het verzoek van het Hof van Justitie,

Gezien het advies van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure2),

Overwegende hetgeen volgt:

  • 1. Teneinde de betrokkenheid van alle rechters in de beslissingen van de grote kamer van het Hof van Justitie te vergroten, dient het aantal rechters dat van deze formatie deel kan uitmaken, te worden uitgebreid en dient de automatische betrokkenheid van al de presidenten van de kamers van vijf rechters te worden afgeschaft.

  • 2. De quorums van de grote kamer en de voltallige zitting moeten dienovereenkomstig worden aangepast.

  • 3. De verzwaring van de taken die aan de president van het Hof van Justitie en de president van het Gerecht toekomen, noopt tot de instelling bij elk van deze gerechten van het ambt van vicepresident, die tot taak heeft de president in de uitoefening van zijn taken bij te staan.

  • 4. Ten gevolge van de geleidelijke uitbreiding van zijn bevoegdheden sinds de instelling ervan, wordt het Gerecht in een steeds groter aantal zaken aangezocht.

  • 5. Het aantal zaken dat bij het Gerecht aanhangig wordt gemaakt, is groter dan het aantal zaken dat deze jaarlijks berecht, met als gevolg dat het aantal bij het Gerecht aanhangige zaken aanzienlijk is toegenomen en de duur van de procedures langer is geworden.

  • 6. Er is een blijvende noodzaak om de vertragingen als gevolg van de zware werklast van het Gerecht aan te pakken, en het is dan ook passend ervoor te ijveren dat maatregelen worden doorgevoerd voordat de leden van het Gerecht gedeeltelijk worden vervangen in 2013.

  • 7. Gelet op de gedeeltelijke vervanging van de leden van het Hof van Justitie op 7 oktober 2012 en in overeenstemming met de brief van de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 mei 2012, dienen in eerste instantie alleen de wijzigingen van het statuut betreffende de organisatie van het Hof van Justitie en het Gerecht te worden vastgesteld. Beoordeling van het deel van het door het Hof van Justitie gedane verzoek dat betrekking heeft op de samenstelling van het Gerecht zal op een later tijdstip plaatsvinden.

  • 8. Gezien de spoed waarmee een oplossing voor de goede werking ervan moet worden gevonden, moeten de wijzigingen betreffende het Gerecht voor ambtenarenzaken tegelijk met de wijzigingen betreffende het Hof van Justitie worden vastgesteld.

  • 9. Om ervoor te zorgen dat de gespecialiseerde rechtbanken op bevredigende wijze kunnen blijven functioneren bij afwezigheid van een rechter die, zonder zich in een toestand van invaliditeit te bevinden, die als volledig wordt beschouwd, langdurig niet aan de berechting van zaken kan deelnemen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om aan deze rechtbanken rechter-plaatsvervangers toe te voegen.

  • 10. Het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en bijlage I daarbij dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

Hebben de volgende verordening vastgesteld:

Artikel 1

Het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 9 bis

De rechters wijzen uit hun midden, voor drie jaar, de president en de vicepresident van het Hof van Justitie aan. Deze zijn herbenoembaar.

De vicepresident staat de president van het Hof bij overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering. Hij vervangt de president ingeval deze verhinderd is of het presidentschap vacant is.”.

  • 2. In artikel 16 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De grote kamer bestaat uit vijftien rechters. Zij wordt voorgezeten door de president van het Hof. Voorts maken van de grote kamer deel uit de vicepresident van het Hof en, overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering, drie van de presidenten van de kamers van vijf rechters en andere rechters.”.

  • 3. In artikel 17 worden de derde en de vierde alinea vervangen door:

    „De beslissingen van de grote kamer zijn geldig wanneer elf rechters tegenwoordig zijn.

    De in voltallige zitting genomen beslissingen van het Hof zijn geldig wanneer zeventien rechters tegenwoordig zijn.”.

  • 4. In artikel 20 wordt de vierde alinea vervangen door:

    „De mondelinge behandeling omvat het horen door het Hof van de gemachtigden, raadslieden en advocaten, en van de advocaat-generaal in zijn conclusie, benevens, zo nodig, het horen van getuigen en deskundigen.”.

  • 5. In artikel 39 wordt de tweede alinea vervangen door de volgende twee alinea's:

    „De in de eerste alinea bedoelde bevoegdheden kunnen door de vicepresident van het Hof van Justitie worden uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering.

    Bij verhindering van de president en de vicepresident worden deze vervangen door een andere rechter overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering.”.

  • 6. In artikel 47 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „Artikel 9, eerste alinea, artikel 9 bis, de artikelen 14 en 15, artikel 17, eerste, tweede, vierde en vijfde alinea, en artikel 18 zijn van overeenkomstige toepassing op het Gerecht en de leden ervan.”.

  • 7. Aan artikel 62 quater wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Het Europees Parlement en de Raad kunnen, handelend overeenkomstig artikel 257 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aan de gespecialiseerde rechtbanken rechter-plaatsvervangers toevoegen om bij afwezigheid rechters te vervangen die, zonder zich in een toestand van volledige invaliditeit die als volledig wordt beschouwd, te bevinden, langdurig niet aan de berechting van zaken kunnen deelnemen. In dat geval stellen het Europees Parlement en de Raad de voorwaarden waaronder de rechter-plaatsvervangers worden benoemd, de rechten en plichten van deze rechters, nadere regels met betrekking tot het uitoefenen van hun ambt en de omstandigheden die de ambtsuitoefening van deze rechters beëindigen, vast.”.

Artikel 2

In artikel 2 van bijlage I bij het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt de huidige tekst lid 1 en wordt het volgende lid toegevoegd:

  • „2. Aan de in lid 1, eerste alinea, bedoelde rechters worden rechter-plaatsvervangers toegevoegd om bij afwezigheid rechters te vervangen, die, zonder zich in een toestand van invaliditeit die als volledig wordt beschouwd, te bevinden, langdurig niet aan de berechting van zaken kunnen deelnemen.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Punten 1, 2, 3, 5 en 6 van artikel 1 zijn van toepassing vanaf de eerstvolgende gedeeltelijke vervanging van de rechters als bedoeld in de eerste alinea van artikel 9 van het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

GEDAAN te Brussel, 11 augustus 2012.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1993, 51 en 159 en rubriek J van Trb. 2004, 122.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 1993, 51 en Trb. 2007, 114.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1993, 51, Trb. 2007, 114 en Trb. 2010, 41.

De Verordening van 11 augustus 2012 is ingevolge artikel 3 op 1 september 2012 in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de Verordening alleen voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor verwijzingen en overige verdragsgegevens Trb. 1992, 74, Trb. 1993, 51, Trb. 1993, 159, Trb. 1994, 28, Trb. 1997, 74, Trb. 1998, 12, Trb. 2003, 151, Trb. 2004, 122, Trb. 2007, 114, Trb. 2008, 53, Trb. 2010, 41 en Trb. 2010, 248.

Verbanden

Titel

:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

Rome, 25 maart 1957

Laatste Trb.

:

Trb. 2012, 181

     

Titel

:

Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

Lissabon, 13 december 2007

Laatste Trb.

:

Trb. 2012, 146

     

Titel

:

Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie;

Brussel, 9 december 2011

Tekst

:

Trb. 2012, 24 (Nederlands)

Laatste Trb.

:

Trb. 2012, 55 (correcties)

Overige verwijzingen

Titel

:

Handvest van de Verenigde Naties;

San Francisco, 26 juni 1945

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 176

     

Titel

:

Verdrag van economische, sociale en culturele samenwerking en collectieve zelfverdediging tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland;

Brussel, 17 maart 1948

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 177

     

Titel

:

Protocol tot wijziging en aanvulling van het Verdrag van Brussel;

Parijs, 23 oktober 1954

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 178

     

Titel

:

Protocol betreffende de status van vluchtelingen;

New York, 31 januari 1967

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 203

     

Titel

:

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

Oporto, 2 mei 1992

Laatste Trb.

:

Trb. 2012, 46


In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de wijziging van 11 augustus 2012 van het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie zal zijn bekendgemaakt in Nederland (het Europese deel) op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de vierde oktober 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. ROSENTHAL


X Noot
1)

De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tjechische en de Zweedse tekst zijn niet opgenomen.

De tekst van de Verordening is tevens gepubliceerd in Pb. EU L 228 van 23 augustus 2012, blz. 1-3.

X Noot
2)

Standpunt van het Europees Parlement van 5 juli 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 24 juli 2012.

Naar boven