ARTIKEL I
De Regeling voertuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling van ‘aanhangwagen’ wordt ‘voertuigcategorie O’ vervangen door:
voertuigcategorie O, R of S,.
2. In de begripsbepalingen van ‘aanhangwagen met een stijve dissel’ en ‘dolly’ wordt
‘het carrosserietype’ vervangen door: carrosserietype.
3. In de begripsbepalingen van ‘ambulance’, ‘gelede bus’ en ‘gepantserd voertuig’ vervalt:
als bedoeld in richtlijn 2007/46/EG.
4. De begripsbepaling van ‘carrosserietype’ komt te luiden:
- carrosserietype:
-
carrosserietype als bedoeld in bijlage II, deel C, paragraaf 1, bij richtlijn 2007/46/EG;
5. De begripsbepaling van ‘massa in rijklare toestand voor voertuigen van de voertuigcategorie
L’ komt te luiden:
- massa in rijklare toestand voor voertuigen van de voertuigcategorie L:
-
massa van het voertuig als bedoeld in artikel 5 van verordening (EU) 168/2013;
6. De begripsbepaling van ‘massa ledig voertuig voor voertuigen van de voertuigcategorie
L’ komt te luiden:
- massa ledig voertuig voor voertuigen van de voertuigcategorie L:
-
-
a. massa van het voertuig zoals vermeld in de goedkeuring; of
-
b. indien niet vermeld in de goedkeuring, massa van het voertuig in rijklare toestand,
verminderd met:
-
1°. 7 kg voor voertuigen met de voertuigclassificatie L1e, L2e, L3e, L4e of L6e;
-
2°. 100 kg voor voertuigen met de voertuigclassificatie L5e of L7e;
7. De begripsbepaling van ‘massa in rijklare toestand voor voertuigen van de voertuigcategorie
T’ vervalt.
8. De begripsbepaling van ‘onderdeel’ komt te luiden:
- onderdeel:
-
onderdeel als bedoeld in richtlijn 2007/46/EG, verordening (EU) 167/2013 of verordening
(EU) 168/2013;
9. De begripsbepaling van ‘systeem’ komt te luiden:
- systeem:
-
systeem als bedoeld in richtlijn 2007/46/EG, verordening (EU) 167/2013 of verordening
(EU) 168/2013;
10. De begripsbepaling van ‘technische eenheid’ komt te luiden:
- technische eenheid:
-
technische eenheid als bedoeld in richtlijn 2007/46/EG, verordening (EU) 167/2013
of verordening (EU) 168/2013;
11. In de begripsbepaling van ‘verwisselbare getrokken machine’ wordt onder vervanging
van de puntkomma aan het slot door een punt, een volzin toegevoegd, luidende:
In ieder geval wordt als verwisselbare getrokken machine aangemerkt een voertuig van
de voertuigcategorie S en een voertuig dat blijkens het kentekenregister een verwisselbare
getrokken machine is;
12. In de begripsbepaling van ‘voertuig van de voertuigcategorie O’ wordt ‘voertuigen’
vervangen door: voertuig.
13. De begripsbepaling van ‘voertuig van de voertuigcategorie T’ komt te luiden:
- voertuig van de voertuigcategorie T:
-
voertuig als bedoeld in artikel 4, eerste tot en met achtste lid, van verordening
(EU) 167/2013;
14. De begripsbepaling van ‘voertuigen van de voertuigcategorie L’ vervalt.
15. De begripsbepalingen van ‘voertuigen van de voertuigcategorie M’ en ‘voertuigen van
de voertuigcategorie N’ vervallen.
16. In alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen in de alfabetische
rangschikking ingevoegd:
- massa in rijklare toestand voor voertuigen van de voertuigcategorieën T, C, R en S:
-
onbeladen massa in rijklare toestand van het voertuig als bedoeld in artikel 2 van
verordening (EU) 2015/208;
- subcategorie:
-
subcategorie als bedoeld in bijlage II, deel A, paragraaf 5, bij richtlijn 2007/46/EG;
- voertuig van de voertuigcategorie C:
-
voertuig als bedoeld in artikel 4, negende lid, van verordening (EU) 167/2013;
- voertuig van de voertuigcategorie L:
-
voertuig als bedoeld in artikel 4 van verordening (EU) 168/2013;
- voertuig van de voertuigcategorie M:
-
voertuig als bedoeld in bijlage II, deel A, paragraaf 1.1, bij richtlijn 2007/46/EG;
- voertuig van de voertuigcategorie N:
-
voertuig als bedoeld in bijlage II, deel A, paragraaf 1.2, bij richtlijn 2007/46/EG;
- voertuig van de voertuigcategorie R:
-
voertuig als bedoeld in artikel 4, tiende tot en met veertiende lid, van verordening
(EU) 167/2013;
- voertuig van de voertuigcategorie S:
-
voertuig als bedoeld in artikel 4, vijftiende tot en met zeventiende lid, van verordening
(EU) 167/2013;
B
Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsbepalingen van ‘richtlijn 2002/24/EG’ en ‘richtlijn 2003/37/EG’ vervallen.
2. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 2007/46/EG’ wordt ‘richtlijn nr. 2007/46/EG’
vervangen door ‘Richtlijn 2007/46/EG’, ‘Raad van de Europese Unie’ door ‘Raad’ en
‘PbEU L 263’ door: PbEU 2007, L 263.
3. De begripsbepalingen van ‘verordening (EG) 715/2007’ en ‘verordening (EG) 595/2009’
vervallen.
4. Na de begripsbepaling van ‘richtlijn 2007/46/EG’ wordt een drietal begripsbepalingen
toegevoegd, luidende:
- verordening (EU) 167/2013:
-
Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari
2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen
(PbEU 2013, L 60);
- verordening (EU) 168/2013:
-
Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari
2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen
en vierwielers (PbEU 2013, L 60);
- verordening (EU) 2015/208:
-
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/208 van de Commissie van 8 december 2014 ter aanvulling
van Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
functionele veiligheidsvoorschriften voor de goedkeuring van landbouw- en bosbouwvoertuigen
(PbEU 2015, L 42).
C
In de artikelen 1.3, eerste lid, en 1.4, wordt ‘EG-richtlijn’ vervangen door: EU-richtlijn.
D
In artikel 1.4 wordt ‘EG-verordening’ vervangen door: EU-verordening.
E
In de artikelen 3.1, eerste lid, 3.2, eerste en tweede lid, 3.10, tweede lid, onderdeel
a, 3.13, eerste en tweede lid, 3.16, eerste en tweede lid, 3.18, eerste en tweede
lid, 3.25, eerste lid, aanhef, 11.1, eerste en tweede lid, en 11.2, wordt ‘EG-typegoedkeuring’
vervangen door: EU-typegoedkeuring.
F
In de artikelen 3.1, eerste lid, 3.2, derde lid, 3.20, eerste en tweede lid, 3.21,
eerste en tweede lid, en 3.25, derde lid, aanhef, wordt ‘EG-kleine serie typegoedkeuring’
vervangen door: EU-kleine serie typegoedkeuring.
G
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘De in dit hoofdstuk vermelde categorieën voertuigen’
vervangen door: Voertuigen van de voertuigcategorieën L, M, N, O, T, C, R en S,.
2. In het derde lid wordt na ‘het eerste lid’ een komma ingevoegd en wordt ‘subonderdeel
d, van de wet’ vervangen door: onder d, van de wet,.
H
In artikel 3.2, vierde lid, wordt na ‘voertuigen voor speciale doeleinden van de voertuigcategorieën
M, N en O’ een komma ingevoegd.
I
De artikel 3.3 en 3.4 komen te luiden:
Artikel 3.3
Voertuigen van de voertuigcategorie L moeten voor het verkrijgen van een nationale
kleine serie typegoedkeuring voldoen aan bijlage IV.
Artikel 3.4
Voertuigen van de voertuigcategorieën T, C, R en S moeten voor het verkrijgen van
een nationale kleine serie typegoedkeuring voldoen aan bijlage IV.
J
Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. De Dienst Wegverkeer kan een voorlopige EU-typegoedkeuring als bedoeld in artikel
20 van richtlijn 2007/46/EG verlenen aan voertuigen, systemen, onderdelen, technische
eenheden, uitrustingsstukken of voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en
passagiers, indien hierin nieuwe technologieën of nieuwe concepten zijn toegepast
die onverenigbaar zijn met EU-richtlijnen, EU-verordeningen of VN/ECE-reglementen.
2. In het tweede lid vervalt: bij deze regeling.
K
In artikel 3.6 vervallen het eerste en tweede lid, alsmede de aanduiding ‘3.’ voor
het derde lid.
L
Artikel 3.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘voertuigcategorieën L, M, N, O en T’ vervangen
door: voertuigcategorieën L, M, N, O, T en C, alsmede voertuigen met een door de constructie
bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/h van de voertuigcategorieën R en S,.
2. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. In afwijking van het eerste lid, mogen voertuigen met de voertuigclassificatie M1 of N1 die in grote series worden geproduceerd in of voor derde landen en niet of niet langer
dan zes maanden zijn geregistreerd, voldoen aan bijlage IV, deel I, aanhangsel 2,
bij richtlijn 2007/46/EG.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
M
In artikel 3.8 wordt de zinsnede ‘de eisen genoemd in Bijlage IV bij deze regeling’
vervangen door: de eisen, genoemd in bijlage IV,.
N
Artikel 3.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. Een systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingsstuk of voorziening ter bescherming
van weggebruikers en passagiers dat bedoeld is om deel uit te maken van een voertuig
van de voertuigcategorie M, N of O en waarvoor onafhankelijk van een voertuig een
typegoedkeuring kan worden verleend, moet voor het verkrijgen van een EU-typegoedkeuring
voldoen aan de voorschriften van de relevante EU-richtlijnen, EU-verordeningen en
VN/ECE-reglementen opgenomen in bijlage IV of XI van richtlijn 2007/46/EG.
2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot
tweede tot en met vijfde lid.
3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘bijlage VA’ vervangen door: bijlage Va.
4. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bijlage VB’ vervangen door: bijlage Vb.
5. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:
-
4. Een reminrichting of stuurinrichting die is bedoeld om deel uit te maken van een
voertuig van de voertuigcategorie M, N of O, moet voor het verkrijgen van een nationale
typegoedkeuring voldoen aan de voor het desbetreffende onderdeel relevante voorschriften
opgenomen in bijlage IV, deel I, bij richtlijn 2007/46/EG, waarbij de fabrikant tot
tevredenheid van de Dienst Wegverkeer aantoont dat aan de essentiële voorschriften
van de regelgeving is voldaan.
6. In het vijfde lid (nieuw) wordt na ‘wet’ een komma ingevoegd en vervalt: bij deze
regeling.
O
Artikel 3.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘EG-richtlijn’ vervangen door: EU-richtlijnen en EU-verordeningen.
2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘EG-typegoedkeuringsinstantie’ vervangen door:
EU-typegoedkeuringsinstantie.
P
In hoofdstuk 3, afdeling 7, wordt in het opschrift van paragraaf 1, ‘EG-typegoedkeuring’
vervangen door: EU-typegoedkeuring.
Q
In de artikelen 3.16, tweede lid, en 3.18, tweede lid, wordt de zinsnede ‘richtlijn
2002/24/EG, 2003/37/EG of 2007/46/EG’ vervangen door: richtlijn 2007/46/EG.
R
In artikel 3.18, derde lid, wordt de zinsnede ‘richtlijn 2002/24/EG, 2003/37/EG of
2007/46/EG,’ vervangen door: richtlijn 2007/46/EG.
S
Artikel 3.23a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt: bij deze regeling.
2. In het derde lid wordt ‘de eisen uit artikel 5, tweede lid, van bijlage XII, bij
deze regeling’ vervangen door ‘de eisen, genoemd in artikel 5, tweede lid, van bijlage
XII,’ en ‘geaccrediteerdvoor’ door: geaccrediteerd voor.
T
Artikel 3.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de zinsnede: voor voertuigen van de voertuigcategorieën
M, N, O en L.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘richtlijn 2002/24/EG en 2007/46/EG’ vervangen
door: richtlijn 2007/46/EG.
U
Artikel 3.24a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘voertuigcategorie’ vervangen door: voertuigcategorieën.
2. In het derde lid wordt ‘voertuigcategorie L en T’ vervangen door: voertuigcategorieën
L, T en C, alsmede voor voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid
van meer dan 25 km/h van de voertuigcategorieën R en S,.
V
Artikel 3.25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede ‘richtlijn 2002/24/EG, 2003/37/EG
of 2007/46/EG,’ vervangen door: richtlijn 2007/46/EG.
2. Het eerste en derde lid worden als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘bijzondere EG-richtlijn,’ vervangen door: EU-richtlijn of EU-verordening.
b. In onderdeel b wordt ‘artikel 3.26, eerste tot en met zesde lid’ vervangen door:
artikel 3.26, eerste en tweede lid,.
3. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘2007/46/EG,’ vervangen door: richtlijn 2007/46/EG.
W
In artikel 3.25a, aanhef, wordt de zinsnede ‘zijn geldigheid indien’ vervangen door:
haar geldigheid, indien.
X
Artikel 3.26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste tot en met derde lid vervallen onder vernummering van het vierde tot en
met zesde lid tot eerste tot en met derde lid.
2. In het eerste en tweede lid (nieuw) wordt na ‘voorwaarden’ een komma ingevoegd.
3. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
-
3. Met betrekking tot het opnemen van voertuigen van de voertuigcategorieën L, M, N,
O, T, C, R en S in een restantvoorraad, moet worden voldaan aan de in bijlage VII
opgenomen voorschriften.
Y
De artikelen 4.1 en 4.2 komen te luiden:
Artikel 4.1
Het is verboden nieuwe voertuigen van de voertuigcategorieën L, M, N, O, T, C, R en
S die op grond van richtlijn 2007/46/EG, verordening (EU) 167/2013 of verordening
(EU) 168/2013 moeten beschikken over een EU-typegoedkeuring te verkopen of in het
verkeer te brengen, indien deze voertuigen niet over een EU-typegoedkeuring beschikken.
Artikel 4.2
-
1. Het is verboden een nieuw onderdeel dat of een nieuwe technische eenheid die bedoeld
is om deel uit te maken van een voertuig van de voertuigcategorieën, genoemd in artikel
4.1, te verkopen of in het verkeer te brengen, indien dat onderdeel of die technische
eenheid:
-
a. niet voldoet aan de voorschriften van de relevante EU-richtlijnen en EU-verordeningen
opgenomen in bijlage IV of XI van richtlijn 2007/46/EG, bijlage I van verordening
(EU) 167/2013, en bijlage II en V tot en met VIII van verordening (EU) 168/2013, of
de relevante VN/ECE-reglementen; of
-
b. niet is voorzien van het krachtens de relevante EU-richtlijn of EU-verordening, of
krachtens het relevante VN/ECE-reglement vereiste typegoedkeuringsmerk.
-
2. Het eerste lid is niet van toepassing op onderdelen of technische eenheden die:
-
a. speciaal worden gebouwd of ontworpen voor nieuwe voertuigen die niet vallen onder
de richtlijnen en verordeningen, bedoeld in het eerste lid;
-
b. zijn bedoeld voor montage op voertuigen voor speciale doeleinden van de voertuigcategorieën
M, N en O waarvoor uit hoofde van de artikel 3.2, tweede lid, typegoedkeuringen zijn
verleend die betrekking hebben op het desbetreffende onderdeel of de desbetreffende
technische eenheid;
-
c. zijn bedoeld voor montage op voertuigen van de voertuigcategorieën L, M, N, O, T en
C waarvoor uit hoofde van onderscheidenlijk de artikelen 3.2, derde lid, 3.3 en 3.4
typegoedkeuringen zijn verleend die betrekking hebben op het desbetreffende onderdeel
of de desbetreffende technische eenheid; of
-
d. zijn bedoeld voor montage op voertuigen van de voertuigcategorieën L, M, N, O, T en
C, alsmede voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer
dan 25 km/h van de voertuigcategorieën R en S, waarvoor uit hoofde van artikel 3.7
individuele goedkeuringen zijn verleend.
Z
De artikelen 5.2.10a en 5.3.10a worden als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
2. Het vierde lid komt te luiden:
4.
|
De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie,
van een CNG-tank, mag niet verstreken zijn.
|
Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten
behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
|
AA
In artikel 5.2.15, tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, onderdeel a, wordt ‘twee jaar’
vervangen door: 24 maanden.
AB
In de artikelen 5.2.50 en 5.3.50, in de kolommen ‘Eisen’ en ‘Wijze van keuren’, alsmede
in bijlage VIII, artikel 112, eerste lid, wordt ‘EG-typegoedkeuringsmerk’ vervangen
door: EU-typegoedkeuringsmerk.
AC
In artikel 5.3.50, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt na ‘aanwezig is’ een komma
ingevoegd.
AD
Artikel 5.5.10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 2 en 3: visuele controle.
2. Het vierde en vijfde lid komen te luiden:
4.
|
De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie,
van een CNG-tank, mag niet verstreken zijn.
|
Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten
behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
|
5.
|
Op de CNG-installatie mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten dan die, welke
strikt noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de motor van het voertuig,
met uitzondering van een verwarmingsinstallatie ten behoeve van de personenruimte
of laadruimte.
|
Visuele controle.
|
AE
Artikel 5.5.51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De kolom ‘Eisen’ wordt als volgt gewijzigd:
ii. De onderdelen f tot en met i worden geletterd e tot en met h.
b. De kolom ‘Wijze van keuren’ komt te luiden:
Leden 1 en 2: visuele controle.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘onderdelen d en g’ vervangen door:
onderdelen d en f.
3. In het derde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘onderdelen a, b, c, f, g en i’ vervangen
door: onderdelen a, b, c, e, f en h.
AF
In artikel 5.5.53, tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt: en waarschuwingsknipperlichten.
AG
Artikel 5.5.57, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De kolom ‘Eisen’ wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel h vervalt: en waarschuwingsknipperlichten.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, wordt
een tweetal onderdelen toegevoegd, luidende:
2. De kolom ‘Wijze van keuren’ komt te luiden:
-
– Onderdelen a tot en met m, alsmede p en q: visuele controle.
-
– Onderdelen n en o: visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.
AH
Artikel 5.5.59 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 tot en met 5’ vervangen
door: Leden 1 tot en met 6.
2. In het vierde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘zijrichtingaanwijzers’ vervangen door:
extra richtingaanwijzers, extra zijrichtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten,.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
AI
Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef komt te luiden:
Bij wijziging in de constructie van een voertuig waardoor de onderstaande voertuiggegevens
wijzigen en na deze wijziging niet meer overeenstemmen met het kentekenregister, moet
het voertuig voldoen aan de in bijlage IV voor het betrokken voertuig opgenomen eisen,
voor zover die eisen verband houden met de aangebrachte wijziging:
b. Onderdeel x komt te luiden:
2. In het tweede lid, aanhef, wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.
AJ
Artikel 6.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Bij wijziging van de onderstaande voertuigonderdelen, moet het voertuig voldoen aan
de in bijlage IV voor het betrokken voertuig opgenomen eisen, voor zover die eisen
verband houden met de aangebrachte wijziging:
2. Het tweede lid komt te luiden:
3. Het vierde lid komt te luiden:
AK
Artikel 6.5 komt te luiden:
Artikel 6.5
Indien een snelheidsbegrenzer wordt aangebracht, afgesteld of verzegeld in bedrijfsauto’s
of bussen van de categorieën, genoemd in de artikelen 5.3.15, tweede lid, respectievelijk
5.3a.15, tweede lid, moeten deze voertuigen voldoen aan de in bijlage IV opgenomen
eisen, voor zover die eisen verband houden met de aangebrachte wijziging.
AL
De artikelen 6.7 en 6.8 komen te luiden:
Artikel 6.7
Indien een koppeling wordt aangebracht op bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa
van meer dan 3.500 kg of bussen met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500
kg, moeten deze voertuigen voldoen aan de in bijlage IV opgenomen eisen, voor zover
die eisen verband houden met de aangebrachte wijziging.
Artikel 6.8
Indien de vering van een aanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan
3.500 kg wordt gewijzigd, moet het voertuig voldoen aan de in bijlage IV opgenomen
eisen, voor zover die eisen verband houden met de aangebrachte wijziging.
AM
Artikel 8.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de begripsbepaling van ‘wegweerstand’, wordt ‘richtlijn nr.
95/1/EG’ vervangen door ‘Richtlijn 95/1/EG’ en ‘PbEG L 52’ door: PbEG 1995, L 52.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 2004/22/EG’ wordt ‘richtlijn nr. 2004/22/EG’
vervangen door ‘Richtlijn 2004/22/EG’ en ‘PbEG L 135’ door: PbEU 2004, L 135.
b. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 70/157/EEG’ wordt ‘richtlijn nr. 70/157/EEG’
vervangen door ‘Richtlijn 70/157/EEG’ en ‘PbEG L 42’ door: PbEG 1970, L 42.
AN
In artikel 8.3.13, eerste lid, wordt ‘artikel 1.1, derde lid, onderdeel b, van bijlage
XII’ vervangen door: artikel 8, derde lid, onderdeel b, van de Regeling erkenning
en keuringsbevoegdheid APK.
AO
In artikel 8.4.7, derde lid, wordt de zinsnede ‘het temperatuurgebied als bedoeld
in artikel 3.4, vierde lid’ vervangen door: het temperatuurgebied, bedoeld in artikel
8.3.4, vierde lid.
AP
In artikel 8.4.8, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede ‘de controle als bedoeld
in artikel 4.3, onderdeel c’ vervangen door: de controle, bedoeld in artikel 8.4.3,
onderdeel c.
AQ
Bijlagen IIIb en IIIc vervallen.
AR
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
BIJLAGE IV, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 3.2, VIERDE LID, 3.3, 3.4 EN 3.7, EERSTE LID
2. De ondertitel komt te luiden:
Nationale kleine serie typegoedkeuring en individuele goedkeuring van voertuigen van
de voertuigcategorieën L, M, N, O, T, C, R en S
3. Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 72/245/EEG’ wordt ‘richtlijn nr. 72/245/EEG’
vervangen door ‘Richtlijn 72/245/EEG’, ‘Raad van de Europese Gemeenschappen’ door
‘Raad’ en ‘PbEG L 152’ door: PbEG 1972, L 152.
b. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 77/541/EEG’ wordt ‘richtlijn nr. 77/541/EEG’
vervangen door ‘Richtlijn 77/541/EEG’, ‘Raad van de Europese Gemeenschappen’ door
‘Raad’ en ‘PbEG L 220’ door: PbEG 1977, L 220.
c. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 97/24/EG’ wordt ‘richtlijn nr. 97/24/EG’ vervangen
door ‘Richtlijn 97/24/EG’, ‘Raad van de Europese Unie’ door ‘Raad’ en ‘PbEG L 226’
door: PbEG 1997, L 226.
d. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 2001/85/EG’ wordt ‘richtlijn nr. 2001/85/EG’
vervangen door ‘Richtlijn 2001/85/EG’, ‘Richtlijn nr. 70/156/EEG’ door ‘Richtlijn
70/156/EEG’, ‘richtlijn 97/27/EG’ door ‘Richtlijn 97/27/EG’ en ‘PbEG L 42’ door: PbEG
2002, L 42.
e. Na de begripsbepaling van ‘richtlijn 2001/85/EG’ wordt onder vervanging van de punt
aan het slot van die begripsbepaling door een puntkomma, een zestal begripsbepalingen
toegevoegd, luidende:
- richtlijn 2002/24/EG:
-
Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende
de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van Richtlijn
92/61/EEG van de Raad (PbEG 2002, L 124);
- verordening (EU) 3/2014:
-
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 3/2014 van de Commissie van 24 oktober 2013 tot
aanvulling van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad
betreffende functionele veiligheidsvoorschriften voor de goedkeuring van twee- of
driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2014, L 7);
- verordening (EU) 44/2014:
-
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 44/2014 van de Commissie van 21 november 2013 ter
aanvulling van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de voertuigconstructie en algemene voorschriften voor de goedkeuring van
twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2014, L 25);
- verordening (EU) 134/2014:
-
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 134/2014 van de Commissie van 16 december 2013 tot
aanvulling van Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad
met betrekking tot de voorschriften voor milieuprestaties en prestaties van de aandrijfeenheid
en tot wijziging van bijlage V bij die verordening (PbEU 2014, L 53);
- verordening (EU) 901/2014:
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 901/2014 van de Commissie van 18 juli 2014 tot uitvoering
van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
de administratieve voorschriften voor de goedkeuring van en het markttoezicht op twee-
of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2014, L 249);
- verordening (EU) 1322/2014:
-
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1322/2014 van de Commissie van 19 september 2014
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de
Raad wat de voertuigconstructie en algemene voorschriften voor de goedkeuring van
landbouw- en bosbouwvoertuigen betreft (PbEU 2014, L 364).
5. Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, aanhef, en tweede lid, aanhef, wordt ‘nationale kleine serie goedkeuring’
vervangen door: nationale kleine serie typegoedkeuring.
b. In het tweede lid, aanhef, vervalt de komma na ‘voertuigcategorieën M, N en O’.
c. In het derde lid, aanhef, vervalt de komma na ‘voertuigclassificaties M1 en N1’.
d. In het vierde en vijfde lid wordt na ‘derde lid’ een komma ingevoegd.
e. In het vijfde lid wordt ‘annex 4, behorende bij bijlage IV’ vervangen door: de in
annex 4 opgenomen eisen.
f. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
i. De aanhef komt te luiden:
Met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën M, N en O, blijven voor het
verkrijgen van een nationale kleine serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring
voor toelating tot het verkeer op de weg de volgende VN/ECE-reglementen, EU-richtlijnen
en EU-verordeningen buiten beschouwing:
ii. In onderdeel d wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.
iii. In onderdeel e wordt ‘voor 1 januari 2017’ vervangen door: vóór 1 januari 2017.
6. In de artikelen 2a, eerste lid, onderdeel a, tweede lid, onderdeel a, en derde lid,
onderdeel a, 5, eerste lid, onderdeel a, en 6, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede
‘op het moment van de datum van eerste toelating’ vervangen door: op de datum van
eerste toelating.
7. Na artikel 2a wordt een tweetal artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 2b
-
1. Voertuigen met de voertuigclassificatie L3e, L4e, L5e of L7e met een datum van eerste
toelating van na 31 december 2015 doch vóór 1 januari 2017 en voertuigen met de voertuigclassificatie
L1e, L2e of L6e, met uitzondering van voertuigen met de voertuigclassificatie L1e
voorzien van een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning, met een datum
van eerste toelating van na 31 december 2015 doch vóór 1 januari 2018, moeten voor
het verkrijgen van een nationale kleine serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring
voor toelating tot het verkeer op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde:
-
a. eisen in bijlage I bij richtlijn 2002/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van
eerste toelating van het voertuig; of
-
b. eisen in de bijlagen II en V tot en met VIII bij verordening (EU) 168/2013 en bijlage
V bij verordening (EU) 901/2014, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating
van het voertuig; en
-
c. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig met
de voertuigclassificatie L3e of L4e betreft;
-
d. eis in artikel 3, onderdeel b, van bijlage IX, zoals die eis luidde op de datum van
eerste toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig
met de voertuigclassificatie L5e of L7e betreft;
-
e. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, voor zover het een ander voertuig betreft dan bedoeld
in onderdeel c en dit naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer noodzakelijk is met
het oog op het verkeersveilig gebruik van dat voertuig;
-
f. eisen in:
-
1°. annex 4 bij deze bijlage;
-
2°. hoofdstuk 8 van richtlijn 97/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig; en
-
3°. VN/ECE-reglement 100, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van
het voertuig, indien het een elektrisch aangedreven of hybride elektrisch voertuig
betreft; en
-
g. permanente eisen.
-
2. Voertuigen met de voertuigclassificatie L3e, L4e, L5e of L7e met een datum van eerste
toelating van na 31 december 2016 en voertuigen met de voertuigclassificatie L1e,
L2e of L6e met een datum van eerste toelating van na 31 december 2017, moeten voor
het verkrijgen van een nationale kleine serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring
voor toelating tot het verkeer op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde:
-
a. eisen in de bijlagen II en V tot en met VIII bij verordening (EU) 168/2013, zoals
die eisen luidden op de datum van eerste toelating van het voertuig;
-
b. eisen in bijlage V bij verordening (EU) 901/2014, zoals die eisen luidden op de datum
van eerste toelating van het voertuig;
-
c. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig met
de voertuigclassificatie L3e of L4e betreft;
-
d. eis in artikel 3, onderdeel b, van bijlage IX, zoals die eis luidde op de datum van
eerste toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig
met de voertuigclassificatie L5e of L7e betreft;
-
e. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, voor zover het een ander voertuig betreft dan bedoeld
in onderdeel c en dit naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer noodzakelijk is met
het oog op het verkeersveilig gebruik van dat voertuig;
-
f. eisen in:
-
1°. annex 4 bij deze bijlage;
-
2°. hoofdstuk 8 van richtlijn 97/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig; en
-
3°. VN/ECE-reglement 100, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van
het voertuig, indien het een elektrisch aangedreven of hybride elektrisch voertuig
betreft; en
-
g. permanente eisen.
-
3. Voertuigen met de voertuigclassificatie L1e voorzien van een hulpaandrijving met
als hoofddoel trapondersteuning met een datum van eerste toelating van na 31 december
2015 doch vóór 1 januari 2018, moeten voor het verkrijgen van een nationale kleine
serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring voor toelating tot het verkeer
op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde:
-
a. eisen in bijlage I bij richtlijn 2002/24/EG en bijlage X, aanhangsels 1 en 1.1, bij
verordening (EU) 134/2014, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating
van het voertuig; of
-
b. eisen in de bijlagen II en V tot en met VIII bij verordening (EU) 168/2013 en bijlage
V bij verordening (EU) 901/2014, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating
van het voertuig;
-
c. eisen in:
-
1°. annex 4 bij deze bijlage;
-
2°. hoofdstuk 8 van richtlijn 97/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig; en
-
3°. VN/ECE-reglement 100, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van
het voertuig, indien het een elektrisch aangedreven of hybride elektrisch voertuig
betreft; en
-
d. permanente eisen.
-
4. Voertuigen van de voertuigcategorie L met een datum van eerste toelating van na 31 december
2005 doch vóór 1 januari 2016, moeten voor het verkrijgen van een individuele goedkeuring
voor toelating tot het verkeer op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde:
-
a. eisen in bijlage I bij richtlijn 2002/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van
eerste toelating van het voertuig;
-
b. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig met
de voertuigclassificatie L3e of L4e betreft;
-
c. eis in artikel 3, onderdeel b, van bijlage IX, zoals die eis luidde op de datum van
eerste toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig
met de voertuigclassificatie L5e of L7e betreft;
-
d. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, voor zover het een ander voertuig betreft dan bedoeld
in onderdeel b en dit naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer noodzakelijk is met
het oog op het verkeersveilig gebruik van dat voertuig;
-
e. eisen in:
-
1°. annex 4 bij deze bijlage;
-
2°. hoofdstuk 8 van richtlijn 97/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig; en
-
3°. VN/ECE-reglement 100, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van
het voertuig, indien het een elektrisch aangedreven of hybride elektrisch voertuig
betreft; en
-
f. permanente eisen.
-
5. Voertuigen van de voertuigcategorie L met een datum van eerste toelating van vóór
1 januari 2006, moeten voor het verkrijgen van een individuele goedkeuring voor toelating
tot het verkeer op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde:
-
a. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig met
de voertuigclassificatie L3e of L4e betreft;
-
b. eis in artikel 3, onderdeel b, van bijlage IX, zoals die eis luidde op de datum van
eerste toelating van het voertuig, indien het een niet-seriematig geproduceerd voertuig
met de voertuigclassificatie L5e of L7e betreft;
-
c. eisen in artikel 6 van bijlage IX, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig, voor zover het een ander voertuig betreft dan bedoeld
in onderdeel a en dit naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer noodzakelijk is met
het oog op het verkeersveilig gebruik van dat voertuig;
-
d. eisen in:
-
1°. annex 4 bij deze bijlage;
-
2°. hoofdstuk 8 van richtlijn 97/24/EG, zoals die eisen luidden op de datum van eerste
toelating van het voertuig; en
-
3°. VN/ECE-reglement 100, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van
het voertuig, indien het een elektrisch aangedreven of hybride elektrisch voertuig
betreft; en
-
e. permanente eisen.
-
6. Met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorie L, blijven voor het verkrijgen
van een nationale kleine serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring voor
toelating tot het verkeer op de weg de bijlagen V en XI bij verordening (EU) 3/2014,
en III, IV, XII, XV en XVII bij verordening (EU) 44/2014 buiten beschouwing.
Artikel 2c
-
1. Voertuigen van de voertuigcategorieën T en C, en voor zover het individuele goedkeuring
betreft voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan
25 km/h van de voertuigcategorieën R en S, met een datum van eerste toelating van
na 31 december 2016, moeten voor het verkrijgen van een nationale kleine serie typegoedkeuring
of een individuele goedkeuring voor toelating tot het verkeer op de weg voldoen aan
de voor het voertuig gestelde:
-
2. Voertuigen van de voertuigcategorie T met een datum van eerste toelating van vóór
1 januari 2017, moeten voor het verkrijgen van een individuele goedkeuring voor toelating
tot het verkeer op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde permanente eisen.
-
3. Met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën T en C, en voor zover het
individuele goedkeuring betreft voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid
van meer dan 25 km/h van de voertuigcategorieën R en S, blijven voor het verkrijgen
van een nationale kleine serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring voor
toelating tot het verkeer op de weg de bijlagen III tot en met XI en XX bij verordening
(EU) 1322/2014 buiten beschouwing.
8. De artikelen 3 en 4 komen te luiden:
Artikel 3
-
1. Voertuigen met de voertuigclassificatie M1, N1 tot en met N3, en O1 tot en met O4 met een datum van eerste toelating van na 31 december 1997 doch vóór 29 april 2009,
moeten voor het verkrijgen van een individuele goedkeuring voor toelating tot het
verkeer op de weg voldoen aan de voor het voertuig gestelde:
-
2. In aanvulling op het eerste lid, moeten niet-fabrieksmatig geproduceerde voertuigen
met de voertuigclassificatie M1 of N1 voldoen aan de in artikel 3, onderdeel b, van bijlage IX gestelde eis.
Artikel 4
-
1. Voertuigen met de voertuigclassificatie M1, N1 tot en met N3, en O1 tot en met O4 met een datum van eerste toelating van vóór 1 januari 1998, alsmede voertuigen van
de voertuigcategorieën L, M, N, O, T, C, R en S die blijkens een door de Belastingdienst
afgegeven verklaring behoren tot een verhuisboedel, moeten voor het verkrijgen van
een individuele goedkeuring voor toelating tot het verkeer op de weg voldoen aan de
voor het voertuig gestelde permanente eisen.
-
2. In aanvulling op het eerste lid, moeten voertuigen van de voertuigcategorie O voldoen
aan de in annex 1 opgenomen eisen.
-
3. In aanvulling op het eerste lid, met uitzondering van voertuigen die behoren tot
een verhuisboedel, voldoet een voertuig met de voertuigclassificatie M1, N1 of N2 met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg en met een datum van eerste
toelating van vóór 1 januari 1998, indien het is voorzien van een motor die kan worden
gevoed door een al dan niet tot vloeistof verdicht gas, aan de emissie-eisen zoals
die luidden op de datum van eerste toelating.
9. De artikelen 5, tweede lid, en 6, tweede lid, komen te luiden:
-
2. Voertuigen die voldoen aan de eisen, genoemd in richtlijn 2001/85/EG, VN/ECE-reglement
52, VN/ECE-reglement 36 of VN/ECE-reglement 107, worden geacht te voldoen aan de eisen,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
10. In artikel 6, eerste lid, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘het voertuig als bedoeld
in annex 2 van deze bijlage’ vervangen door: het voertuig, genoemd in annex 2.
11. Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7
-
1. Voertuigen met de voertuigclassificatie M2 en M3 met een datum eerste toelating vóór 1 januari 1998, moeten voor het verkrijgen van
een individuele goedkeuring voor toelating tot het verkeer op de weg voldoen aan de
voor het voertuig gestelde:
-
2. Voertuigen die voldoen aan de eisen, genoemd in VN/ECE-reglement 52, VN/ECE-reglement
36 of VN/ECE-reglement 107, worden geacht te voldoen aan de eisen, bedoeld in het
eerste lid, onderdeel b.
-
3. In aanvulling op het eerste lid, voldoet een voertuig met de voertuigclassificatie
M2 met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg en met een datum van eerste
toelating van vóór 1 januari 1998, indien het is voorzien van een motor die kan worden
gevoed door een al dan niet tot vloeistof verdicht gas, aan de emissie-eisen zoals
die luidden op de datum van eerste toelating.
12. Annex 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 1, behorende bij artikel 4, tweede lid
b. In de ondertitel vervalt de zinsnede: , met de voertuigclassificatie O1 tot en met O4.
13. Annex 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 2, behorende bij de artikelen 6, eerste lid, en 7, eerste lid
b. Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
i. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 70/221/EEG’ wordt ‘richtlijn nr. 70/221/EEG’
vervangen door ‘Richtlijn 70/221/EEG’, ‘Raad van de Europese Gemeenschappen’ door
‘Raad’ en ‘PbEG L 76’ door: PbEG 1970, L 76.
ii. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 74/60/EEG’ wordt ‘richtlijn nr. 74/60/EEG’ vervangen
door ‘Richtlijn 74/60/EEG’, ‘Raad van de Europese Gemeenschappen’ door ‘Raad’ en ‘PbEG
L 38’ door: PbEG 1974, L 38.
iii. In de begripsbepaling van ‘richtlijn 97/27/EG’ wordt ‘richtlijn nr. 97/27/EG’ vervangen
door ‘Richtlijn 97/27/EG’, ‘Raad van de Europese Unie’ door ‘Raad’, ‘richtlijn nr.
70/156/EEG’ door ‘Richtlijn 70/156/EEG’ en ‘PbEG L 233’ door: PbEG 1997, L 233.
14. Annex 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 4, behorende bij de artikelen 2a, vijfde lid, en 2b, eerste tot en met vijfde
lid
b. In de ondertitel wordt ‘voertuigcategorie M, N en L’ vervangen door: voertuigcategorieën
L, M en N.
c. In artikel 1 wordt na ‘verkeer op de weg’ een komma ingevoegd.
AS
Het opschrift van bijlage Va komt te luiden:
BIJLAGE Va, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3.9, TWEEDE LID
AT
Het opschrift van bijlage Vb komt te luiden:
BIJLAGE Vb, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3.9, DERDE LID
AU
Bijlage VII wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
BIJLAGE VII, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 3.26, DERDE LID, EN 3.27, EERSTE LID
2. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt ‘de gegevens als bedoeld in artikel 2’ vervangen door: de gegevens,
bedoeld in artikel 2.
b. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘op de door deze Dienst te bepalen wijzen’ vervangen
door: op een door deze dienst te bepalen wijze.
c. Onderdeel b komt te luiden:
-
b. de fabrikant overlegt de Dienst Wegverkeer een in de Nederlandse taal gestelde verklaring
omtrent de juistheid van de opgave, van een accountant als bedoeld in artikel 1 van
de Wet op het accountantsberoep, dan wel van een daaraan gelijk te stellen buitenlandse
accountant.
AV
Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 15, eerste lid, wordt de zinsnede ‘vermeld in annex 2 bij deze bijlage’
vervangen door: genoemd in annex 2.
2. In artikel 107, eerste lid, wordt ‘de artikelen 108 tot en artikel 111’ vervangen
door: de artikelen 108 tot en met 111.
3. In het opschrift van de annexen 1, 2 en 3 wordt ‘behorend’ vervangen door: behorende.
4. Het opschrift van annex 4 komt te luiden:
Annex 4, behorende bij artikel 50, eerste lid
5. Het opschrift van annex 4 komt te luiden:
Annex 5, behorende bij artikel 50, vierde lid
AW
Het opschrift van bijlage IX komt te luiden:
BIJLAGE IX, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6.3, TWEEDE LID, EN BIJLAGE IV, ARTIKELEN 2A, VIERDE
LID, 2B, EERSTE, TWEEDE, VIERDE EN VIJFDE LID, EN 3, TWEEDE LID
AX
Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
BIJLAGE XII, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3.9, VIJFDE LID
2. In artikel 7, eerste lid, wordt ‘een in artikel 66 van de Regeling aanpassing voertuigen
bedoelde persoon’ vervangen door: personen als bedoeld in artikel 66r van de Regeling
aanpassing voertuigen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
TOELICHTING
Algemeen
1. Hoofdlijnen
Met ingang van 1 januari 2016 zijn van toepassing Verordening (EU) nr. 167/2013 van
het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en
het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (kaderverordening; PbEU 2013,
L 60; hierna: Verordening (EU) nr. 167/2013) en Verordening (EU) nr. 168/2013 van
het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van
en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (kaderverordening;
PbEU 2013, L 60; hierna: Verordening (EU) nr. 168/2013; hierna tezamen: de verordeningen).
Met ingang van genoemde datum worden ingetrokken Richtlijn 2002/24/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige
motorvoertuigen en de intrekking van Richtlijn 92/61/EEG van de Raad (kaderrichtlijn;
PbEG 2002, L 124; hierna: Richtlijn 2002/24/EG) en Richtlijn 2003/37/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw-
of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen
en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad
(kaderrichtlijn; PbEU 2003, L 171; hierna: Richtlijn 2003/37/EG; hierna tezamen: de
richtlijnen).
De verordeningen bevatten overgangsrechtelijke bepalingen; zo kunnen nieuwe systemen,
onderdelen, technische eenheden of voertuigen van een type waaraan overeenkomstig
Richtlijn 2003/37/EG een typegoedkeuring voor een compleet voertuig is verleend, nog
tot en met 31 december 2017 worden geregistreerd, in de handel of in het verkeer gebracht,
en kunnen typegoedkeuringen voor nieuwe voertuigen met de voertuigclassificatie L1e,
L2e of L6e of voor nieuwe systemen, onderdelen of technische eenheden die voor die
voertuigen zijn bestemd, nog tot en met 31 december 2016 uit hoofde van Richtlijn
2002/24/EG worden verleend (respectievelijk artikel 73, derde lid, van Verordening
(EU) nr. 167/2013 en artikel 77, derde lid, van Verordening (EU) nr. 168/2013).
Aldus worden op het betreffende rechtsgebied – de goedkeuring van en het markttoezicht
op voertuigen van de voertuigcategorieën T, C, R en S (Verordening (EU) nr. 167/2013)
en L (Verordening (EU) nr. 168/2013) – de kaderrichtlijnen vervangen door kaderverordeningen
en is slechts met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën M, N en O nog
een kaderrichtlijn van kracht (Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van
motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische
eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd; PbEU 2007, L 263; hierna: Richtlijn
2007/46/EG).
De verordeningen hebben naar hun aard directe werking; zij zijn verbindend in al hun
onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat van de Europese Unie. Anders
dan bij richtlijnen het geval is, is omzetting in nationale wetgeving dan ook niet
geboden. Bovendien is de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) in artikel 4b van de Wegenverkeerswet
1994 (hierna: Wvw 1994) op het betreffende rechtsgebied reeds aangewezen als goedkeurende
en toezichthoudende instantie (zie met name artikel 4b, eerste lid, onderdelen a,
a1 en b, van de Wvw 1994; zie ook de artikelen 3.16, eerste lid, en 3.18, eerste lid,
van de Regeling voertuigen (hierna: Rv)). Desalniettemin nopen de verordeningen tot
een aantal – meest technische – wijzigingen in Rv, waarbij geldt dat het stelsel in
de Rv met betrekking tot de goedkeuring van en het markttoezicht op voertuigen, dat
op het juridische instrument van de richtlijn is geënt, in stand dient te blijven
tot het moment waarop ook ten aanzien van voertuigen van de voertuigcategorieën M,
N en O de vigerende kaderrichtlijn (Richtlijn 2007/46/EG) wordt vervangen door een
kaderverondening. Overigens geldt zulks mutatis mutandis ook voor het stelsel ten aanzien van de goedkeuring van en het markttoezicht op voertuigen
zoals dat in de Wvw 1994 is vervat. Bovendien zal een adequate handhaving van de verordeningen
worden betrokken bij een in voorbereiding zijnd wetsvoorstel tot wijziging van de
Wvw 1994 houdende verbetering van de handhaving van die wet.
In de artikelsgewijze toelichting wordt nader op de diverse wijzigingen ingegaan.
Hierbij ligt het accent op voor wat de Rv aangaat belangrijkste wijzigingen (met name
die betreffende de individuele goedkeuring en de nationale kleine serie typegoedkeuring).
2. Administratieve lasten
Deze wijzigingsregeling leidt niet tot een verhoging van de inhoudelijke nalevingskosten
of administratieve lasten voor burgers en bedrijven.
3. Consultatie en advies
Op grond van artikel 11 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer,
is het ontwerp van deze wijzigingsregeling met het oog op een uitvoeringstoets voorgelegd
aan de RDW. De RDW heeft in dat kader aangegeven zich in deze wijzigingsregeling te
kunnen vinden.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A, onder 1, 5 tot en met 11, 13, 14 en 16, B, onder 1 en 4, C tot en met
F, G, onder 1, J, onder 1, K, N, onder 1, 2 en 5, O tot en met R, T, V, onder 1 en
2, X, onder 1 en 3, Y, AB, AI, onder 1, AJ, AL, AS, AT en AU, onder 1 (artikelen 1.1,
1.2, 1.3, 1.4, 3.1, eerste lid, 3.2, eerste tot en met derde lid, 3.5, eerste lid,
3.6, 3.9, eerste, tweede en vierde lid, 3.10, 3.13, eerste en tweede lid, hoofdstuk
3, opschrift afdeling 7, paragraaf 1, artikelen 3.16, 3.18, 3.20, 3.21, 3.24, 3.25,
eerste en derde lid, 3.26, eerste en derde lid, 4.1, 4.2, 5.2.50, 5.3.50, 6.3, eerste
lid, 6.4, 6.7, 6.8, 11.1 en 11.2, alsmede opschrift bijlagen Va, Vb en VII, en bijlage
VIII, artikel 112)
De onderhavige wijzigingen betreffen aanpassingen die verband houden met de in de
verordeningen gebezigde terminologie en de reikwijdte van de verordeningen. Dat met
betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën M, N en O Richtlijn 2007/46/EG
nog spreekt van ‘EG-typegoedkeuring(smerk)’, heeft aan deze aanpassingen niet in de
weg gestaan. ‘EG-typegoedkeuring(smerk)’ en ‘EU-typegoedkeuring(smerk)’ zijn immers
verschillende termen voor hetzelfde begrip: een in het verband van voorheen de Europese
Gemeenschap, thans de Europese Unie afgegeven typegoedkeuring(smerk) (zie in dit kader
artikel 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, volgens welke de Europese
Unie in de plaats treedt van de Europese Gemeenschap, waarvan zij rechtsopvolger is).
Voorts zijn waar nodig verwijzingen naar de verordeningen opgenomen en de verwijzingen
naar de richtlijnen geschrapt; er gelden weliswaar overgangsrechtelijke bepalingen
op grond waarvan de richtlijnen nog een bepaalde periode hun relevantie behouden,
maar deze bepalingen zijn in de verordeningen vervat (respectievelijk artikel 73 van
Verordening (EU) nr. 167/2013 en artikel 77 van Verordening (EU) nr. 168/2013) en
hebben derhalve directe werking, zij zijn rechtstreeks toepasselijk.
De onderhavige wijziging van de begripsbepaling van ‘massa ledig voertuig voor voertuigen
van de voertuigcategorie L’ in het bewuste artikel 1.1, houdt daarmee verband dat
onder Verordening (EU) nr. 168/2013 het begrip ‘massa ledig voertuig’ met betrekking
tot typegoedkeuring niet langer een rol speelt en de massa ledig voertuig derhalve
– in tegenstelling tot typegoedkeuringen afgegeven onder Richtlijn 2002/24/EG – niet
is vermeld in de goedkeuring. Onderdeel b van de bewuste begripsbepaling ziet op deze
situatie. De correctie van 7 kg voor voertuigen met de voertuigclassificatie L1e,
L2e, L3e, L4e of L6e is gebaseerd op de gemiddelde tankinhoud van een willekeurige
serie voertuigen met deze voertuigclassificaties. De correctie van 100 kg voor voertuigen
met de voertuigclassificatie L5e of L7e is overeenkomstig de correctie voor voertuigen
van de voertuigcategorieën M en N. Voertuigen met de voertuigclassificatie L5e of
L7e – met name L5e-B, L7e-A2, L7e-C-U en L7e-C-P – vertonen immers veel gelijkenissen
(onder meer qua massa) met die van de voertuigcategorieën M en N.
Onderdelen A, onder 2, 12, 15 en 16, B, onder 2 en 3, G, onder 2, H, J, onder 2, K,
onder 2, M, N, onder 3, 4 en 6, S, U, onder 1, V, onder 3, W, X, onder 2, AA, AC,
AE, onder 1, onder b, AI, onder 2, AM, AR, onder 3, onder a tot en met d, 5, onder
a tot en met e, f, onder ii en iii, 6, 8 tot en met 13, en 14, onder b en c, AU, onder
2, onder a en b, en AV (artikelen 1.1, 1.2, 3.1, derde lid, 3.2, vierde lid, 3.5,
tweede lid, 3.7, tweede lid, 3.8, 3.9, tweede, derde en vijfde lid, 3.23a, 3.24a,
tweede lid, 3.25, derde lid, 3.25a, 3.26, eerste en tweede lid, 5.2.15, 5.3.50, 5.5.51,
eerste lid, 6.3, tweede lid, en 8.1.1, alsmede bijlage IV, artikelen 1, 2a, 4, tweede
en derde lid, 5, 6, en 7, en annexen 1, opschrift en ondertitel, 2, opschrift en artikel
1, en 4, ondertitel en artikel 1, alsmede bijlage VII, artikel 3, en bijlage VIII,
artikelen 15 en 107, en opschrift annexen 1 tot en met 5)
Deze wijzigingen zien op het herstel van kleine, tekstuele onzorgvuldigheden.
Onderdeel A, onder 3, 4 en 16 (artikel 1.1)
De begripsbepaling van ‘carrosserietype’ in het bewuste artikel verwees slechts in
algemene zin naar Richtlijn 2007/46/EG, terwijl het begrip ‘subcategorie’ als bedoeld
in Richtlijn 2007/46/EG in het bewuste artikel een viertal keren werd gebezigd, zonder
dat het gedefinieerd was. Voormelde begrippen worden daarom in het bewuste artikel
door middel van de onderhavige wijzigingen analoog aan de begripsbepalingen van voertuigen
van voertuigcategorieën M, N en O onder verwijzing naar Richtlijn 2007/46/EG specifiek
gedefinieerd, waarbij tevens de in dat licht overbodige toevoeging ‘als bedoeld in
richtlijn 2007/46/EG’ bij gebruik van voormelde begrippen elders in het bewuste artikel
is geschrapt.
Onderdelen I, L, onder 1 en 3, U, onder 2, AQ, AR, onder 1, 2, 3, onder e, 4, 5, onder
f, onder i, 7, 8, en 14, onder a, en AW (artikelen 3.3, 3.4, 3.7, eerste en derde
lid, 3.24a, derde lid, bijlagen IIIb en IIIc, alsmede bijlage IV, opschrift, ondertitel
en artikelen 1, 2, 2a, zesde lid, aanhef, 2b, 2c, 3 en 4, eerste lid, en annex 4,
opschrift, alsmede opschrift bijlage IX)
De verordeningen zijn niet van toepassing op de goedkeuring van individuele voertuigen
(artikel 1, eerste lid, van de verordeningen). Voorts bieden de verordeningen de fabrikant
de mogelijkheid om binnen de in bijlage II bij de verordeningen vermelde jaarlijkse
kwantitatieve beperkingen, te verzoeken om een nationale typegoedkeuring van kleine
series van een voertuigtype (nationale kleine serie typegoedkeuring van voertuigen
van de voertuigcategorieën T en C, alsmede L; respectievelijk artikel 37 van Verordening
(EU) nr. 167/2013 en artikel 42 van Verordening (EU) nr. 168/2013). Deze beperkingen
in aantallen zijn van toepassing op het op de markt aanbieden, de registratie of het
in het verkeer brengen van voertuigen van het goedgekeurde type op de markt van elke
lidstaat in een bepaald jaar.
De onderhavige wijzigingen strekken ertoe de eisen waaraan voertuigen van de voertuigcategorieën
L, T en C moeten voldoen voor het verkrijgen van een nationale kleine serie typegoedkeuring
of een individuele goedkeuring voor toelating tot het verkeer op de weg, onder te
brengen in bijlage IV (de bewuste artikelen 2b en 2c, naar analogie van artikel 2a
met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën M, N en O), evenals de eisen
die in het kader van een individuele goedkeuring zijn gesteld met betrekking tot genoemde
voertuigen en voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van
meer dan 25 km/h van de voertuigcategorieën R en S, en de RDW met betrekking tot die
eisen – met uitzondering van de permanente eisen – de wijze van keuren te laten vaststellen.
Hetgeen hieronder is opgemerkt ten aanzien van het bewuste artikel 2b, geldt mutatis mutandis ook voor het bewuste artikel 2c, met dien dat daarin sprake is van twee perioden
(vóór 1 januari 2017 en na 1 januari 2017; respectievelijk eerste en tweede lid.)
Onderdeel AR, onder 7 (bijlage IV, artikel 2b)
Met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën L is er in het bewuste artikel
2b – wederom naar analogie van artikel 2a – voor gekozen om globaal drie perioden
aan te houden, te weten (1) vanaf 1 januari 2016 (eerste tot en met derde lid), (2)
van 1 januari 2006 tot 1 januari 2016 (vierde lid) en (3) vóór 1 januari 2006 (vijfde
lid). Met betrekking tot voertuigen uit die laatste periode, voertuigen van tien jaar
en ouder, wordt alleen getoetst aan de permanente eisen. Deze voertuigen hebben zich
immers in de praktijk veelal bewezen en behoeven daarom niet ook langs de lat van
de toelatingseisen te worden gelegd.
De datum met ingang waarvan voertuigen van nieuwe voertuigtypes van de voertuigcategorie
L moeten voldoen aan de eisen vervat in Verordening (EU) nr. 168/2013, wordt ook wel
de ‘Y-datum’ genoemd. Tot de Y-datum is het nog mogelijk om nieuwe typegoedkeuringen
naar de eisen uit Richtlijn 2002/24/EG af te geven en gedurende een jaar na de Y-datum
kunnen nog uitbreidingen van die typegoedkeuringen worden verleend. Op grond van artikel
77 van Verordening (EU) nr. 168/2013 is de Y-datum voor voertuigen met de voertuigclassificatie
L3e, L4e, L5e of L7e 1 januari 2016 en voor voertuigen met de voertuigclassificatie
L1e, L2e of L6e 1 januari 2017. Ten aanzien van nieuwe voertuigtypes met de voertuigclassificatie
L1e, L2e of L6e kan in de periode van 1 januari 2006 tot 1 januari 2017 worden geopteerd
voor de eisen vervat in Verordening (EU) nr. 168/2013 of die in Richtlijn 2002/24/EG
(zoals herzien).
De zogenoemde ‘Z-datum’ is de datum met ingang waarvan voor voertuigen van zowel nieuwe
als bestaande voertuigtypes geen typegoedkeuringen meer uit hoofde van Richtlijn 2002/24/EG
kunnen worden verleend. De Z-datum voor voertuigen met de voertuigclassificatie L3e,
L4e, L5e of L7e is bepaald op 1 januari 2017 en die voor voertuigen met de voertuigclassificatie
L1e, L2e of L6e op 1 januari 2018. Met betrekking tot het verkrijgen van een nationale
kleine serie typegoedkeuring of een individuele goedkeuring voor toelating tot het
verkeer op de weg van voertuigen van de voertuigcategorie L, is er in het bewuste
artikel 2b voor gekozen om ten aanzien van de in Verordening (EU) nr. 168/2013 vervatte
eisen de Z-datum aan te houden. Deze keuze heeft tot gevolg dat bij voornoemde keuringen
geen zwaardere eisen worden gesteld dan bij een Europese typegoedkeuring.
Een bijzondere situatie betreft die van fietsen voorzien van een hulpaandrijving met
als hoofddoel trapondersteuning. Wanneer deze fietsen een nominaal continu maximum
vermogen hebben tussen de 250 en 1.000 W en de aandrijfkracht van de hulpaandrijving
wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van 25 km/h of lager, vallen deze fietsen
binnen het bereik van Verordening (EU) nr. 168/2013 (voertuigonderclassificatie L1e-A;
‘conventionele’ elektrische fietsen, zijnde fietsen met trapondersteuning die zijn
voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van ten hoogste
250 W waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid lager dan
25 km/h, vallen buiten de reikwijdte van Verordening (EU) nr. 168/2013). De eveneens
onder Verordening (EU) nr. 168/2013 vallende voertuigen met de voertuigonderclassificatie
L1e-B, zijn fietsen voorzien van een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning
en een nominaal continu maximum vermogen tussen de 1.000 en 4.000 W, waarbij de aandrijfkracht
van de hulpaandrijving wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van 45 km/h of lager.
Hoewel Richtlijn 2002/24/EG voormelde fietsen als zodanig niet kent, kunnen er onder
Richtlijn 2002/24/EG voor nieuwe types van deze voertuigen nog tot 1 januari 2017
typegoedkeuringen worden afgegeven, wanneer ze ook een gashendel hebben en autonoom
kunnen rijden. Om deze voertuigen te kunnen kwalificeren als snor- of bromfiets, is
het wenselijk om met betrekking tot het verkrijgen van een nationale kleine serie
typegoedkeuring of een individuele goedkeuring van deze voertuigen, vanaf 1 januari
2016 het bepalen van de zogenoemde ‘trapondersteunende snelheid’ als eis op te nemen.
Het eerste en derde lid, in onderlinge samenhang bezien, van het bewuste artikel 2b
voorzien hierin.
In onderstaand schema is hetgeen hierboven is uiteengezet, schematisch weergegeven.
In het zesde lid van het bewuste artikel 2b, is onder meer een aantal bijlagen bij
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 3/2014 van de Commissie van 24 oktober 2013 tot
aanvulling van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad
betreffende functionele veiligheidsvoorschriften voor de goedkeuring van twee- of
driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2014, L 7; hierna: Gedelegeerde verordening
(EU) nr. 3/2014) en Gedelegeerde verordening (EU) nr. 44/2014 van de Commissie van
21 november 2013 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de voertuigconstructie en algemene voorschriften
voor de goedkeuring van twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2014,
L 25) opgesomd die bij een nationale kleine serie typegoedkeuring of een individuele
goedkeuring buiten beschouwing blijven. De reden daarvan is gelegen in de omstandigheid
dat die bijlagen eisen bevatten die in het kader van genoemde goedkeuringsprocedures
te zwaar of niet van toepassing zijn.
Onderdelen Z en AD (artikelen 5.2.10a, derde en vierde lid, 5.3.10a, derde en vierde
lid, en 5.5.10a, tweede, vierde en vijfde lid)
De bewuste artikelen zijn abusievelijk gewijzigd bij de Regeling van de Minister van
Infrastructuur en Milieu van 2 november 2015, nr. IENM/BSK-2014/271065, tot wijziging
van de Regeling voertuigen in verband met de aanpassing van verscheidene permanente
en gebruikseisen, alsmede diverse technische wijzigingen (periodiek onderhoud 2016
Regeling voertuigen; Stcrt. 2015, 37996). De bij voornoemde regeling doorgevoerde wijzigingen hadden slechts behoren te zien
op artikel 5.3a.10a (bussen) en niet op de in de bewuste artikelen te onderscheiden
voertuigcategorieën (personenauto, bedrijfsauto’s en driewielige motorrijtuigen).
De onderhavige wijzigingen bewerkstelligen zulks alsnog.
Onderdelen AE, onder 1, onder a, 2 en 3, AF, AG, onder 1, en AH (artikelen 5.5.51,
5.5.53, 5.5.57 en 5.5.59)
Op grond van bijlage IX bij Gedelegeerde verordening (EU) nr. 3/2014, zijn waarschuwingsknipperlichten
in het kader van de typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigcategorie L niet
verplicht; driewielige motorrijtuigen mogen zijn uitgerust met waarschuwingsknipperlichten.
Deze lichten stonden echter in de permanente eisen die in hoofdstuk 5, afdeling 5,
van de Rv aan driewielige motorrijtuigen zijn gesteld, te boek als verplichte verlichting.
In dat licht worden waarschuwingsknipperlichten door middel van de onderhavige wijzigingen
uit de bewuste artikelen 5.5.51 en 5.5.53 inzake verplichte verlichting verwijderd
en toegevoegd aan de bewuste artikelen 5.5.57 en 5.5.59 inzake toegestane verlichting.
Voorts is in bijlage IX bij Gedelegeerde verordening (EU) nr. 3/2014 met betrekking
tot de typegoedkeuring bepaald dat driewielige motorrijtuigen mogen zijn voorzien
van zijmarkeringslichten. Zulks vormt aanleiding deze lichten te verdisconteren in
de permanente eisen die voor driewielige motorrijtuigen gelden; dat wil zeggen: zijmarkeringslichten
in het bewuste artikel 5.5.57 (opsomming toegestane verlichting) op te nemen en voor
die lichten in het bewuste artikel 5.5.59 de kleur te bepalen (voorzijde: ambergeel;
achterzijde: ambergeel of rood).
Onderdeel AG, onder 2 (artikel 5.5.57)
Deze wijziging betreft een correctie van enige onjuistheden ten aanzien van de wijze
van keuren met betrekking tot het bepaalde in het bewuste artikellid.
Onderdeel AK (artikel 6.5)
In het licht van de relevante bindende EU-rechtshandelingen, heeft het begrip ‘voertuigclassificatie’
een vastomlijnde betekenis; dat begrip wordt namelijk gebruikt als aanduiding voor
de binnen een voertuigcategorie bestaande onderverdeling. In het bewuste artikel werd
de term ‘voertuigclassificatie’ echter ook gebezigd, en wel in relatie tot een bepaalde
ad-hocindeling van bedrijfsauto’s en bussen in de artikelen 5.3.15, tweede lid, respectievelijk
5.3a.15, tweede lid. Omdat deze term in dit verband verwarring schiep, is door middel
van de onderhavige wijziging de formulering in het bewuste artikel aangepast.
Onderdelen AN tot en met AP, AU, onder 2, onder c, en AX (artikelen 8.3.13, 8.4.7
en 8.4.8, alsmede bijlage VII, artikel 3, en bijlage XII, opschrift en artikel 7)
Door middel van de onderhavige wijzigingen worden in de bewuste artikelen en het bewuste
opschrift onjuiste verwijzingen gecorrigeerd.
Artikel II
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Zulks is
in overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10,
29 515, nr. 309 en 2012/13, 29 362, nr. 224, blz. 7-8) zoals vervat in de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar 174). Overigens
had – indien de verordeningen niet met ingang van 1 januari 2016, maar een willekeurige
andere datum van toepassing waren geweest – afgeweken kunnen worden van de vaste verandermomenten
met gebruikmaking van de uitzonderingsgrond voor implementatieregelgeving (Ar 174,
vierde lid, aanhef en onder d). Deze wijzigingsregeling houdt immers ten nauwste verband
met het van toepassing worden van de verordeningen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus