34 (2007) Nr. 6

A. TITEL

Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

(met Protocollen, Bijlagen, Slotakte en Verklaringen)

Lissabon, 13 december 2007

B. TEKST

De Nederlandse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2008, 11. Voor correcties zie Trb. 2010, 43, Trb. 2010, 174 en Trb. 2012, 9.


De Nederlandse tekst van het op 23 juni 2010 te Brussel tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie gehechte Protocol betreffende de overgangsbepalingen is geplaatst in Trb. 2010, 245.


Op 13 juni 2012 is te Brussel een Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon tot stand gekomen. De Nederlandse tekst1) luidt als volgt:


Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

het Koninkrijk België,

de Republiek Bulgarije,

de Tsjechische Republiek,

det Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Republiek Estland,

Ierland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

de Italiaanse Republiek,

de Republiek Cyprus,

de Republiek Letland,

de Republiek Litouwen,

het Groothertogdom Luxemburg,

Hongarije,

Malta,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Republiek Polen,

de Portugese Republiek,

Roemenië,

de Republiek Slovenië,

de Slowaakse Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

hierna de “hoge verdragsluitende partijen” genoemd,

Herinnerend aan het besluit van de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Europese Raad bijeen op 18-19 juni 2009, over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon;

Herinnerend aan de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders, in het kader van de Europese Raad bijeen op 18-19 juni 2009, dat zij, wanneer het volgende toetredingsverdrag wordt gesloten, de bepalingen van dat besluit in een protocol zouden opnemen, dat overeenkomstig de respectieve constitutionele voorschriften van hun staten aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal worden gehecht;

Gezien de ondertekening door de hoge verdragsluitende partijen van het Verdrag tussen de hoge verdragsluitende partijen en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie;

Hebben overeenstemming bereikt over de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gehecht:

TITEL I RECHT OP LEVEN, GEZIN EN ONDERWIJS

Artikel 1

Geen enkele bepaling van het Verdrag van Lissabon waarbij een juridische status wordt toegekend aan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en geen enkele bepaling van dat verdrag op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht doet afbreuk aan de reikwijdte of toepasbaarheid van de bescherming van het recht op leven in artikel 40, lid 3, eerste, tweede en derde alinea, de bescherming van het gezin in artikel 41 en de bescherming van de rechten met betrekking tot onderwijs in artikel 42 en artikel 44, lid 2, vierde en vijfde alinea, als vervat in de Ierse grondwet.

TITEL II FISCALE AANGELEGENHEDEN

Artikel 2

Geen bepaling van het Verdrag van Lissabon verandert, op welke wijze en voor welke lidstaat ook, iets aan de reikwijdte of werking van de bevoegdheden van de Europese Unie met betrekking tot belastingen.

TITEL III VEILIGHEID EN DEFENSIE

Artikel 3

Het internationale optreden van de Unie berust op de beginselen van de democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en de ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en de naleving van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationale recht.

Het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Unie is een integrerend deel van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en voorziet de Unie van een operationeel vermogen om buiten het grondgebied van de Unie missies uit te voeren met het oog op vredeshandhaving, conflictpreventie en versterking van de internationale veiligheid overeenkomstig de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.

Dit laat het veiligheids- en defensiebeleid van iedere lidstaat, ook van Ierland, en de verplichtingen van de lidstaten onverlet.

Het Verdrag van Lissabon heeft geen gevolgen voor en doet geen afbreuk aan het traditionele Ierse beleid van militaire neutraliteit.

Het is aan de lidstaten - waaronder Ierland, in een geest van solidariteit en zonder afbreuk te doen aan zijn traditionele neutraliteitsbeleid - om te bepalen wat de aard van de hulp of bijstand is die zal worden verleend aan een lidstaat die getroffen wordt door een terroristische aanval of op zijn grondgebied gewapenderhand wordt aangevallen.

Ieder besluit tot instelling van een gemeenschappelijke defensie moet met eenparigheid van stemmen door de Europese Raad worden genomen. Het is aan de lidstaten, waaronder Ierland, om overeenkomstig het Verdrag van Lissabon en hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen te besluiten of al dan niet een gemeenschappelijke defensie wordt ingesteld.

Niets in deze titel heeft gevolgen voor of doet afbreuk aan het standpunt of het beleid van een andere lidstaat inzake veiligheid en defensie.

Het is ook aan elke lidstaat om overeenkomstig het Verdrag van Lissabon en eventuele interne rechtsvoorschriften te besluiten al dan niet aan de permanente gestructureerde samenwerking of het Europees Defensieagentschap deel te nemen.

Het Verdrag van Lissabon voorziet niet in de oprichting van een Europees leger of dienstplicht in een militaire formatie.

Het Verdrag laat het recht van Ierland of iedere andere lidstaat om de aard en de omvang van zijn defensie- en veiligheidsuitgaven en de aard van zijn defensievermogens te bepalen, onverlet.

Het is aan Ierland of iedere andere lidstaat om conform eventuele interne rechtsvoorschriften te besluiten om al dan niet aan een militaire operatie deel te nemen.

TITEL IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 4

Dit protocol blijft tot en met 30 juni 2012 openstaan voor ondertekening door de hoge verdragsluitende partijen.

Dit protocol wordt bekrachtigd door de hoge verdragsluitende partijen, en in het geval dat dit protocol op de datum van toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie niet in werking is getreden, door de Republiek Kroatië, overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Regering van de Italiaanse Republiek.

Het treedt indien mogelijk in werking op 30 juni 2013, mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de lidstaat die als laatste deze handeling verricht.

Artikel 5

Dit protocol, opgesteld in één exemplaar, in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd in het archief van de regering van de Italiaanse Republiek, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toezendt aan de regeringen der andere lidstaten.

Zodra de Republiek Kroatië overeenkomstig artikel 2 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië door dit protocol is gebonden, wordt de Kroatische tekst van dit protocol, die gelijkelijk authentiek is als de in eerste alinea bedoelde teksten, nedergelegd in het archief van de regering van de Italiaanse Republiek, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toezendt aan de regeringen van de andere lidstaten.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit protocol hebben geplaatst.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2010, 43 en Trb. 2012, 9.


Het Protocol van 13 juni 2012 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

E. PARTIJGEGEVENS

Verdrag van Lissabon

Zie Trb. 2008, 111 en Trb. 2010, 43.

Protocol van 23 juni 2010

Zie Trb. 2010, 245 en Trb. 2012, 9.

Protocol van 13 juni 2012

Bekrachtiging is voorzien in artikel 4, tweede alinea.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

16-05-12

         

Bulgarije

16-05-12

         

Cyprus

16-05-12

         

Denemarken

16-05-12

         

Duitsland

21-05-12

         

Estland

16-05-12

         

Finland

16-05-12

         

Frankrijk

30-05-12

         

Griekenland

13-06-12

         

Hongarije

16-05-12

         

Ierland

16-05-12

         

Italië

16-05-12

         

Letland

16-05-12

         

Litouwen

16-05-12

         

Luxemburg

16-05-12

         

Malta

07-06-12

         

Nederlanden, het Koninkrijk der

16-05-12

         

– Nederland:

           

 – in Europa

           

 – Bonaire

           

 – Sint Eustatius

           

 – Saba

           

– Aruba

           

– Curaçao

           

– Sint Maarten

           

Oostenrijk

16-05-12

         

Polen

30-05-12

         

Portugal

16-05-12

         

Roemenië

16-05-12

         

Slovenië

16-05-12

         

Slowakije

16-05-12

         

Spanje

16-05-12

         

Tsjechië

21-05-12

         

Verenigd Koninkrijk

16-05-12

         

Zweden

16-05-12

         

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2010, 43 en Trb. 2012, 9.


De bepalingen van het Protocol van 13 juni 2012 zullen ingevolge artikel 4, derde alinea, indien mogelijk in werking treden op 30 juni 2013, mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de lidstaat die als laatste deze handeling verricht.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2008, 11, Trb. 2010, 43, Trb. 2010, 245 en Trb. 2012, 9.

Titel

:

Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie;

Brussel, 9 december 2011

Tekst

:

Trb. 2012, 24 (Nederlands)

Laatste Trb.

:

Trb. 2012, 55

Uitgegeven de dertiende augustus 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. ROSENTHAL


X Noot
1)

De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse tekst zijn niet opgenomen.

Naar boven