ARTIKEL I
De Regeling voertuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling van ‘asfhefinrichting’ wordt ‘voertuig-combinaties’ vervangen
door: voertuigcombinaties.
2. In de begripsbepaling van ‘lastdrager’, onderdeel b, wordt ‘3500 kg’ vervangen door:
3.500 kg.
3. In de begripsbepaling van ‘samenstel van voertuigen’ wordt na ‘samenstel van voertuigen’
een dubbele punt ingevoegd.
4. In de begripsbepaling van ‘verlicht transparant’ wordt ‘dat’ vervangen door: die.
5. In de begripsbepaling van ‘zitbank’ wordt ‘een constructie,’ vervangen door: constructie.
B
In de artikelen 1.1, tweede lid, onder de begripsbepaling van ‘wielbasis’, onderdelen
b en c, 6.4, eerste lid, onderdelen c en d, 11.7 en 11.8, tweede lid, alsmede in bijlage
IV, artikel 2a, eerste lid, aanhef, tweede lid, aanhef en derde lid, aanhef, wordt
’na 29 april 2009’ vervangen door: na 28 april 2009.
C
In artikel 1.3, eerste lid, wordt ‘voorzover’ vervangen door ‘voor zover’ en ‘totstandkomen’
door: tot stand komen.
D
Aan artikel 3.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. Voertuigen bestemd voor het gebruik door de in artikel 29, eerste lid, van het RVV
1990 bedoelde diensten, hoeven voor de toelating tot het verkeer op de weg niet aan
alle toelatingseisen inzake retroreflecterende voorzieningen, geluidssignalen en verlichting
te voldoen en mogen voor wat betreft de genoemde aspecten zijn voorzien van aanvullende
voorzieningen die voor overige voertuigen niet zijn toegestaan.
E
In de artikelen 3.1, eerste lid, 4.3, 5.18.8, tweede lid, 5.18.12a, eerste lid, onderdelen
a en b, en 5.18.21a, eerste lid, onderdelen a en b, alsmede in hoofdstuk 3, opschrift
afdeling 3, wordt ‘uitrustingstukken’ vervangen door: uitrustingsstukken.
F
In hoofdstuk 3, afdeling 7, wordt in het opschrift van paragraaf 1, ‘VN/ECE typegoedkeuring’
vervangen door: VN/ECE-typegoedkeuring.
G
In artikel 3.26 vervallen het zevende en achtste lid.
H
Artikel 3.27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een tweetal leden toegevoegd, luidende:
-
2. Alcoholsloten mogen op grond van een verleende nationale typegoedkeuring nog gedurende
een periode van 24 maanden na het van kracht worden van zwaardere eisen worden ingebouwd.
-
3. Uiterlijk 48 maanden na de dag waarop zwaardere eisen van kracht zijn geworden, voldoen
alle in het kader van het alcoholslotprogramma in gebruik zijnde alcoholsloten aan
die eisen.
I
In artikel 5.1.6, tweede lid, wordt ‘ingebruik’ vervangen door: in gebruik.
J
Artikel 5.1b.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
Met betrekking tot de in dit hoofdstuk opgenomen eisen en de wijze van keuren daarvan,
wordt verstaan onder:
2. Onderdeel c, komt te luiden:
- c. controleapparaat:
-
controleapparaat als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van Verordening
(EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende
tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van
de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening
(EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde
voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60).
K
Artikel 5.1b.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt na de zinsnede ‘worden de hierna vermelde onderdelen verwijderd’
ingevoegd: of geopend.
b. De onderdelen b tot en met g worden geletterd f tot en met k.
c. Er wordt een aantal onderdelen ingevoegd, luidende:
b.
|
kofferdeksel;
|
in alle gevallen;
|
|
|
|
c.
|
motorkap;
|
in alle gevallen;
|
|
|
|
d.
|
tankklep;
|
voor zover deze een visuele controle van de brandstofdop onmogelijk maakt;
|
|
|
|
e.
|
beschermdop op koppelingskogel;
|
in alle gevallen;
|
d. De punt aan het einde van onderdeel k (nieuw), wordt vervangen door een puntkomma.
e. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
l.
|
overige onderdelen;
|
voor zover deze een visuele controle onmogelijk maken.
|
2. Het derde tot en met zesde lid worden vernummerd tot vierde tot en met zevende lid.
3. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
3. Indien het verwijderen dan wel openen van de onderdelen, bedoeld in het tweede lid,
onderdelen a tot en met e en l, niet mogelijk is, wordt een beschikking tot weigering
van de afgifte van een keuringsbewijs afgegeven.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘onderdelen b tot en met g’ vervangen door: onderdelen
f tot en met k.
L
In de artikelen 5.2.9, tweede lid, 5.3.9, tweede lid, 5.3a.9, tweede lid, en 5.5.9,
tweede lid, komt in de kolom ‘Wijze van keuren’ het tweede gedachtestreepje te luiden:
-
– Indien de motor is uitgerust met meer dan één brandstofsysteem, wordt de controle
op lekkage, indien mogelijk, uitgevoerd op alle brandstofsystemen.
M
De artikelen 5.2.10a, 5.3.10a en 5.3a.10a worden als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 3 en 4: visuele controle.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4.
|
De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie,
van een CNG-tank, mag niet verstreken zijn.
|
|
N
De artikelen 5.2.10a, 5.3.10a, 5.5.10a, 5.6.10a en 5.6.79 worden als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 7 tot en met 9’
vervangen door: Leden 7 tot en met 10.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
10.
|
De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen
vuil en water.
|
|
O
In artikel 5.2.11, zesde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘koolmonoxyde’ vervangen
door: koolmonoxide.
P
In de artikelen 5.2.13, tweede lid, 5.2.29, zesde lid, 5.3.13, tweede lid, 5.3.29,
zesde lid, 5.3a.13, tweede lid, 5.3a.29, zesde lid, 5.4.13, tweede lid, 5.5.13, tweede
lid, 5.5.29, zesde lid, 5.6.13, tweede lid, 5.6.29, tweede lid, onderdeel f, 5.6.81,
vierde lid, 5.7.13, tweede lid, 5.8.13, tweede lid, en 5.10.13, tweede lid, wordt
in de kolom ‘Eisen’ ‘vulcanisatie’ vervangen door: vulkanisatie.
Q
Artikel 5.2.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2.
|
Indien een personenauto moet zijn voorzien van een controleapparaat:
a. moet de personenauto zijn voorzien van een installatieplaatje en mag de op het
installatieplaatje vermelde geldigheidsduur niet zijn verstreken, met dien verstande
dat de geldigheidsduur maximaal twee jaar vanaf de installatiedatum bedraagt;
b. moet het onder a bedoelde installatieplaatje zijn voorzien van een verzegeling
dan wel zodanig zijn aangebracht dat dit bij verwijdering onherstelbaar wordt beschadigd;
c. mag de omtrek van de op de aangedreven wielen gemonteerde banden niet meer dan
4% afwijken van de waarde die op het onder a bedoelde installatieplaatje is vermeld,
en
d. moeten het controleapparaat en de voor het functioneren noodzakelijke aansluitingen
met behulp van een verzegeling zijn beschermd tegen een niet-toegestane wijziging
in de instellingen of onderbreking van de stroomvoorziening.
|
– Onderdeel a: de aanwezigheid van en de geldigheidsduur op het installatieplaatje
van de tachograaf wordt visueel gecontroleerd.
– Onderdeel b: visuele controle van de verzegeling van het installatieplaatje van
de tachograaf.
– Onderdeel c: bij twijfel meting van de bandenomtrek.
– Onderdeel d: visuele controle van alle zichtbare aansluitingen en verbindingen van
de tachograaf.
– De wijze van gebruik van het voertuig en de onderdelen a tot en met d worden niet
getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport,
indien er geen installatieplaatje in of op het voertuig aanwezig is.
|
R
In de artikelen 5.2.16, 5.3.16, 5.3a.16, 5.5.16, 5.6.16, 5.6.83 en 5.7.16, wordt in
het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, na ‘is toegestaan’ een komma ingevoegd.
S
In de artikelen 5.2.18, 5.3.18, 5.3a.18, 5.5.18, 5.6.18, 5.7.18, 5.8.18, 5.10.18,
5.12.18, 5.13.18, 5.14.18 en 5.15.18, wordt in het vierde lid, in de kolom ‘Wijze
van keuren’, zowel na ‘voldaan’ als na ‘is doorgeroest’ een komma ingevoegd.
T
In de artikelen 5.2.39, tweede lid, 5.3.39, tweede lid, en 5.3a.39, tweede lid, komt
de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
In geval van een elektrische bediende parkeerrem waarbij de remvertraging niet bepaald
kan worden op een remtestinrichting, wordt hieraan geacht te zijn voldaan, indien
de parkeerrem wordt bediend en de wielen blokkeren terwijl deze zich vrij van de grond
of van de hefinrichting bevinden.
U
In de artikelen 5.2.41, eerste lid, 5.7.41, derde lid, en 5.10.41, eerste lid, in
de kolom ‘Eisen’, wordt ‘direkt’ vervangen door: direct.
V
Artikel 5.2.45 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 1 tot en met 6: visuele controle.
2. In het derde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘voor 26 januari 2010’ vervangen door:
vóór 26 januari 2010.
3. Het vijfde lid komt te luiden:
5.
|
De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd.
|
|
W
In de artikelen 5.2.47a, 5.7.38, 5.7.57a, 5.7.65, 5.8.28, 5.8.57a, 5.8.65, 5.14.6,
5.14.29, 5.14.57a, 5.14.65, 5.15.6, 5.16.59 en 5.17.59, wordt boven de linkerkolom
ingevoegd ‘Eisen’ en boven de rechterkolom ‘Wijze van keuren’.
X
Artikel 5.2.48 komt te luiden:
Artikel 5.2.48
|
Eisen
|
Wijze van Keuren
|
1.
|
Personenauto’s mogen geen scherpe delen hebben die in geval van botsing gevaar voor
lichamelijk letsel voor andere weggebruikers kunnen opleveren.
|
Leden 1 en 2: visuele controle.
|
2.
|
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, moeten uitstekende delen van personenauto’s
die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers
aanzienlijk kunnen vergroten, zijn afgeschermd.
|
|
3.
|
In aanvulling op het bepaalde in het eerste en tweede lid, mogen personenauto’s aan
de voorzijde niet zijn voorzien van voorzieningen die in geval van botsing de kans
op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten.
|
Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten
behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
|
4.
|
Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op voertuigdelen
en voorzieningen die zich hoger dan 2,00 m boven het wegdek bevinden.
|
Leden 4 en 5: visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.
|
5.
|
De wielen onderscheidenlijk banden van personenauto’s:
a. moeten goed zijn afgeschermd;
b. mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken, en
c. mogen niet aanlopen.
|
|
6.
|
Geen deel van de buitenzijde van de personenauto mag zodanig zijn bevestigd, beschadigd,
versleten of door corrosie zijn aangetast, dat gevaar bestaat voor losraken.
|
Visuele controle.
|
Y
In artikel 5.2.49a, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, tweede volzin, wordt
na ‘zijn toegepast’ een komma ingevoegd.
Z
Artikel 5.2.51a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 en 2’ vervangen
door: Leden 1 tot en met 3.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en personenauto’s in
gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
|
Personenauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten,
die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende
striping, letters, cijfers of tekens die de auto herkenbaar maken als zijnde in gebruik
bij die diensten.
|
|
AA
Artikel 5.2.53, negende lid, komt te luiden:
9.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
AB
In de artikelen 5.2.55 en 5.5.55, zevende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘aangepast’
een komma ingevoegd.
AC
De artikelen 5.2.57, 5.3a.57 en 5.12.57, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:
1. In de kolom ‘Eisen’ wordt ‘genomen mits’ vervangen door: genomen, mits.
2. In de kolom ‘Wijze van keuren’ wordt ‘Lid’ vervangen door: Leden.
AD
In de artikelen 5.2.57a, eerste lid, 5.2.65, tweede lid, 5.3.57a, eerste lid, 5.3a.57a,
eerste lid, 5.4.57a, eerste lid, 5.5.57a, eerste lid, 5.6.57a, 5.9.57a, 5.12.57a,
eerste lid, 5.13.57a, eerste lid, en 5.15.57a, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, alsmede
in bijlage VIII, artikel 153, eerste lid, wordt de zinsnede ‘de in artikel 29, eerste
lid, van het RVV 1990 bedoelde diensten’ vervangen door: de in de artikelen 29, eerste
lid, en 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.
AE
De artikelen 5.2.59, vierde lid, 5.3.59, vierde lid, en 5.3a.59, vierde lid, komen
te luiden:
4.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
AF
Artikel 5.2.71, vijfde lid, komt te luiden:
5.
|
Met uitzondering van personenauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990
bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen personenauto’s
niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste
tot en met vierde lid.
|
|
AG
Artikel 5.3.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid, onderdeel a, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘artikel 29 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990’ vervangen door: de artikelen 29, eerste lid,
en 30b van het RVV 1990.
2. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De kolom ‘Eisen’ wordt als volgt gewijzigd:
i. In de aanhef vervalt ‘met een maximummassa van meer dan 3.500 kg’ en: als bedoeld
in verordening 3821/85/EEG.
ii. In onderdeel a wordt ‘twee jaar’ vervangen door: 24 maanden.
b. In de kolom ‘Wijze van keuren’ komt het laatste gedachtestreepje te luiden:
AH
In de artikelen 5.3.20, tweede lid, 5.3.28, eerste en derde lid, 5.3.31, veertiende
lid, 5.3a.20, tweede lid, 5.3a.28, eerste en derde lid, en 5.3a.31, vijftiende lid,
wordt in de kolom ‘Wijze van keuren’ ‘zonodig’ vervangen door: zo nodig.
AI
In artikel 5.3.29, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘hoekverdraaing’
vervangen door ‘hoekverdraaiing’ en ‘bedrijfauto’s’ door: bedrijfsauto’s.
AJ
In de artikelen 5.3.35, derde lid, 5.3a.35, derde lid, en 5.12.35, derde lid, wordt
de kolom ‘Wijze van keuren’ als volgt gewijzigd:
1. Onder het tweede gedachtestreepje, onderdeel b, wordt ‘voorzover’ vervangen door:
voor zover.
2. Onder het derde gedachtestreepje, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘voorzover mogelijk
zonder demontage’ vervangen door: voor zover dit mogelijk is zonder demontage.
AK
Artikel 5.3.45, vierde lid, komt te luiden:
4.
|
De verplichting, bedoeld in het derde lid, geldt niet indien het onmogelijk is om
een trottoirspiegel zodanig te monteren dat:
a. geen enkel punt van de spiegel zich op een hoogte van minder dan 2,20 m boven het
wegdek bevindt, of
b. de spiegel volledig zichtbaar is vanaf de bestuurdersplaats.
|
Visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.
|
AL
Artikel 5.3.48 komt te luiden:
Artikel 5.3.48
|
Eisen
|
Wijze van Keuren
|
1.
|
Bedrijfsauto’s mogen geen scherpe delen hebben die in geval van botsing gevaar voor
lichamelijk letsel voor andere weggebruikers kunnen opleveren.
|
Leden 1 en 2: visuele controle.
|
2.
|
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, moeten uitstekende delen van bedrijfsauto’s
die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers
aanzienlijk kunnen vergroten, zijn afgeschermd.
|
|
3.
|
In aanvulling op het bepaalde in het eerste en tweede lid, mogen bedrijfsauto’s aan
de voorzijde niet zijn voorzien van voorzieningen die in geval van botsing de kans
op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten.
|
Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten
behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
|
4.
|
Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op voertuigdelen
en voorzieningen die zich hoger dan 2,00 m boven het wegdek bevinden.
|
Visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.
|
5.
|
De wielen onderscheidenlijk banden van bedrijfsauto’s:
a. met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg en in gebruik genomen na
31 december 1974:
1°. moeten zijn afgeschermd, en
2°. mogen niet aanlopen.
Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 102 tot en met 106, van toepassing.
b. met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg en in gebruik genomen vóór
1 januari 1975:
1°. moeten goed zijn afgeschermd, en
2°. mogen niet aanlopen.
c. met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg:
1°. moeten goed zijn afgeschermd;
2°. mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken, en
3°. mogen niet aanlopen.
|
Leden 5 tot en met 7: visuele controle.
|
6.
|
Bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg, in gebruik genomen
na 31 december 1969, moeten zijn voorzien van zijdelingse afscherming. Deze verplichting
geldt niet voor opleggertrekkers. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen
107 tot en met 111, van toepassing.
|
|
7.
|
Geen deel van de buitenzijde van de bedrijfsauto mag zodanig zijn bevestigd, beschadigd,
versleten of door corrosie zijn aangetast, dat gevaar bestaat voor losraken.
|
|
AM
In artikel 5.3.49, achtste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘7500 kg’ vervangen door:
7.500 kg.
AN
In artikel 5.3.49a, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, tweede volzin, wordt
de zinsnede ‘toegepast in dit voertuig wordt’ vervangen door: toegepast, wordt.
AO
In artikel 5.3.50, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.
AP
Artikel 5.3.51a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 en 2’ vervangen
door: Leden 1 tot en met 3.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en bedrijfsauto’s in
gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
|
Bedrijfsauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten,
die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende
striping, letters, cijfers of tekens die de auto herkenbaar maken als zijnde in gebruik
bij die diensten.
|
|
AQ
De artikelen 5.3.53, zevende lid, en 5.3a.53, zevende lid, komen te luiden:
7.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
AR
In de artikelen 5.3.55, vijfde lid, 5.3a.55, vijfde lid, 5.4.55, vijfde lid, 5.6.55,
vijfde lid, 5.7.55, vijfde lid, 5.9.55, eerste lid, 5.12.55, vijfde lid, 5.13.55,
vijfde lid, 5.14.55, vijfde lid, en 5.15.55, vijfde lid, wordt in de kolom ‘Eisen’
‘voorzover’ vervangen door: voor zover.
AS
In artikel 5.3.57, tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘genomen mits’ vervangen
door: genomen, mits.
AT
In de artikelen 5.3.65, 5.3a.65, 5.4.65, 5.5.65, 5.12.65, 5.13.65 en 5.15.65, tweede
lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘de artikelen 29, eerste lid,’ ingevoegd: en 30b.
AU
De artikelen 5.3.68 en 5.3a.68 worden als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘kontaktgedeelte’ vervangen
door: contactgedeelte.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt onder het eerste gedachtestreepje
(betreffende onderdeel a) ‘schroevedraaier’ vervangen door: schroevendraaier.
AV
Artikel 5.3.71, vijfde lid, komt te luiden:
5.
|
Met uitzondering van bedrijfsauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990
bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen bedrijfsauto’s
niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste
tot en met vierde lid.
|
|
AW
Artikel 5.3a.10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 7 tot en met 9’
vervangen door: Leden 7 tot en met 10.
2. Onder vernummering van het tiende lid tot het elfde lid, wordt een lid ingevoegd,
luidende:
10.
|
De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen
vuil en water.
|
|
AX
Artikel 5.3a.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid, onderdeel a, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘artikel 29 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990’ vervangen door: de artikelen 29, eerste lid,
en 30b van het RVV 1990.
2. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De kolom ‘Eisen’ wordt als volgt gewijzigd:
i. In de aanhef vervalt ‘met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg’ en:
als bedoeld in verordening 3821/85/EEG.
ii. In onderdeel a wordt ‘twee jaar’ vervangen door: 24 maanden.
b. In de kolom ‘Wijze van keuren’ komt het laatste gedachtestreepje te luiden:
AY
In artikel 5.3a.27, zevende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘de de loadindex’ vervangen
door: de loadindex.
AZ
In artikel 5.3a.29, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘hoekverdraaing’
vervangen door ‘hoekverdraaiing’ en ‘bedrijfauto’s’ door: bussen.
BA
In artikel 5.3a.41, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘De deuren
die direct toegang geven tot de personenruimte’ vervangen door: De bedrijfs- en nooddeuren
die direct toegang geven tot de personenruimte.
BB
Artikel 5.3a.47, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de kolom ‘Eisen’ wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.
2. In de kolom ‘Wijze van keuren’ wordt ‘Lid’ vervangen door: Leden.
BC
Artikel 5.3a.48 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Lid’ vervangen door: Leden.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.
3. In het vijftiende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘In afwijking van het
gestelde in de leden 10 tot en met 14 ten aanzien van de bevestigingsmiddelen en gordels’
vervangen door: In afwijking van hetgeen in het tiende tot en met veertiende lid ten
aanzien van de bevestigingsmiddelen en gordels is bepaald,.
BD
Artikel 5.3a.51a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 en 2’ vervangen
door: Leden 1 tot en met 3.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en bussen in gebruik
bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
|
Bussen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de
daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping,
letters, cijfers of tekens die de bus herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die
diensten.
|
|
BE
In artikel 5.3a.57, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, komt onderdeel v te luiden:
BF
Artikel 5.3a.71, vijfde lid, komt te luiden:
5.
|
Met uitzondering van bussen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde
diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen bussen niet zijn voorzien
van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste tot en met vierde
lid.
|
|
BG
Artikel 5.4.10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 6 tot en met 8’ vervangen
door: Leden 6 tot en met 9.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
9.
|
De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen
vuil en water.
|
|
BH
Artikel 5.4.51a komt te luiden:
Artikel 5.4.51a
|
Eisen
|
Wijze van Keuren
|
1.
|
Motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan een motorfiets in gebruik bij de in artikel
29, eerste lid, van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen
mogen voeren, moeten zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers
of tekens die de motorfiets of zijspanwagen verbonden aan een motorfiets herkenbaar
maken als zijnde in gebruik bij die diensten. Deze voertuigen moeten zijn voorzien
van geel zwaai-, flits- of knipperlicht.
|
Leden 1 tot en met 3: visuele controle.
|
2.
|
Het eerste lid geldt niet voor motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan motorfietsen
gedurende hun inzet voor onopvallende politietaken.
|
|
3.
|
Motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan motorfietsen in gebruik bij de in artikel
30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren,
mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die
de motorfiets of zijspanwagen verbonden aan een motorfiets herkenbaar maken als zijnde
in gebruik bij die diensten.
|
|
BI
Artikel 5.4.54, eerste lid, de kolom ‘Wijze van keuren’, komt te luiden:
Leden 1 en 2: visuele controle; in geval van twijfel wordt de afstand tussen de richtingaanwijzers
gemeten.
BJ
Artikel 5.4.57 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de kolom ‘Eisen’ wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
m door een puntkomma, een tweetal onderdelen toegevoegd, luidende:
b. De kolom ‘Wijze van keuren’ komt te luiden:
Leden 1 tot en met 5: visuele controle.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘genomen mits’ vervangen door: genomen,
mits.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
|
Verlichte transparanten:
a. moeten afzonderlijk zijn geschakeld;
b. mogen niet breder zijn dan het voertuig waarop de verlichting is gemonteerd, en
c. mogen niet langer zijn dan het voertuig waarop de verlichting is gemonteerd.
|
|
BK
Artikel 5.4.57a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, de kolom ‘Wijze van keuren’, komt te luiden:
Leden 1 en 2: visuele controle.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, vervalt: Visuele controle.
BL
Artikel 5.4.59, vijfde lid, komt te luiden:
5.
|
De dagrijlichten en bochtlichten mogen niet anders dan wit stralen.
|
|
BM
Artikel 5.4.71 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 2 tot en met 4’ vervangen
door: Leden 2 tot en met 5.
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5.
|
Met uitzondering van motorfietsen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990
bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen motorfietsen
niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste
tot en met vierde lid.
|
|
BN
Artikel 5.5.10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 2 tot en met 5: visuele controle.
2. Het vierde en vijfde lid komen te luiden:
4.
|
De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie,
van een CNG-tank, mag niet verstreken zijn.
|
|
5.
|
Op de CNG-installatie mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten dan die, welke
strikt noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de motor van het voertuig,
met uitzondering van een verwarmingsinstallatie ten behoeve van de personenruimte
of laadruimte.
|
|
BO
Artikel 5.5.45 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 1 tot en met 5: visuele controle.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, komt de laatste volzin te luiden:
Deze eis geldt niet voor voertuigen die in gebruik zijn genomen vóór 17 juni 2003
en voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b.
3. Het vierde lid komt te luiden:
4.
|
De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd.
|
|
BP
Artikel 5.5.51a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, de kolom ‘Wijze van keuren’, komt te luiden:
Leden 1 tot en met 3: visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de
periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.
2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en driewielige motorrijtuigen
in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
|
Driewielige motorrijtuigen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde
diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende
striping, letters, cijfers of tekens die het motorrijtuig herkenbaar maken als zijnde
in gebruik bij die diensten.
|
|
BQ
Artikel 5.5.71, vijfde lid, komt te luiden:
5.
|
Met uitzondering van driewielige motorrijtuigen in gebruik bij de in artikel 30b van
het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen
driewielige motorrijtuigen niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen
dan bedoeld in het eerste tot en met vierde lid.
|
|
BR
In artikel 5.6.31, derde lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘50kg’ vervangen
door: 50 kg.
BS
In artikel 5.6.79, negende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘hetwapeningsmateriaal’
vervangen door: het wapeningsmateriaal.
BT
In artikel 5.8.38, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘ontkoppeld zijn’ een
komma ingevoegd.
BU
In artikel 5.10.8, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘voldoen aan
aan de in artikel 1.1 vermelde maximumconstructiesnelheid’ vervangen door: voldoen
aan de in artikel 1.1 vermelde maximumconstructiesnelheid.
BV
Artikel 5.10.45 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 1 tot en met 4: visuele controle.
2. Het derde lid komt te luiden:
3.
|
De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd.
|
|
BW
Artikel 5.12.31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het negende lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ’Zonodig’ vervangen door:
Zo nodig.
2. In het tiende lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 10 en 11: visuele controle.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11.
|
Aanhangwagens waarvan de som van de toegestane aslasten meer dan 750 kg maar niet
meer dan 3.500 kg bedraagt, in gebruik genomen na 1 mei 2016, met uitzondering van
aanhangwagens met een stijve dissel en middenasaanhangwagens, mogen niet zijn voorzien
van een oploopremsysteem.
|
|
BX
In artikel 5.12.49, derde lid, laatste volzin, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘betonmolen
of betonpomp’ vervangen door: betonmolen, betonmixer of betonpomp.
BY
In artikel 5.12.51 komen de onderdelen m en n te luiden:
m.
|
lijnmarkering aan de achterzijde, indien het voertuig breder is dan 2,10 m, na 31 december
2012 in gebruik is genomen en de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan
3.500 kg; hierbij is bijlage VIII, artikel 153, van toepassing;
|
|
n.
|
lijnmarkering aan de zijkant, indien het voertuig langer is dan 6,00 m, na 31 december
2012 in gebruik is genomen en de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan
3.500 kg; hierbij is bijlage VIII, artikel 153, van toepassing.
|
|
BZ
Artikel 5.12.53, zesde lid, komt te luiden:
6.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
CA
In artikel 5.12.57, tweede lid, laatste volzin, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘onderdeel
h’ vervangen door: onderdeel i.
CB
De artikelen 5.12.59, derde lid, en 5.13.59, derde lid, komen te luiden:
3.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
CC
Artikel 5.13.53 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 tot en met 5’ vervangen
door: Leden 1 tot en met 6.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6.
|
De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering
van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.
|
|
CD
In artikel 5.13.57, eerste lid, onderdeel a, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘het voertuig’
ingevoegd: niet.
CE
In artikel 5.14.6, eerste lid, onderdeel b, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘2,60 m’ vervangen:
2,55 m.
CF
Artikel 5.18.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt na ‘tweewielig motorvoertuig’ ingevoegd: of samenstel van
voertuigen.
2. Het zevende lid komt te luiden:
CG
In artikel 5.18.5, eerste lid, wordt ‘gezichtveldverbeterende voorzieningen’ vervangen
door: gezichtsveldverbeterende voorzieningen.
CH
In artikel 5.18.9, tweede lid, wordt na ‘noodzakelijk’ een komma ingevoegd.
CI
Artikel 5.18.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
-
3. In de afmetingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn afneembare bovenbouwen,
gestandaardiseerde laadstructuren en verwisselbare uitrustingsstukken inbegrepen.
2. In het vijfde lid wordt na ‘vierde lid’ een komma ingevoegd.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
11. Een uitschuifbaar voertuig is in onbeladen toestand geheel ingeschoven, tenzij de
uitgeschoven delen zijn voorzien van zijdelingse afscherming als bedoeld in artikel
5.12.48, vijfde lid, in welk geval het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 107 tot
en met 111, met uitzondering van de artikelen 109, tweede lid, en 110, tweede lid,
van overeenkomstige toepassing is.
CJ
Artikel 5.18.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Het eerste lid, met uitzondering van onderdeel e, is niet van toepassing op samenstellen
van voertuigen, zijnde kermis- of circusvoertuigen.
2. Het vijfde lid komt te luiden:
-
5. Ter ondersteuning van de lading mag de laadvloer worden verlengd voor zover daardoor
de in de artikelen 5.3.6, eerste lid, onderdeel a, 5.12.6, eerste lid, en 5.18.11,
eerste en tweede lid, opgenomen afmetingen niet worden overschreden. Lading mag niet
uitsluitend op de laadvloerverlenging rusten.
CK
In artikel 5.18.16, vijfde lid, derde volzin, wordt ‘Wanner’ vervangen door: Wanneer.
CL
In artikel 5.18.17b, tweede lid, wordt zowel in de aanhef als in onderdeel b ‘bedrijfauto’
vervangen door: bedrijfsauto.
CM
Artikel 5.18.17c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, tweede volzin, komt te luiden:
Bij middenasaanhangwagens en opleggers mag de som van de aslasten van het voertuig
in beladen toestand in combinatie met een positieve last onder de koppeling van het
voertuig in beladen toestand, niet meer bedragen dan de toegestane maximummassa.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In het de eerste volzin wordt na ‘is geregistreerd’ een komma ingevoegd.
b. In zowel de eerste volzin als de tweede volzin, wordt de zinsnede ‘vermeerderd met
de last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand’ vervangen door: in
combinatie met een positieve last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand,.
CN
In artikel 5.18.17d, tweede lid, onderdeel e, onder 4°, wordt na ‘9.000 kg per as’
een komma ingevoegd.
CO
In de artikelen 5.18.17d, tweede lid, onderdelen d, onder 3°, tweede gedachtestreepje,
en e, onder 4°, en 5.18.17e, onderdelen d, onder 2°, i en j, wordt de zinsnede ‘in
het kader van de EG’ vervangen door: in EU-verband.
CP
In artikel 5.18.17e, tweede lid, onderdeel k, aanhef, wordt ‘te zamen’ vervangen door:
tezamen.
CQ
Artikel 5.18.17g wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef komt te luiden:
Indien de bedrijfsauto, bus of dolly niet in Nederland is geregistreerd, mag de toegestane
maximum te trekken massa van een aanhangwagen, alsmede van een samenstel van een dolly
met oplegger, niet meer bedragen dan de laagste van de volgende waarden:
b. In onderdeel a, onder 2°, wordt ‘subonderdeel’ vervangen door: onderdeel.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3. Indien in het kentekenregister of op de kentekencard dan wel het kentekenbewijs van
een bedrijfsauto, bus of dolly geen maximum te trekken massa aanhangwagen is vermeld,
mag geen aanhangwagen worden voortbewogen.
CR
Artikel 5.18.18a, vierde lid, komt te luiden:
CS
Artikel 5.18.20 komt te luiden:
Artikel 5.18.20
De lengte van samenstellen van landbouw- of bosbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte
snelheid en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken machines,
dan wel een combinatie hiervan, mag met inbegrip van één of meer verwisselbare uitrustingsstukken
niet meer bedragen dan 18,75 m.
CT
Artikel 5.18.21, derde lid, komt te luiden:
3. Ter ondersteuning van de lading mag de laadvloer worden verlengd voor zover daardoor
de in de artikelen 5.7.6, eerste lid, onderdeel a, 5.8.6, eerste lid, onderdeel a,
en 5.18.20 opgenomen afmetingen niet worden overschreden. Lading mag niet uitsluitend
op de laadvloerverlenging rusten.
CU
Artikel 5.18.23 komt te luiden:
Artikel 5.18.23
De hoogte van landbouw- of bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid,
alsmede van daardoor voortbewogen aanhangwagens, mag met inbegrip van de lading en
één of meerdere verwisselbare uitrustingsstukken niet meer bedragen dan 4,00 m.
CV
Artikel 5.18.25 komt te luiden:
Artikel 5.18.25
-
1. De totale massa van landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid,
of van samenstellen van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer
verwisselbare getrokken machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 50.000 kg.
-
2. De last onder enige as van landbouw- of bosbouwtrekkers, of van samenstellen van
deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken
machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan:
-
3. De last onder enige as van motorrijtuigen met beperkte snelheid, of van samenstellen
van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken
machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 10.000 kg.
-
4. De som van de aslasten van landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte
snelheid, of van samenstellen van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of
één of meer verwisselbare getrokken machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen
dan 50.000 kg.
CW
In artikel 5.18.34, derde lid, tweede volzin, wordt na ‘ontbreekt’ een komma ingevoegd.
CX
In artikel 5.18.43, tweede lid, aanhef, wordt na ‘motor,’ een spatie ingevoegd.
CY
In artikel 5.18.47, derde lid, wordt na ‘beschadigd,’ een spatie ingevoegd.
CZ
Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel e wordt na ‘personenauto’ een komma ingevoegd.
b. In onderdeel f wordt na ‘3.500 kg’ een komma ingevoegd.
c. In onderdeel g wordt na ‘aanhangwagens’ een komma ingevoegd.
d. In onderdeel i wordt na ‘rijklare toestand’ een komma ingevoegd.
e. Onderdeel k komt te luiden:
f. In onderdeel l wordt na ‘bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van meer dan
3.500 kg’ een komma ingevoegd.
g. In onderdeel m wordt na ‘voertuigen’ een komma ingevoegd.
h. In de onderdelen o en v wordt na ‘motorvoertuigen’ een komma ingevoegd.
i. In onderdeel r wordt na ‘bromfietsen’ een komma ingevoegd.
j. In onderdeel s wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.
2. In het derde lid, onderdelen a en b, wordt ‘Bijlage Va bij deze regeling’ vervangen
door: bijlage Va.
3. In het derde lid, onderdeel a, in lid 3a en in het vierde lid, wordt ‘Bijlage IV’
vervangen door: bijlage IV.
4. In lid 3a wordt ‘Bijlage X bij deze regeling’ vervangen door ‘bijlage X’ en ‘Bijlage
X, hoofdstuk 1’ door: bijlage X, hoofdstuk 1.
5. In het vierde lid wordt ‘Bijlage X, hoofdstuk 2, bij deze regeling’ vervangen door:
bijlage X, hoofdstuk 2.
DA
In artikel 8.1.3, eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede ‘De onder a tot en met h,
j en k vermelde meetmiddelen’ vervangen door: De meetmiddelen, genoemd onder a tot
en met h, j en k,.
DB
In de artikelen 8.1.3, tweede lid, 8.1.4a, tweede en derde lid, 8.1.5, tweede lid,
en 8.1.10, eerste lid, wordt ‘afdeling 3 en 4’ vervangen door: de afdelingen 3 en
4.
DC
In artikel 8.1.4, onder b, wordt ‘bijlage I en bijlage MI-10’ vervangen door: de bijlagen
I en MI-10.
DD
In artikel 8.1.5, derde lid, wordt ‘bijlagen I en bijlage MI-10’ vervangen door: bijlagen
I en MI-10.
DE
In artikel 8.1.11 wordt ‘Voorzover’ vervangen door: Voor zover.
DF
Artikel 8.2.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de laatste volzin.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘De in het eerste lid bedoelde keuringsinstelling’
vervangen door: De keuringsinstelling, bedoeld in het eerste lid,.
3. Het derde lid komt te luiden:
-
3. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kan door de Minister van Infrastructuur
en Milieu worden ingetrokken, indien de betrokken keuringsinstelling:
-
a. daarom verzoekt;
-
b. niet meer beschikt over het kwaliteitssysteem, bedoeld in het tweede lid; of
-
c. één of meer van de in dit hoofdstuk opgenomen bepalingen niet naleeft.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
DG
In artikel 8.2.7, onderdeel e, wordt ‘sub 2’ vervangen door: onder 2°.
DH
Artikel 8.2.9, eerste lid, komt te luiden:
-
1. De erkenning, bedoeld in artikel 8.2.3, eerste lid, wordt door de keuringsinstelling
bij beschikking ingetrokken, indien:
-
a. niet langer wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de artikelen 8.2.4 en 8.2.5;
-
b. één of meer van de verplichtingen, bedoeld in artikel 8.2.7, niet wordt dan wel worden
nageleefd; of
-
c. de financiële verplichting, bedoeld in artikel 8.2.10, niet wordt nageleefd.
DI
In artikel 8.2.10 wordt ‘terzake’ vervangen door: ter zake.
DJ
Artikel 8.2.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt de aanduiding ‘I.’ vervangen door ‘1°.’ en de aanduiding ‘II.’
door: 2°.
2. In onderdeel d wordt ‘voorzover’ vervangen door: voor zover.
DK
Artikel 8.2.15, eerste lid, komt te luiden:
-
1. De erkenning, bedoeld in artikel 8.2.11, eerste lid, wordt door de keuringsinstelling
bij beschikking ingetrokken, indien:
-
a. niet langer wordt voldaan aan de eisen, bedoeld artikel 8.2.11, tweede lid;
-
b. één of meer van de verplichtingen, bedoeld in artikel 8.2.14, niet wordt dan wel worden
nageleefd; of
-
c. de financiële verplichting, bedoeld in artikel 8.2.16, niet wordt nageleefd.
DL
In artikel 8.3.4, derde lid, tweede volzin, wordt na ‘voldaan’ een komma ingevoegd.
DM
Artikel 8.3.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘fabrikaat’ vervangen door: fabricaat.
b. In sluitstuk wordt ‘aanduidingen a tot en met e’ vervangen door ‘aanduidingen, genoemd
onder a tot en met e,’ en ‘aanduidingen f tot en met h’ door: aanduidingen, genoemd
onder f tot en met h,.
2. In het tweede lid wordt na ‘registratie-inrichting’ een komma ingevoegd.
3. In het derde lid wordt de zinsnede ‘het meetmiddel moeten in de Nederlandse taal
zijn gesteld’ vervangen door: het meetmiddel, zijn in de Nederlandse taal gesteld.
4. Het vierde lid komt te luiden:
DN
In artikel 8.3.8, tweede volzin, wordt na ‘voldaan’ een komma ingevoegd.
DO
In artikel 8.3.10, onderdeel d, wordt de zinsnede ‘de door de programmatuur zelf gegenereerde
identificatiecode als bedoeld onder c’ vervangen door: de door de programmatuur zelf
gegenereerde identificatiecode, bedoeld in onderdeel c.
DP
In artikel 8.3.11, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘blijft certificeren, en;’ vervangen
door: blijft certificeren; en.
DQ
Artikel 8.3.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na ‘meetmiddelen’ een komma ingevoegd.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘Indien de in het eerste lid bedoelde combinatie’
vervangen door ‘Indien de combinatie, bedoeld in het eerste lid,’ en wordt na ‘meetmiddel’
een komma ingevoegd.
3. Het derde lid komt te luiden:
-
3. Een testcertificaat als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, moet zijn afgegeven
door een keuringsinstelling op grond van een door die instelling uitgevoerd onderzoek,
waarbij is vastgesteld dat aan de eisen, genoemd in artikel 8.3.11, is voldaan.
DR
In artikel 8.3.14, eerste lid, wordt ‘controle certificaat’ vervangen door: controlecertificaat.
DS
In artikel 8.4.3, onderdeel d, wordt ‘software-routine’ vervangen door ‘softwareroutine’
en wordt na ‘vereist’ een komma ingevoegd.
DT
In artikel 8.4.5, onderdeel d, wordt na ‘de effectieve waarde van het optisch filter’
een komma ingevoegd.
DU
Artikel 8.4.8, derde lid, komt te luiden:
DV
Artikel 8.4.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt ‘afdruk-inrichting’ vervangen door: afdrukinrichting.
b. Onderdeel d wordt als volgt gewijzigd:
i. Onder 1° wordt ‘gasgeven’ vervangen door: gas geven.
ii. Onder 4° wordt de zinsnede ‘het teken als bedoeld in artikel 8.4.3, onderdeel e’
vervangen door: het teken, bedoeld in artikel 8.4.3, onderdeel e’.
2. Het derde lid komt te luiden:
DW
Artikel 8.4.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste wordt ‘zoals bedoeld’ vervangen door: bedoeld.
2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘de gegevens als bedoeld in artikel 8.4.10, eerste lid, onderdelen
b en c’ vervangen door: de gegevens, bedoeld in artikel 8.4.10, eerste lid, onderdelen
b en c.
b. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
i. Onderdeel 1° komt te luiden:
ii. Onder 2° wordt ‘zoals bedoeld’ vervangen door: bedoeld.
DX
Artikel 8.4.26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘moet worden weergegeven’ vervangen door: wordt
weergegeven.
2. Onderdeel b komt te luiden:
3. Onderdeel c komt te luiden:
DY
Artikel 8.4.28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘dient te geschieden’ vervangen door: geschiedt.
2. In onderdeel d, aanhef, wordt ‘moet bedragen’ vervangen door: bedraagt.
DZ
In artikel 8.4.31, tweede lid, wordt na ‘standaanwijsinrichting’ een komma ingevoegd.
EA
In artikel 8.4.32, onderdeel b, wordt na ‘voldaan’ een komma ingevoegd.
EB
In artikel 8.4.34, zesde lid, wordt de zinsnede ‘de analoge registratie zoals bedoeld
in artikel 8.4.39, derde lid’ vervangen door: de analoge registratie, bedoeld in artikel
8.4.39, derde lid.
EC
In artikel 8.4.39, vierde lid, wordt de zinsnede ‘de registratiepositie zoals bedoeld
in het derde lid’ vervangen door: de registratiepositie, bedoeld in het derde lid.
ED
Artikel 8.4.41, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding ‘A.’ wordt vervangen door ‘1°.’, de aanduiding ‘B.’ door ‘2°.’, de
aanduiding ‘C.’ door ‘3°.’ en de aanduiding ‘D.’ door: 4°.
2. In onderdeel 4° (nieuw) wordt ‘onder C’ vervangen door: onder 3°.
EE
In artikel 8.4.42, in de begripsbepaling van ‘klasse I rollenremtestbank’, wordt na
de zinsnede ‘maximum massa van meer dan 3.500 kg’ een komma ingevoegd.
EF
In artikel 8.4.49 wordt na ‘maximale fouten’ een komma ingevoegd.
EG
In de artikelen 8.4.51, 8.4.75b, derde lid, en 8.4.95, wordt na ‘aangewezen waarde’
een komma ingevoegd.
EH
In artikel 8.4.52 wordt de zinsnede ‘zijn de gestelde eisen aan remkracht bedoeld
in de paragrafen 7.2.4 tot en met 7.2.6 van overeenkomstige toepassing.’ vervangen
door: zijn de in de paragrafen 7.2.4 tot en met 7.2.6 aan remkracht gestelde eisen,
van overeenkomstige toepassing.
EI
In artikel 8.4.59a, eerste lid, wordt de zinsnede ‘de berekende extrapolatiewaarde
zoals bedoeld in artikel 8.4.69,’ vervangen door: de berekende extrapolatiewaarde,
bedoeld in artikel 8.4.69,.
EJ
In de artikelen 8.4.59b, tweede lid, en 8.4.65, onderdeel b, onder 1°, wordt na ‘gepresenteerd’
een komma ingevoegd.
EK
In artikel 8.4.64, tweede lid, wordt de zinsnede ‘de rotatieperiode als bedoeld in
het eerste lid’ vervangen door: de rotatieperiode, bedoeld in het eerste lid.
EL
In artikel 8.4.65, onderdeel b, onder 2°, wordt de zinsnede ‘de onder 1 vermelde hoogst
gemiddelde waarde’ vervangen door: de hoogst gemiddelde waarde, bedoeld onder 1°.
EM
Artikel 8.4.71 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel a komt te luiden:
a. de informatie, bedoeld in artikel 8.3.5, derde lid;
b. In onderdeel c, onder 2°, wordt ’c.q.’ vervangen door: onderscheidenlijk.
2. Het tweede lid komt te luiden:
EN
Artikel 8.4.72, tweede lid, komt te luiden:
-
2. Ten aanzien van rollenremtestbanken als bedoeld in het eerste lid, bedraagt in afwijking
van de eisen gesteld aan meetnauwkeurigheid de maximale fout, in plus en in min, bij
een kracht:
EO
Artikel 8.4.73 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘drie jaar’ vervangen door: 36 maanden.
2. In het tweede lid, aanhef, wordt ‘3 jaar’ vervangen door: 36 maanden.
EP
Artikel 8.4.75b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt na ‘maximale fout’ een komma ingevoegd.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘als bedoeld in het tweede lid’ vervangen door:
bedoeld in het eerste lid.
EQ
In artikel 8.4.75c, tweede lid, wordt na ‘is’ een komma ingevoegd.
ER
Artikel 8.4.76 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na ‘1 januari 2012’ een komma ingevoegd.
2. In het tweede lid wordt na de zinsnede ‘in gebruik genomen zijn’ een komma ingevoegd.
ES
In hoofdstuk 8, afdeling 4, wordt in het opschrift van paragraaf 9, ‘lambda-bepaling’
vervangen door: lambdabepaling.
ET
Artikel 8.4.77 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling van ‘controle-inrichting’ wordt de zinsnede ‘(zoals bv. een
waarschuwingslamp, geluidssignaal, het afbreken van de meting) verstaan;’ vervangen
door: verstaan, zoals een waarschuwingslamp, een geluidssignaal of het afbreken van
de meting;.
2. In de begripsbepaling van ‘interne justeerinrichting’ wordt ‘kalibratie-gas’ vervangen
door: kalibratiegas.
3. De begripsbepaling van ‘justeerinrichting met kalibratie-gas’ komt te luiden:
- justeerinrichting met kalibratiegas:
-
voorziening om het instrument af te regelen op de waarde van een kalibratiegas;
4. De begripsbepaling van ‘kalibratie-gas’ komt te luiden:
- kalibratiegas:
-
een stabiel gasmengsel met bekende samenstelling, gebruikt voor de periodieke controle
en diverse keuringen van het instrument;
EU
Artikel 8.4.84 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt de zinsnede ‘De in artikel 8.4.83 vermelde maximale fouten onder
gebruiksomstandigheden’ vervangen door: De maximale fouten onder gebruiksomstandigheden,
bedoeld in artikel 8.4.83.
b. Onderdeel a komt te luiden:
2. In het achtste lid, aanhef, wordt ‘lambda-waarde’ vervangen door: lambdawaarde.
3. In het negende lid wordt ‘4 uur’ vervangen door ‘vier uur’ en ‘drift-compensatie’
door: driftcompensatie.
4. Het vierde lid, onderdeel a, komt te luiden:
5. In het tiende lid wordt ‘20 opeenvolgende metingen’ vervangen door ‘twintig opeenvolgende
metingen’ en ‘20 resultaten’ door: twintig resultaten.
EV
Artikel 8.4.85 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt ‘½ uur’ vervangen door ‘een half uur’ en ‘HC bestanddeel’
door: HC-bestanddeel.
2. In vijfde lid, onderdeel b, wordt ‘kalibratie-gas’ vervangen door: kalibratiegas.
EW
In artikel 8.4.86 wordt na ‘toerenteller’ een komma ingevoegd.
EX
Artikel 8.4.87 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘controle-inrichting(en)’ vervangen door: controle-inrichtingen.
2.- In het derde lid wordt ‘O2 kanaal’ vervangen door O2-kanaal.
EY
Artikel 8.4.88 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt de zinsnede ‘een onderzoek zoals bedoeld in artikel 8.1.11’
vervangen door: een onderzoek als bedoeld in artikel 8.1.11.
2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘het tijdelijk vastgestelde justeerinterval
zoals bedoeld in het vierde lid van kracht tenzij’ vervangen door: het tijdelijk vastgestelde
justeerinterval, bedoeld in het vierde lid, van kracht, tenzij.
EZ
Artikel 8.4.89a, tweede lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding ‘I.’ wordt vervangen door ‘1°.’, de aanduiding ‘II.’ door ‘2°.’ en
de aanduiding ‘III.’ door: 3°.
2. In onderdeel 1° (nieuw) wordt de zinsnede ‘10 graad Celsius tot en met 33 graad Celsius’
vervangen door: 10 °C tot en met 33 °C.
FA
In artikel 8.4.94 wordt na ‘maximale fout’ een komma ingevoegd.
FB
Artikel 8.4.103, tweede lid, komt te luiden:
FC
In artikel 11.7 wordt zowel na het woord ‘aangevraagd’ als na het woord ‘gevraagd’
als na het woord ‘behoren’, een komma ingevoegd.
FD
In artikel 11.8, tweede lid, alsmede in bijlage IV, artikel 5, eerste lid, aanhef,
wordt ‘voor 30 april 2009’ vervangen door: vóór 29 april 2009.
FE
In artikel 11.9 wordt ‘na 29 april’ vervangen door: na 28 april 2009.
FF
Artikel 11.10 vervalt.
FG
In artikel 11.12 wordt ‘voorleend’ vervangen door: verleend.
FH
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanduiding ‘1.’ voor de zinsnede ‘In deze bijlage wordt verstaan onder:’ vervalt.
b. In de begripsbepaling van ‘samengesteld voertuig’ wordt ‘een voertuig,’ vervangen
door: voertuig.
c. In de begripsbepaling van ‘model’, aanhef, wordt zowel na ‘voertuigfabrikant’ als
na ‘vallen’ een komma ingevoegd.
d. In de begripsbepaling van ‘voertuigidentificatienummer’ wordt ‘een gestructureerde
combinatie’ vervangen door: gestructureerde combinatie.
2. Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4. Toegekende en vastgestelde voertuigidentificatienummer
In aanvulling op de artikelen 2 en 3, moet het aan het voertuig door de voertuigfabrikant
toegekende en door de Dienst Wegverkeer voor hetzelfde voertuig vastgestelde voertuigidentificatienummer
op een vast voertuigdeel van het voertuig zijn ingeslagen. Indien het voertuig niet
van een ingeslagen voertuigidentificatienummer is voorzien, wordt door de Dienst Wegverkeer
op de wijze, bedoeld in artikel 11, een voertuigidentificatienummer ingeslagen.
3. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘mag wanneer’ vervangen door: mag, indien.
b. In het derde lid wordt de zinsnede ‘In aanvulling op het vermelde in het tweede lid
geldt dat in geval’ vervangen door: In aanvulling op het tweede lid, geldt dat wanneer.
c. In het derde, vijfde en zesde lid, wordt ‘door de Dienst Wegverkeer’ vervangen door:
door deze dienst.
d. In het zevende lid wordt de zinsnede ‘betreft dan wordt’ vervangen door ‘betreft,
wordt’ en vervalt: bij deze bijlage.
4. In artikel 8, tweede lid, wordt na ‘gehele carrosserie’ een komma ingevoegd.
5. In artikel 9 wordt na ‘een frame’ een komma ingevoegd.
6. In artikel 10 wordt na ‘carrosserie’ een komma ingevoegd.
7. Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:
HOOFDSTUK 2. INSLAG VAN HET VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
8. In artikel 12 wordt de zinsnede ‘de wijze bedoeld in hoofdstuk 1 van deze bijlage’
vervangen door: de wijze, bedoeld in hoofdstuk 1.
FI
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1, tweede lid, in de begripsbepaling van ‘richtlijn 1999/37/EG’, wordt
‘richtlijn nr. 1999/37/EG’ vervangen door ‘Richtlijn 1999/37/EG’ en ‘PbEG L 138’ door:
PbEG 1999, L 138.
2. In de artikelen 3 en 10, derde lid, vervalt: van deze bijlage.
3. In artikel 9 wordt de komma na ‘vastgesteld’ vervangen door een spatie.
FJ
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1, tweede lid, in de begripsbepalingen van ‘VN/ECE-reglement 36’, ‘VN/ECE-reglement
52’ en ‘VN/ECE-reglement 107’, wordt ‘bijlage VA bij deze regeling’ vervangen door:
bijlage Va.
2. Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. toelatingseisen, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van het
voertuig, met uitzondering van de eisen gesteld met betrekking tot zijdelingse afscherming
na de voorste achteras aan voertuigen van de voertuigcategorieën N en O; en
3. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, aanhef, wordt na ‘rolstoel’ een komma ingevoegd.
b. In het tweede lid wordt na ‘ligplaats’ een komma ingevoegd.
c. In het derde lid wordt na ‘31 december 2011’ een komma ingevoegd.
4. Annex 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
i. In de begripsbepaling van ‘compartiment’ wordt ‘3 personen’ vervangen door: drie
personen.
ii. In de begripsbepaling van ‘hoofddoorgang’ wordt ‘de ruimte, waardoor’ vervangen door
‘ruimte waardoor’ en wordt na ‘zijn geplaatst’ een komma ingevoegd.
iii. In de begripsbepaling van ‘keuringseisen’ wordt de zinsnede ‘omschreven in hoofdstuk
2 van de onderhavige regeling’ vervangen door: bedoeld in hoofdstuk 2.
iv. In de begripsbepaling van ‘ligbank’ wordt ‘en/of’ vervangen door: of.
b. In de artikelen 4, eerste lid, 5, derde lid, onder a, 14, derde lid en vijfde lid,
onder c, 16, eerste lid, onder b, 23, 24, derde lid, onder a en b, en zesde lid, onder
b, 26, vierde lid, onder b, 28, elfde lid, en 29, eerste lid, onder f, en vijfde lid,
wordt ‘vertikaal’ vervangen door: verticaal.
c. In artikel 5, derde lid, onder b, vervalt de zinsnede: of NEN 3883.
d. Artikel 24, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
i. In de aanhef wordt ‘t.o.v.’ vervangen door ‘ten opzichte van’ en wordt na ‘horizontaal
vlak’ een komma ingevoegd.
ii. In onderdeel b wordt na ‘bevindt’ een komma ingevoegd.
e. In artikel 39, tiende lid, wordt ‘zonodig’ vervangen door: zo nodig.
FK
Bijlage Vb wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift van paragraaf 1 komt te luiden:
2. In de artikelen 3, 4, 5, aanhef, 6, eerste lid, 7, vierde lid, 8, eerste lid, 14,
15, aanhef, 16, eerste lid, 17, derde lid, 18, eerste lid, 22, 23 en 24, aanhef, vervalt:
bij deze bijlage.
3. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt na ‘geel’ een dubbele punt ingevoegd.
b. In onderdeel b wordt na ‘purper’ een dubbele punt ingevoegd.
4. Annex 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 1, behorende bij de artikelen 3, 4, 5, 6, eerste lid, 7, vierde lid, 8, eerste
lid, en 22
b. In onderdeel A, onder 6, wordt ‘de meetapparatuur zoals bedoeld’ vervangen door:
de meetapparatuur, bedoeld.
c. In onderdeel B wordt ‘25 °’ vervangen door: 25 °C.
5. Het opschrift van annex 2 komt te luiden:
Annex 2, behorende bij de artikelen 14, 15, 16, eerste lid, 17, derde lid, en 18,
eerste lid
6. Annex 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 3, behorende bij de artikelen 23 en 24
b. In onderdeel A, onder 6, wordt ‘de meetapparatuur zoals bedoeld’ vervangen door:
de meetapparatuur, bedoeld.
FL
Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het derde lid wordt na ‘zijn’ een komma ingevoegd.
b. In het vijfde lid wordt de zinsnede ‘bedrijfsuitgang, als bedoeld in het vierde lid,
te grenzen’ vervangen door: bedrijfsuitgang als bedoeld in het vierde lid te grenzen,.
c. In het negende lid wordt na ‘bedrijfsuitgang’ een komma ingevoegd.
2. In de artikelen 3.3, tweede en derde lid, zesde lid, aanhef, en zevende lid, aanhef,
en 4, tweede lid, wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.
3. Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het vierde en het vijfde lid worden vernummerd tot vijfde onderscheidenlijk zesde
lid.
b. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
4. Ten aanzien van het bepaalde in het eerst en derde lid, blijft een afsluitmechanisme
dat bij inschakeling voorkomt dat de deur kan worden geopend vanaf de buitenzijde
en dat binnen het voertuig voorziet in een inrichting voor in- en uitschakeling van
de afsluiting, alsmede een kinderslot, buiten beschouwing.
4. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘Een doorgang met uitzondering van de doorgangen
als bedoeld’ vervangen door: Een doorgang, met uitzondering van de doorgangen, bedoeld.
b. In het zesde lid wordt ‘omschre ven’ vervangen door: omschreven.
c. In het achtste en elfde lid wordt ‘de afmetingen als bedoeld’ vervangen door: de
afmetingen, bedoeld.
d. In het twaalfde lid vervalt na ‘doorgang’ de komma.
5. In artikel 5, tweede lid, wordt na de zinsnede ‘verticaal dwarsvlak rakend aan de
voorzijde van de zitting’ een komma ingevoegd.
6. In artikel 6, derde lid, wordt ‘de breedte als bedoeld’ vervangen door: de breedte,
bedoeld.
FM
Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 2, onderdeel c, komt te luiden:
-
c. brandstof dan wel brandstoffen, waarbij:
-
– ‘A’ staat voor alcohol;
-
– ‘B’ staat voor benzine;
-
– ‘C’ staat voor LNG;
-
– ‘D’ staat voor diesel;
-
– ‘E’ staat voor elektriciteit;
-
– ‘E/B’, ‘E/D’, ‘E/G’ of een andere combinatie waarin een ‘E’ voorkomt, staat voor hybride;
-
– ‘G’ staat voor LPG;
-
– ‘H’ staat voor CNG;
-
– ‘W’ staat voor waterstof.
Een combinatie van brandstoffen wordt aangeduid met meerdere letters.
Indien in het kentekenregister de brandstofcode ‘C’, ‘G’ of ‘H’ niet is vermeld, mogen
de volgende onderdelen van een LNG-, LPG- of CNG-installatie niet zijn gemonteerd:
-
1°. verdamper, drukregelaar of ander brandstofdoseringssysteem. Een uitlaatstift die bij
een luchtgekoelde motor als verdamper fungeert, hoeft niet te worden verwijderd;
-
2°. LNG-, LPG- of CNG-tank;
-
3°. gasafsluiter;
-
4°. gasmengstuk;
-
5°. inspuitstukken, tenzij deze definitief zijn afgeplugd;
-
6°. inspuitstukadapter, tenzij deze definitief is afgeplugd;
-
7°. buitenvulklep, tenzij deze definitief is afgeplugd;
-
8°. hogedrukleiding, met uitzondering van het gedeelte dat rechtstreeks vast tegen de
onderzijde van het voertuig is bevestigd.
2. In artikel 3, eerste lid, aanhef, wordt ‘aanhangwagenéén’ vervangen door: aanhangwagen
één.
3. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, onderdeel b, wordt zowel na ‘toegestaan’ als na ‘met bouten’ een
komma ingevoegd.
b. In het tweede lid wordt ‘zoals bedoeld in het eerste lid’ vervangen door: als bedoeld
in het eerste lid, onderdelen a en b,.
4. In artikel 30, derde lid, wordt ‘de meetcondities als bedoeld in artikel 31’ vervangen
door: de meetcondities, bedoeld in artikel 31,.
5. In artikel 32, onderdeel f, wordt ‘bedrijfauto’s’ vervangen door: bedrijfsauto’s.
6. In artikel 33, derde lid, wordt ‘de meetcondities als bedoeld in artikel 34’ vervangen
door: de meetcondities, bedoeld in artikel 34,.
7. In artikel 36, derde lid, wordt ‘de meetcondities als bedoeld in artikel 37’ vervangen
door: de meetcondities, bedoeld in artikel 37,.
8. Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
i. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 5.6.11, vijfde lid, van
hoofdstuk 5 van deze regeling,’ vervangen door: bedoeld in artikel 5.6.11, vierde
lid,.
ii. In onderdeel b wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 5.6.11, vierde lid, van
hoofdstuk 5 van deze regeling,’ vervangen door: als bedoeld in artikel 5.6.11, derde
lid,.
b. In het vierde lid wordt de zinsnede ‘het gestelde maximum geluidsniveau als bedoeld
in artikel 5.6.11 van deze regeling’ vervangen door: het maximum geluidsniveau, bedoeld
in artikel 5.6.11.
9. Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de onderdelen f en h wordt ‘artikel 5.6.11, vijfde lid, van hoofdstuk 5 van deze
regeling’ vervangen door: artikel 5.6.11, vierde lid.
b. In de onderdelen g en i wordt ‘artikel 5.6.11, vierde lid, van hoofdstuk 5 van deze
regeling’ vervangen door: artikel 5.6.11, derde lid.
10. Artikel 40, tweede lid, laatste volzin, komt te luiden:
De motorolietemperatuur moet worden gecontroleerd met behulp van een deugdelijke olietemperatuurmeter.
11. In artikel 42, derde lid, vervalt onder invoeging van een komma achter ‘rotatiemotor’,
de zinsnede: of een C.N.G.-installatie.
12. Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘De controle als bedoeld in artikel 41 en 42’
vervangen door: De controle, bedoeld in de artikelen 41 en 42,.
b. Het achtste lid komt te luiden:
c. In het negende lid wordt de zinsnede ‘LPG-installatie, de controle als bedoeld in
artikel 41’ vervangen door ‘LPG- of CNG-installatie, de controle, bedoeld in artikel
41,’ en ‘leden 1 tot en met 8’ door: het eerste tot en met achtste lid.
13. In artikel 45, zesde lid, wordt ’Zonodig’ vervangen door: Zo nodig.
14. In artikel 45b, tweede lid, wordt zowel na ‘eerste lid’ als na ‘op het uitleesapparaat’
een komma ingevoegd.
15. In artikel 45c wordt zowel na ‘vaststellen’ als na ‘vermeld’ een komma ingevoegd.
16. Artikel 45d wordt als volgt gewijzigd:
a. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. Indien wordt voldaan aan de artikelen 45b en 45c, behoeft de meting, bedoeld in de
artikelen 39 tot en met 43, dan wel de meting, bedoeld in de artikelen 44 en 45, niet
te worden uitgevoerd.
b. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘In afwijking van het eerste lid wordt de meting
als bedoeld in de artikelen 39 tot en met 43 dan wel de meting als bedoeld in de artikelen
44 en 45 van deze bijlage’ vervangen door: In afwijking van het eerste lid, wordt
de meting, bedoeld in de artikelen 39 tot en met 43, dan wel de meting, bedoeld in
de artikelen 44 en 45,.
17. In artikel 48, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘kontaktplekken’ vervangen door: contactplekken.
18. In artikel 50, derde lid, onderdeel b, wordt ‘voorzover’ vervangen door: voor zover.
19. In artikel 51, eerste lid, wordt ‘vulcanisatie’ vervangen door: vulkanisatie.
20. In de artikelen 60, eerste lid, aanhef, en 74, eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede
’de maximale remkrachten zoals bedoeld’ vervangen door: ’de maximale remkrachten,
bedoeld.
21. In artikel 74, tweede lid, wordt ‘remkrachtgelden’ vervangen door: remkracht, gelden.
22. Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef komt te luiden:
Voor het bepalen van de remvertraging moet dan wel moeten:
b. De onderdelen c en d worden geletterd d onderscheidenlijk e.
c. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
23. In artikel 107, eerste lid, wordt ‘de artikel 108 tot en met artikel 111’ vervangen
door: de artikelen 108 tot en artikel 111.
24. Artikel 112 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt ‘voorfrontbeschermingsinrichtingen’ vervangen door: voor
frontbeschermingsinrichtingen.
b. Het onderschrift bij figuur 31 komt te luiden:
Figuur 31. EU-typegoedkeuringsmerk, waarbij de volgende codes de daarbij vermelde
betekenis hebben:
e1: EU-typegoedkeuring. De lidstaat die de goedkeuring heeft verleend, wordt aangeduid
met een variabele kenletter (‘1’ is Duitsland, ‘4’ is Nederland);
01: variabel volgnummer waarmee de (wijzigings)richtlijn wordt aangeduid overeenkomstig
welke de EU-typegoedkeuring heeft plaatsgevonden. Achter het volgnummer is een asterisk
of een spatie geplaatst;
1471: variabel basisgoedkeuringsnummer.
25. In artikel 142, derde lid, wordt ‘gezichtveld’ vervangen door: gezichtsveld.
26. In artikel 153, negende lid, wordt ‘als bedoeld’ vervangen door: bedoeld.
FN
Bijlage IX wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 3, onder a, wordt in de kolom ‘Wijze van keuren’, onderdeel b, onder 1°,
slot vierde volzin, na ‘gemeten.’ een spatie ingevoegd.
2. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de kolom ‘Eisen’, onderdeel b, wordt na de aanduiding ‘b.’ een spatie ingevoegd.
b. In de kolom ‘Wijze van keuren’ wordt ‘Onderdeel’ vervangen door: Onderdelen.
3. De bijbehorende annex wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 1, behorende bij artikel 4
b. Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. wordt verstaan onder:
- Fwiel:
-
de maximum toegestane last onder het desbetreffende wiel;
FO
Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1.0, in de begripsbepaling van ‘VN/ECE-reglement 115’, wordt ‘bijlage
VA bij deze regeling’ vervangen door: bijlage Va.
2. In de artikelen 1.3, vierde lid, in de kolom ‘Eisen’, 1.15, tweede lid, in de kolom
‘Eisen’, 1.48 en 1.56, eerste lid, wordt na ‘aangebracht’ een komma ingevoegd.
3. Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het tweede en vierde lid wordt in de kolom ‘Eisen’ na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.
b. In het derde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘Het verwarmingssysteem
als bedoeld in het tweede lid is toegestaan indien’ vervangen door: Het verwarmingssysteem,
bedoeld in het tweede lid, is toegestaan, indien.
4. In artikel 1.12, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘uitsteken’ een komma ingevoegd.
5. In artikel 1.14, eerste lid, komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:
Leden 1 en 2: visuele controle.
6. Artikel 1.15 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, onderdeel b, wordt na de aanduiding ‘b.’
een spatie ingevoegd.
b. In het twintigste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘overgelegt’ vervangen
door ‘overlegt’ en wordt na ‘beproeving’ een komma ingevoegd.
7. In de artikelen 1.15, veertiende lid, in de kolom ‘Eisen’, 1.37, vierde lid, en 1.44,
tweede lid, wordt na ‘toepassing’ een komma ingevoegd.
8. In de artikelen 1.18, tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, 1.26, vierde lid,
in de kolom ‘Wijze van keuren’, 1.59, onderdeel b, en 1.76, onderdeel b, wordt na
‘is bekrachtigd’ een komma ingevoegd.
9. Artikel 1.24 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het vierde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘toegestaan’ een komma ingevoegd.
b. In het vijfde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘gebruikt’ een komma ingevoegd.
c. In het zesde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘2 jaar’ vervangen door: twee jaar.
10. Artikel 1.39 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het tweede lid wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.
b. Het derde lid komt te luiden:
11. In artikel 1.45, tweede lid, wordt na ‘water’ een komma ingevoegd.
12. Artikel 1.46, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de onderdelen a en b, aanhef, wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.
b. In de onderdelen b en c, aanhef, wordt ‘5000 kg’ vervangen door ‘5.000 kg’ en ‘12000 kg’
door: 12.000 kg.
13. In artikel 1.47 wordt na ‘wordt aangebracht’ een komma ingevoegd.
14. In artikel 1.57, eerste lid, wordt de komma aan het slot vervangen door een punt.
15. In artikel 1.70 wordt ‘zonodig’ vervangen door: zo nodig.
16. In de artikelen 2.1 en 2.2, aanhef, wordt ‘plaats vindt’ vervangen door: plaatsvindt.
FP
Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, in de begripsbepaling van ‘richtlijn 2001/85/EG’, wordt ‘richtlijn
nr. 2001/85/EG’ vervangen door ‘Richtlijn 2001/85/EG’, ‘Richtlijn nr. 70/156/EEG’
door ‘Richtlijn 70/156/EEG’, ‘richtlijn 97/27/EG’ door ‘Richtlijn 97/27/EG’ en ‘PbEG
L 42’ door: PbEG 2002, L 42.
b. In het tweede lid, in de begripsbepalingen van ‘VN/ECE-reglement 36’, ‘VN/ECE-reglement
52’ en ‘VN/ECE-reglement 107’, wordt ‘bijlage VA bij deze regeling’ vervangen door:
bijlage Va.
2. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
i. In onderdeel e wordt ‘de annex’ vervangen door: annex 2.
ii. In onderdeel i vervalt: 1990.
b. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Een bus met een EU-typegoedkeuring waarvan de constructiesnelheid minimaal 100 km/h
bedraagt, wordt geacht te voldoen aan de eisen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen
a en f tot en met j.
FQ
Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:
1. De ondertitel komt te luiden:
Eisen waaraan het alcoholslot, bedoeld in artikel 132e van de wet, moet voldoen
2. In artikel 1, tweede lid, komt de begripsbepaling van ‘geldig ademmonster’ te luiden:
- geldig ademmonster:
-
ademmonster dat voldoet aan de in annex 1 vastgestelde eis voor volume en de in NEN-EN
50436-1 vastgestelde eisen voor luchtstroom en uitademtijd;
3. In artikel 1, tweede lid, onder de begripsbepalingen van ‘datageheugen’ en ‘vaste
eenheid’, alsmede in de artikelen 2, tweede lid, 3, onderdelen 1, 3, onder a en b,
en 11, 5, eerste lid, 8, onderdelen d, e en g, en 9, tweede lid, onderdelen a en c,
vervalt: bij deze bijlage.
4. In artikel 1, tweede lid, onder de begripsbepalingen van ‘datageheugen’, ‘vaste eenheid’
en ‘vroegtijdige terugroeping’, alsmede in de artikelen 2, tweede lid, 3, onderdelen
1, 3, onder a en b, 10 en 11, 5, eerste lid, 6, vijfde lid, 8, onderdelen d, e en
g, 9, tweede lid, onderdelen a en c, en 19, alsmede in annex 1, de tabel, onder 13
en 13a, en annex 2, onderdeel 3, onder type ‘beheer’, onder subtype ‘beheer van de
configuratie’, wordt ‘Annex’ vervangen door: annex.
5. In de artikelen 2, tweede lid, 3, aanhef, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste
lid, 8, aanhef, 9, eerste lid, aanhef, 10, eerste en tweede lid, 11, aanhef, 12, eerste
lid, aanhef, en tweede lid, aanhef, 13, eerste lid, 14, 15, aanhef, 16, aanhef, 17,
aanhef, 18, aanhef, 19, en 20, aanhef, wordt na ‘NEN-EN 50436-1’ een komma ingevoegd.
6. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel 1 wordt ‘waardes’ vervangen door: waarden.
b. Onderdeel 6 komt te luiden:
-
6. Voor zover het alcoholslot over niet in annex 1 genoemde, instelbare functies of parameters
beschikt, stelt de fabrikant de Dienst Wegverkeer daarvan in kennis, onder mededeling
van de ingestelde waarden.
7. In de artikelen 3, onderdeel 10, en 6, vijfde lid, alsmede in annex 1, de tabel,
onder 13 en 13a, vervalt: bij bijlage XII.
8. Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
-
1. In afwijking van punt 4.2 uit NEN-EN 50436-1, is uitsluitend voorzien in een overbruggingsfunctie
bestemd voor onderhoud aan het motorrijtuig of het alcoholslot, waarmee het startmechanisme
gedurende een in annex 1 vastgestelde maximale periode kan worden gedeblokkeerd zonder
dat een initieel ademmonster of een hertest behoeft te worden afgelegd.
-
2. Het gebruik van de overbruggingsfunctie, bedoeld in het eerste lid, is uitsluitend
na invoer van een code mogelijk en wordt altijd geregistreerd in het datageheugen.
-
3. De overbrugging moet op eenvoudige wijze voortijdig kunnen worden beëindigd.
9. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt ‘RDW’ vervangen door: Dienst Wegverkeer.
b. Het tweede lid komt te luiden:
c. De aanduiding ‘5.’ voor het lid dat begint met de woorden ‘Het datageheugen wordt
pas geschoond nadat’ wordt vervangen door: 4.
10. In artikel 9, eerste lid, onderdeel a, wordt ’10 %’ vervangen door: 10%.
11. In de artikelen 9, tweede lid, aanhef, en 13, tweede lid, wordt na ‘op het eerste
lid’ een komma ingevoegd.
12. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel 1, onder e, wordt ‘eisen van Annex 3’ vervangen door: in annex 3 opgenomen
eisen.
b. Onderdeel 2 komt te luiden:
-
2. De in onderdeel 1, onder d en e, bedoelde gegevens, zijn in barcode leesbaar. De barcode
is samengesteld met inachtneming van de in annex 3 opgenomen eisen.
13. In de artikelen 15, onderdelen 1 en 2, 16, onderdelen 1 en 2, 17, onderdelen 2 en
3, wordt ‘op zijn vroegst’ vervangen door: niet eerder dan.
14. In artikel 19 wordt de zinsnede ‘de in Annex 1 aangegeven,’ vervangen door: de in
annex 1 genoemde periode,.
15. Het opschrift van annex 1 komt te luiden:
Annex 1, behorende bij de artikelen 1, tweede lid, 2, tweede lid, 3, eerste, derde,
zesde, tiende en elfde lid, 4, eerste lid, 6, vijfde lid, 8, 9, tweede lid, en 19
16. Annex 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 2, behorende bij artikel 5, eerste lid
b. In onderdeel 2 wordt ‘in onder’ vervangen door: onder.
c. Onderdeel 3 wordt als volgt gewijzigd:
i. Onder de twee typen ‘vroegtijdige terugroeping’, alsmede onder het type ‘beheer’,
subtype ‘transformeren’, onderdeel 1, vervalt de zinsnede: van bijlage XII bij de
Regeling voertuigen,.
ii. Type ‘beheer’ wordt als volgt gewijzigd:
– Onder het subtype ‘beheer van de configuratie’ vervalt: bij bijlage XII bij de Regeling
voertuigen.
– Onder het subtype ‘geheugenbeheer’, onderdeel 2, wordt na ‘uitleesapplicatie,’ een
spatie ingevoegd.
– ‘Subtype transformeren’ wordt vervangen door: Subtype: transformeren
– Onder het subtype ‘beveiliging’, onderdeel 1, wordt na ‘manipulatiehandelingen’ een
komma ingevoegd.
17. Annex 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Annex 3, behorende bij de artikelen 1, tweede lid, 7, tweede lid, en 11, eerste en
tweede lid
b. De ondertitel komt te luiden:
Samenstelling typegoedkeuringsnummer en barcode
c. Onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:
i. In de aanhef wordt ‘opgebouwd’ vervangen door: samengesteld.
ii. ‘Verklaring van de delen’ wordt als volgt gewijzigd:
– In onderdeel 2 wordt de zinsnede ‘waarin van publicatie van de wetgeving’ vervangen
door: van publicatie wetgeving.
– Onderdeel 3 komt te luiden:
– In de onderdelen 4 en 5 vervalt: van de.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, met uitzondering van
onderdeel J, onder 2, dat in werking treedt met ingang van 2 maart 2016.
TOELICHTING
Algemeen
1. Hoofdlijnen
Deze regeling bevat wijzigingen van uiteenlopende aard in de Regeling voertuigen (hierna:
Rv), zulks in het kader van periodiek, tweejaarlijks onderhoud.
Met betrekking tot de permanente voertuigeisen, wordt op diverse punten nauwer aangesloten
bij internationale en Europese toelatingseisen. Zo worden bochtlichten toegestaan
op motorfietsen, worden permanente eisen ingevoerd met betrekking tot bescherming
van de vulaansluiting bij voertuigen voorzien van een CNG-installatie en wordt bepaald
dat bij een elektrische bediende parkeerrem de remvertraging in beginsel wordt bepaald
op een remtestinrichting. Ook worden met het oog op de bescherming van de verkeersveiligheid
en in overeenstemming met internationale toelatingseisen, de permanente eisen inzake
het carjackslot in taxi’s aangepast.
In de gebruikseisen wordt onder meer bepaald dat met een tweewielig motorvoertuig,
een gelede bus of een samenstel van voertuigen geen motorvoertuig mag worden gesleept
en met een motorvoertuig geen samenstel van voertuigen. Verder wordt bijvoorbeeld
de eis geïntroduceerd dat een uitschuifbaar voertuig in onbeladen toestand geheel
is ingeschoven, tenzij de uitgeschoven delen zijdelings zijn afgeschermd.
Voorts strekt deze wijzigingsregeling tot het aanbrengen van een aantal verbeteringen
en het ongedaan maken van een aantal omissies en inconsistenties in de Rv. Onduidelijkheden
of onjuistheden die in de dagelijkse praktijk zijn geconstateerd, zijn verzameld en
hebben gediend als basis voor de thans aangebrachte wijzigingen.
In de artikelsgewijze toelichting wordt nader op de diverse wijzigingen ingegaan.
2. Administratieve lasten
Deze wijzigingsregeling leidt niet tot een verhoging van de inhoudelijke nalevingskosten
of administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Daar waar sprake is van nieuwe
eisen, hebben deze geen substantiële gevolgen voor de duur van de keuring in positieve
of negatieve zin.
3. Consultatie en advies
Op grond van artikel 11 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer,
is het ontwerp van deze wijzigingsregeling met het oog op een uitvoeringstoets voorgelegd
aan de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW). De RDW heeft in dat kader aangegeven zich
in deze wijzigingsregeling te kunnen vinden.
Voorts zijn de elementen van deze wijzigingsregeling hoofdzakelijk aangedragen door
en afgestemd met de vertegenwoordigers van de RDW, de Inspectie Leefomgeving en Transport,
het openbaar ministerie en de nationale politie in de Adviesgroep regelgeving (AGR),
in welk verband deze wijzigingsregeling tot periodiek, tweejaarlijks onderhoud tot
stand kwam.
In verschillende stadia zijn de elementen van deze wijzigingsregeling dan wel is het
ontwerp van deze wijzigingsregeling ter consultatie voorgelegd aan de te onderscheiden
belangenorganisaties in de voertuig- en vervoersbranche. Met de in dat kader ontvangen
reacties is zoveel mogelijk rekening gehouden.
4. Notificatie
Het ontwerp van deze wijzigingsregeling is op 22 juli 2015 voorgelegd aan de Europese
Commissie ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van Richtlijn
98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure
op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG 1998, L 204; notificatienummer
2015/0401/NL). Op grond van artikel 9, eerste lid, van de voornoemde richtlijn, is
vervolgens een standstilltermijn van drie maanden in acht genomen, welke termijn derhalve
op 23 oktober 2015 is geëindigd. Binnen deze termijn zijn geen reacties ontvangen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A, C, E, F, I, J, onder 1, O, P, R, S, U, V, W, Y, AB, AC, AG, onder 1
en 2, onder a, onder ii, en b, AH, AI, AJ, AM, AN, AO, AR, AS, AU, AQ, AX, onder 1
en 2, onder a, onder ii, en b, AY, AZ, BB, BC, BI, BJ, onder 2, BO, BR tot en met
BV, BW, onder 1, CA, CD, CG, CI, onder 2, CK, CL, CM, onder 2, onder a, CN, CO, CP,
CQ, onder 1, onder b, CR, CW tot en met FE, FG, FH, FI, FJ, onder 1, 3 en 4, onder
a, b, d en e, FK, FL, onder 1, 2, 4, 5 en 6, FM, onder 2 tot en met 7, 8, onder b,
11, 12, onder a en c, 13 tot en met 21, 22, onder a, en 23 tot en met 26, en FN tot
en met FQ (artikelen 1.1, 1.3, 3.1, hoofdstuk 3, opschrift afdelingen 3 en 7, paragraaf
1, artikelen 4.3, 5.1b.1, aanhef, 5.1.6, 5.2.11, 5.2.13, 5.2.16, 5.2.18, 5.2.29, 5.2.41,
5.2.45, 5.2.47a, 5.2.49a, 5.2.55, 5.2.57, 5.3.13, 5.3.15, 5.3.16, 5.3.18, 5.3.20,
5.3.28, 5.3.29, 5.3.31, 5.3.35, 5.3.49, 5.3.49a, 5.3.50, 5.3.55, 5.3.57, 5.3.68, 5.3a.13,
5.3a.15, 5.3a.16, 5.3a.20, 5.3a.27, 5.3a.28, 5.3a.29, 5.3a.31, 5.3a.35, 5.3a.47, 5.3a.48,
5.3a.55, 5.3a.57, 5.3a.68, 5.4.13, 5.4.54, 5.4.55, 5.4.57, tweede lid, 5.4.57a, 5.5.13,
5.5.16, 5.5.18, 5.5.29, 5.5.45, 5.5.55, 5.6.13, 5.6.16, 5.6.18, 5.6.29, 5.6.31, 5.6.55,
5.6.79, 5.6.81, 5.6.83, 5.7.13, 5.7.16, 5.7.18, 5.7.38, 5.7.41, 5.7.55, 5.7.57a, 5.7.65,
5.8.13, 5.8.18, 5.8.28, 5.8.38, 5.8.57a, 5.8.65, 5.9.55, 5.10.13, 5.10.8, 5.10.18,
5.10.41, 5.10.45, 5.12.18, 5.12.31, negende lid, 5.12.35, 5.12.55, 5.12.57, 5.13.18,
5.13.55, 5.13.57, 5.14.6, 5.14.18, 5.14.29, 5.14.55, 5.14.57a, 5.14.65, 5.15.6, 5.15.18,
5.15.55, 5.16.59, 5.17.59, 5.18.5, 5.18.8, 5.18.9, 5.18.11, vijfde lid, 5.18.12a,
5.18.16, 5.18.17b, 5.18.17c, tweede lid, 5.18.17d, 5.18.17e, 5.18.17g, tweede lid,
onderdeel a, 5.18.18a, 5.18.21a, 5.18.34, 5.18.43, 5.18.47, 6.3, 8.1.3 tot en met
8.1.5, 8.1.10, 8.1.11, 8.2.1, 8.2.7, 8.2.9, 8.2.10, 8.2.14, 8.2.15, 8.3.4, 8.3.5,
8.3.8, 8.3.10, 8.3.11, 8.3.12, 8.3.14, 8.4.3, 8.4.5, 8.4.8, 8.4.10, 8.4.12, 8.4.26,
8.4.28, 8.4.31, 8.4.32, 8.4.34, 8.4.39, 8.4.41, 8.4.42, 8.4.49, 8.4.51, 8.4.52, 8.4.59a,
8.4.59b, 8.4.64, 8.4.65, 8.4.71, 8.4.72, 8.4.73, 8.4.75b, 8.4.75c, 8.4.76, hoofdstuk
8, afdeling 4, opschrift paragraaf 9, artikelen 8.4.77, 8.4.84 tot en met 8.4.88,
8.4.89a, 8.4.94, 8.4.95, 8.4.103, 11.7 en 11.12, alsmede bijlage I, artikelen 1, 4,
5, 8, 9, 10, opschrift hoofdstuk 2, en artikel 12, bijlage II, artikelen 1, 3, 9 en
10, bijlage IV, artikel 9, en annex 2, artikelen 1, 4, 5, 14, 16, 23, 24, 26, 28,
29 en 39, bijlage Vb, opschrift paragraaf 1, artikelen 3 tot en met 8, 14 tot en met
18, en 22 tot en met 24, en annexen 1, opschrift en onderdelen A en B, 2, opschrift,
en 3, opschrift en onderdeel A, bijlage VI, artikelen 3.3, 4, 5 en 6, bijlage VIII,
artikelen 3, 24, 30, 32, 36, 37, vierde lid, 42, 43, eerste en negende lid, 45, 45b,
45c, 45d, 48, 50, 51, 60, 74, 77, aanhef, 107, 112, 142 en 153, bijlage IX, artikelen
3 en 5, en annex 1, opschrift en artikel 1, bijlage X, artikelen 1.0, 1.3, 1.9, 1.12,
1.14, 1.15, 1.18, 1.24, 1.26, 1.37, 1.39, 1.44 tot en met 1.48, 1.56, 1.57, 1.59,
1.70 en 1.76, bijlage XI, artikelen 1 en 2, en bijlage XII, ondertitel, en artikelen
1 tot en met 20, en annexen 1, opschrift, 2, opschrift en onderdelen 2 en 3, en 3,
opschrift, ondertitel en onderdeel 1)
Deze wijzigingen betreffen het herstel van kleine, tekstuele onzorgvuldigheden.
Onderdelen B, FD en FE (artikelen 1.1, 6.4, 11.7, 11.8 en 11.9, alsmede bijlage IV,
artikelen 2a en 5)
Artikel 48, eerste lid, van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen
en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor
dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn; PbEU 2007, L 263; hierna: Richtlijn
2007/46/EG), bepaalt dat de lidstaten vóór 29 april 2009 de wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen vaststellen en bekendmaken die nodig zijn om aan de inhoudelijke wijzigingen
van die richtlijn te voldoen en dat zij die bepalingen toepassen vanaf 29 april 2009.
In dat licht bezien, bevatten de bewuste artikelen onjuiste data. Immers, de bepalingen
van Richtlijn 2007/46/EG moeten worden toegepast met ingang van 29 april 2009 en niet
– zoals de redactie van de bewuste artikelen suggereerde (‘na 29 april 2009’ en ‘voor
30 april 2009’) – 30 april 2009. De onderhavige wijzigingen corrigeren deze data dan
ook (‘na 28 april 2009’ respectievelijk ‘vóór 29 april 2009’).
Onderdeel D (artikel 3.1, vijfde lid)
Wat de toelating van voorrangsvoertuigen betreft, leert de ervaring dat deze voertuigen
meestal ter beoordeling worden aangeboden wanneer deze reeds zijn voorzien van de
aanvullende uitrusting die normaliter bij toelating van een voertuig niet aanwezig
mag zijn.
In de praktijk wordt bij de toelatingskeuring dan – in lijn met het bepaalde in artikel
2, derde lid, aanhef en onderdeel b, van Richtlijn 2007/46/EG, dat de lidstaten de
mogelijkheid biedt om ten aanzien van de toelatingskeuring onder meer ten behoeve
van de in artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990 (RVV 1990) bedoelde diensten af te wijken van die richtlijn – de aanwezigheid
van deze aanvullende uitrusting door de vingers gezien. De voertuigen van vorenbedoelde
diensten zijn naar hun aard voorzien van dermate veel extra retroreflecterende voorzieningen,
geluidssignalen en verlichting, dat de zichtbaarheid van deze voertuigen en daarmee
de verkeersveiligheid niet in het geding komen. Deze praktijk had echter abusievelijk
nooit een wettelijke basis gekregen. Door middel van de onderhavige wijziging wordt
deze omissie gerepareerd; in het bewuste artikel is vorenbedoelde wettelijke grondslag
gecreëerd.
Onderdelen G en H (artikelen 3.26 en 3.27)
Artikel 3.26 gaat over Europese typegoedkeuringen en artikel 3.27 over nationale typegoedkeuringen.
De bewuste leden, inzake alcoholsloten, zijn destijds abusievelijk toegevoegd aan
het artikel over Europese typegoedkeuringen (artikel 3.26), terwijl het in casu nationale typegoedkeuringen (artikel 3.27) betreft. Deze omissie wordt met de onderhavige
wijzigingen hersteld, waarbij van de gelegenheid gebruik is gemaakt de redactie van
de bewuste leden enigszins aan te passen.
Onderdeel J, onder 2 (artikel 5.1b.1)
In het bewuste artikel wordt het begrip ‘controleapparaat’ voor wat betreft hoofdstuk
5 gedefinieerd als controleapparaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85 van
de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PbEG
L 370; hierna: Verordening (EEG) nr. 3821/85). Met ingang van 2 maart 2016 wordt Verordening
(EEG) nr. 3821/85 echter ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 165/2014
van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen
in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende
het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006
van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften
van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60; hierna: Verordening (EU) nr.
165/2014). In dat licht strekt de onderhavige wijziging ertoe om per genoemde datum
de betreffende verwijzing naar Verordening (EEG) nr. 3821/85 te vervangen door een
verwijzing naar Verordening (EU) nr. 165/2014.
Onderdeel K (artikel 5.1b.3)
Op grond van de artikelen 24 en 25 van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid
APK, neemt de erkenninghouder respectievelijk de keurmeester in verband met de periodieke
keuring van motorrijtuigen en aanhangwagens het bij en krachtens de Wegenverkeerswet
1994 bepaalde in acht. Zulks houdt in dat bij de periodieke keuring van motorrijtuigen
en aanhangwagens alle keuringsaspecten worden beoordeeld. Met betrekking tot de thans
aan het bewuste artikel toegevoegde onderdelen, bestond dienaangaande echter enige
onduidelijkheid. Deze wordt met de onderhavige wijziging weggenomen.
Onderdelen L en FM, onder 1 en 12, onder b (artikelen 5.2.9, 5.3.9, 5.3a.9 en 5.5.9,
alsmede bijlage VIII, artikelen 2 en 43, achtste lid)
Deze wijzigingen strekken ertoe in de bewuste artikelen de term ‘hoofdbrandstof’ te
doen vervallen. Zulks is wenselijk, omdat bij voertuigen die op meerdere brandstoffen
kunnen rijden, de hoofdzakelijk te gebruiken brandstof per berijder of per rit verschillend
kan zijn. In het kentekenregister en het raadpleegscherm voertuigen, waarmee APK-keurmeesters
tijdens de periodieke keuring de voertuiggegevens controleren, is het aantal te vermelden
brandstoffen uitgebreid tot maximaal zes. Bij meer dan één brandstof worden in het
register en raadpleegscherm de verschillende brandstoffen in willekeurige volgorde
vermeld. De betreffende voertuigen zullen worden gecontroleerd in de staat zoals deze
ter keuring worden aangeboden.
Onderdelen M en BN (artikelen 5.2.10a, derde en vierde lid, 5.3.10a, derde en vierde
lid, 5.3a.10a, derde en vierde lid, en 5.5.10a, tweede, vierde en vijfde lid)
De bewuste artikelen luidden aldus dat tijdens de periodieke keuring ten behoeve van
de afgifte van een keuringsrapport, niet werd getoetst aan de eis dat de vervaldatum
van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie, van een CNG-tank
niet mag zijn verstreken. Het niet toetsen aan voormelde eis is echter onwenselijk.
Het aantal autobussen dat op CNG rijdt, is aanzienlijk (meer dan 600). Gemiddeld is
per bus 1.600 liter CNG aan boord. Daaraan zijn risico’s verbonden, die zoveel mogelijk
beperkt dienen te worden. Zulks geldt mutatis mutandis ook ten aanzien van voertuigen van de andere hier betrokken voertuigcategorieën.
Het periodiek keuren van CNG-tanks is weliswaar wettelijk vastgelegd, maar de situatie
was zo dat de betreffende voertuigen werden goedgekeurd zónder dat werd gecontroleerd
of de CNG-tanks aan de voorgeschreven periodieke keuring waren onderworpen. De onderhavige
wijzigingen maken aan deze praktijk een einde.
Onderdelen N, AW en BG (artikelen 5.2.10a, zevende en tiende lid, 5.3.10a, zevende
en tiende lid, 5.3a.10a, zevende en tiende lid, 5.4.10a, 5.5.10a, zevende en tiende
lid, 5.6.10a en 5.6.79)
De eis dat de vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd
tegen vuil en water, is destijds wél gesteld ten aanzien van voertuigen voorzien van
een LPG-installatie, maar abusievelijk níet met betrekking tot voertuigen voorzien
van een CNG-installatie. Door vorenbedoelde eis nu in de bewuste artikelen op te nemen,
wordt deze omissie verholpen.
Onderdelen Q, AG, onder 2, onder a, onder i, en AX, onder 2, onder a, onder i (artikelen
5.2.15, 5.3.15 en 5.3a.15)
De bewuste artikelen behoeven aanpassing om de nationale regelgeving betreffende het
wel of niet voeren van een tachograaf geheel in overeenstemming te brengen met de
vigerende EU-regelgeving op dit terrein, met name met Verordening (EG) nr. 561/2006
van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde
voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer tot wijziging van Verordeningen
(EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening
(EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU 2006, L 102). Deze verordening is globaal van
toepassing op wegvervoer van (1) goederen waarbij de toegestane maximummassa van de
voertuigen, die van opleggers of andere aanhangwagens inbegrepen, meer dan 3.500 kg
bedraagt, of (2) personen door voertuigen die zijn gebouwd of permanent zijn toegerust
om meer dan negen personen, de bestuurder daaronder begrepen, te kunnen vervoeren
en daartoe zijn bestemd.
In de bewuste artikelen 5.3.15 en 5.3a.15 kan voorts de verwijzing met betrekking
tot het controleapparaat naar Verordening (EEG) nr. 3821/85 vervallen, en in het bewuste
artikel 5.2.15, tweede lid (nieuw), behoeft deze niet te worden opgenomen, nu het
begrip ‘controleapparaat’ in artikel 5.1b.1, onderdeel c, voor wat betreft hoofdstuk
5 reeds is gedefinieerd als controleapparaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr.
3821/85 (per 2 maart 2016: Verordening (EU) nr. 165/2014; zie onderdeel J, onder 2).
Onderdeel T (artikelen 5.2.39, 5.3.39 en 5.3a.39)
Door middel van de onderhavige wijziging is bepaald dat bij een elektrisch bediende
parkeerrem de remvertraging in beginsel wordt vastgesteld op een remtestinrichting.
De bewuste artikelen zijn daarmee geheel in overeenstemming gebracht met de vigerende
EU-regelgeving op dit terrein.
Onderdelen X en AL (artikelen 5.2.48 en 5.3.48)
In de praktijk komt de nationale politie regelmatig personen- en bedrijfsauto’s tegen
die aan de voorzijde zijn voorzien van bepaalde voorzieningen. Deze voorzieningen
zijn niet direct als scherpe delen aan te merken, maar vergroten bij een botsing de
kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk en zijn dientengevolge
onwenselijk. Bovendien doen de bedoelde voorzieningen de inspanningen van autofabrikanten
om de botsveiligheid aan de voorzijde van voertuigen te verhogen, teniet.
Daarom is een nieuw (derde) lid ingevoegd, inhoudende dat personen- en bedrijfsauto’s
aan de voorzijde niet mogen zijn voorzien van voorzieningen die in geval van botsing
de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten.
Aan het aldus bepaalde wordt overigens tijdens de periodieke keuring ten behoeve van
de afgifte van een keuringsrapport niet getoetst.
Indien een personen- of bedrijfsauto aan de voorzijde is voorzien van een trekhaak
die kan worden afgeschermd, valt deze niet onder de werking van het nieuwe (derde)
lid, maar onder het tweede.
Onderdelen Z, AD, AF, AP, AT, AV, BD, BF, BH, BM, BP en BQ (artikelen 5.2.51a, 5.2.57a,
5.2.65, 5.2.71, 5.3.51a, 5.3.57a, 5.3.65, 5.3.71, 5.3a.51a, 5.3a.57a, 5.3a.65, 5.3a.71,
5.4.51a, 5.4.57a, 5.4.65, 5.4.71, 5.5.51a, 5.5.57a, 5.5.65, 5.5.71, 5.6.57a, 5.9.57a,
5.12.57a, 5.12.65, 5.13.57a, 5.13.65, 5.15.57a en 5.15.65, alsmede bijlage VIII, artikel
153)
In het derde lid van de artikelen 5.2.64, 5.3.64, 5.3a.64, 5.4.64 en 5.5.64, zijn
destijds ten aanzien van de aldaar te onderscheiden voertuigcategorieën de in artikel
29, eerste lid, én artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten – Nederlandse respectievelijk
Belgische en Duitse diensten voor spoedeisende hulpverlening – uitgezonderd van het
verbod op knipperende lichten. Bij vergissing is toen echter een dergelijke uitzonderingsbepaling
voor de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde (Belgische en Duitse) diensten niet
opgenomen met betrekking tot verbod op (lichtarmaturen voor) blauwe en groene zwaai-,
flits- of knipperlichten. Deze omissie wordt hersteld door middel van de onderhavige
wijzigingen van de bewuste artikelen 5.2.57a, 5.2.65, 5.3.57a, 5.3.65, 5.3a.57a, 5.3a.65,
5.4.57a, 5.4.65, 5.5.57a, 5.5.65, 5.12.65, 5.13.65 en 5.15.65.
De onderhavige wijzigingen van de bewuste artikelen 5.6.57a, 5.9.57a, 5.12.57a, 5.13.57a
en 5.15.57a, strekken ertoe met betrekking tot de betreffende voertuigcategorieën
het verzuim te herstellen van het niet benoemen van de mogelijkheid dat de voertuigen
van de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde (Belgische en Duitse) diensten zijn
voorzien van cijfers of tekens die deze voertuigen herkenbaar maken als zijnde in
gebruik bij die diensten.
Ten aanzien van de in de bewuste artikelen 5.2.51a, 5.3.51a, 5.3a.51a, 5.4.51a en
5.5.51a vervatte voertuigcategorieën was (indirect) wel in die mogelijkheid voorzien,
zij het op een wijze die vatbaar was voor verbetering. De gelegenheid is dan ook te
baat genomen om de redactie van de laatstgenoemde artikelen te wijzigen. Daarbij is
het bewuste artikel 5.4.51a opnieuw vastgesteld, met name om de omissie van het ontbreken
van de kolomaanduiding (linkerkolom ‘Eisen’, rechterkolom ‘Wijze van keuren’) te herstellen.
De onderhavige wijzigingen van de bewuste artikelen 5.2.71, 5.3.71, 5.3a.71, 5.4.71
en 5.5.71 inzake geluidssignaalinrichtingen, verdisconteren met betrekking tot de
daar genoemde voertuigcategorieën de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde (Belgische
en Duitse) diensten, hetgeen abusievelijk niet eerder was geschied.
Onderdelen AA, AE, AQ, BZ, CB en CC (artikelen 5.2.53, 5.2.59, 5.3.53, 5.3.59, 5.3a.53,
5.3a.59, 5.12.53, 5.12.59, 5.13.53 en 5.13.59)
In afdeling 13 van hoofdstuk 5 is een bepaling betreffende de kleur die de zijmarkeringslichten
mogen stralen, ten aanzien van de verplichte verlichting – het bewuste artikel 5.13.53
– destijds abusievelijk niet opgenomen. Deze omissie wordt door middel van de onderhavige
wijziging hersteld.
In tegenstelling tot de andere zijmarkeringslichten, die niet anders dan ambergeel
mogen stralen, mag het achterste zijmarkeringslicht óf ambergeel óf rood stralen.
Daar zulks in de corresponderende artikelen in de afdelingen 2, 3, 3a en 12 van hoofdstuk
5 niet geheel duidelijk was bepaald, is van de gelegenheid gebruik gemaakt de redactie
van de bewuste artikelen 5.2.53, 5.2.59, 5.3.53, 5.3.59, 5.3a.53, 5.3a.59, 5.12.53,
5.12.59 en 5.13.59 enigszins aan te passen.
Onderdeel AK (artikel 5.3.45)
Gelet op artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van Richtlijn 2007/38/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende uitrusting met spiegels van in de
Gemeenschap ingeschreven vrachtwagens (PbEU 2007, L 184), geldt tevens als uitzonderingsgrond
de onmogelijkheid om een trottoirspiegel zodanig te monteren dat de spiegel volledig
zichtbaar is vanaf de bestuurdersplaats. Abusievelijk was deze uitzonderingsgrond
echter niet in het bewuste artikel opgenomen. De onderhavige wijziging repareert deze
omissie.
Onderdeel BA (artikel 5.3a.41)
Het algemene begrip ‘deuren’ dat in het onderhavige artikel werd gehanteerd, was in
de praktijk niet onproblematisch. De onderhavige wijziging strekt er dan ook toe de
betreffende eis te beperken tot bedrijfs- en nooddeuren; het volstaat wanneer overige
deuren goed sluiten.
Onderdelen BD en BJ, onder 1, onder a, en 3 (artikelen 5.3a.57 en 5.4.57, eerste en
vijfde lid)
Artikel 1.1, tweede lid, definieert het begrip ‘verlichte transparant’ aldus: ‘verlichting
op een voertuig die uitsluitend informatie biedt over de bestemming of het gebruik
van het voertuig, dan wel aanwijzingen weergeeft voor het overige wegverkeer’. Het
bewuste artikel 5.3a.57 was echter zo geredigeerd dat de aldaar gebezigde formulering
een doublure inhield met zowel voormelde begripsbepaling als de eisen die in het bewuste
artikel 5.3a.57, vijfde lid, aan verlichte transparanten zijn gesteld. De onderhavige
wijziging van het bewuste artikel 5.3a.57 neemt deze doublures weg.
Met betrekking tot de in het bewuste artikel 5.4.57 te onderscheiden voertuigcategorie
– motorfietsen – bepaalt artikel 41a van het RVV 1990 dat onder de in dat artikel
opgenomen omstandigheden verlichte transparanten mogen worden gevoerd. In de Rv ontbrak
echter de bepaling dat motorfietsen mogen zijn voorzien van deze verlichte transparanten.
Deze lacune is opgevuld met het toevoegen aan het bewuste artikel 5.4.57 inzake toegestane
verlichting van een onderdeel aan het eerste lid en een nieuw (derde) lid.
Onderdelen BJ, onder 1, onder a, en BL (artikelen 5.4.57, eerste lid, en 5.4.59)
Als gevolg van supplement 14 op VN/ECE-reglement nr. 53.01 (installatie verlichting
van motorfietsen)1, zijn bochtlichten toegestaan op motorfietsen. Om de permanente eisen in overeenstemming
te brengen met de toelatingseisen, worden door middel van deze wijzigingen bochtlichten
als toegestane verlichting toegevoegd aan het bewuste artikel 5.4.57. Tevens wordt
bepaald dat bochtlichten niet anders mogen stralen dan wit (het bewuste artikel 5.4.59).
Onderdeel BJ, onder 1, onder b (artikel 5.4.57)
Deze wijziging betreft een correctie van een onvolkomenheid ten aanzien van de wijze
van keuren met betrekking tot het bepaalde in het bewuste artikel.
Onderdeel BW, onder 2 en 3 (artikel 5.12.31, tiende en elfde lid)
De onderhavige wijzigingen zijn ingegeven door en in overeenstemming met paragraaf
5.2.2.2 van VN/ECE-reglement nr. 13 (goedkeuring van motorvoertuigen van de voertuigcategorieën
M, N en O met betrekking tot remsystemen), alsmede met Verordening (EG) nr. 661/2009
van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften
voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor
bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PbEU 2009, 200). De gehanteerde
datum (1 mei 2016) is de dag na ommekomst van de restantvoorraadtermijn van 18 maanden,
gerekend vanaf 1 november 2014.
Onderdeel BX (artikel 5.12.49)
Omdat in relevante bindende EU-rechtshandelingen – met name aanhangsel 2, onder 15,
van Verordening (EU) nr. 678/2011 van de Commissie van 14 juli 2011 tot vervanging
van bijlage II en tot wijziging va de bijlagen IV, IX en XI bij Richtlijn 2007/46/EG
van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring
van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische
eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PbEU 2011, 185) – ‘betonmolen’
als ‘betonmixer’ wordt aangeduid, is het wenselijk beide begrippen in de Rv te benoemen.
De onderhavige wijziging voegt in dat licht met betrekking tot de permanente eis inzake
de stootbalk het begrip ‘betonmixer’ aan het bewuste artikel toe.
Deze wijziging heeft mutatis mutandis per 1 januari 2014 plaatsgevonden ten aanzien van bedrijfsauto’s (artikel 5.3.43). Abusievelijk is toen echter nagelaten ook het bewuste artikel
5.12.49 met betrekking tot aanhangwagens te wijzigen. Deze omissie wordt met de onderhavige
wijziging hersteld.
Onderdeel BY (artikel 5.12.51)
Door middel van de onderhavige wijziging is in de bewuste artikelonderdelen het begrip
‘toegestane maximummassa’ vervangen door ‘som van de aslasten’. Het bewuste artikel
is daarmee geheel in overeenstemming gebracht met de vigerende EU-regelgeving op dit
terrein.
Onderdeel CE (artikel 5.14.6)
De onderhavige wijziging brengt de maximale breedte van aanhangwagens terug van 2,60
m naar 2,55 m. Die breedte van 2,55 m komt overeen met de algemene Europese breedtemaat
van voertuigen, hetgeen voor fabrikanten van de bedoelde aanhangwagens duidelijkheid
schept. Bovendien geldt in de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk België reeds
een maximale breedte van 2,55 m voor aanhangwagens, zodat de onderhavige wijziging
het grensverkeer voor Nederlandse aanhangwagens vergemakkelijkt. Overgangsrecht is
reeds vervat in het derde lid van het bewuste artikel, dat bepaalt dat aanhangwagens
tot 1 januari 2025 maximaal 3,00 m breed mogen zijn.
Onderdeel CF (artikel 5.18.2)
Uit de toelichting bij de overgang van het Voertuigreglement naar de Rv, blijkt dat
bedoeld was te verbieden om met een motorvoertuig een samenstel van voertuigen – in
artikel 1.1, tweede lid, gedefinieerd als: trekkend voertuig met een of meer aanhangwagens
– te slepen. Het bewuste artikel was echter zo geredigeerd dat daarover ten aanzien
van andere dan tweewielige motorvoertuigen onduidelijkheid bestond. De onderhavige
wijziging neemt deze weg.
Onderdelen CI, onder 1, en CS (artikelen 5.18.11, derde lid, en 5.18.20)
Verwisselbare uitrustingsstukken waren niet in de bewuste artikelen verdisconteerd.
In de praktijk is dit problematisch gebleken; het komt met enige regelmaat voor dat
– met name aan de voorzijde – verwisselbare uitrustingsstukken zijn aangebracht waardoor
de lengte van het samenstel meer bedraagt dan die in de bewuste artikelen is genoemd.
Omdat zulks onwenselijk is, is deze omissie door de onderhavige wijzigingen gerepareerd.
De onderhavige wijziging van het bewuste artikel 5.18.20 verruimt voorts de maximale
lengte van voertuigcombinaties van tractoren met daaraan gekoppelde aanhangwagens
van 18,00 m naar 18,75 m, hetgeen in overeenstemming is met Richtlijn 96/53/EG van
de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen
de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale
verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal
toegestane gewichten (PbEG 1996, L 235). De Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk
België hebben de maximale lengte van de bedoelde voertuigcombinaties reeds verruimt
tot 18,75 m, zodat de onderhavige wijziging van het bewuste artikel 5.18.20 het grensverkeer
voor de bedoelde voertuigcombinaties vergemakkelijkt.
Onderdeel CI, onder 3 (artikel 5.18.11, elfde lid)
Uitgeschoven voertuigen (met name opleggers en andere aanhangwagens) vormen zonder
zijdelingse afscherming een gevaar voor de verkeersveiligheid. De onderhavige wijziging
beoogt deze praktijk met betrekking tot onbeladen uitschuifbare voertuigen te beëindigen,
door de eis te stellen dat een uitschuifbaar voertuig in onbeladen toestand geheel
is ingeschoven, tenzij de uitgeschoven delen zijdelings zijn afgeschermd.
Onderdeel CJ, onder 1 (artikel 5.18.12, tweede lid)
Dat het zicht op de verlichting, de retroreflectoren, de richtingaanwijzers of de
kentekenplaat (artikel 5.18.12, eerste lid, onderdeel e) wordt belemmerd, is onwenselijk,
ook in het geval het kermis- of circusvoertuigen betreft.
Onderdelen CJ, onder 2, en CN (artikelen 5.18.12, vijfde lid, en 5.18.21)
De in dit kader eerder gehanteerde begrippen ‘uitschuiflade’ en ‘laadklep’ deden geen
recht aan de bestaande variëteit aan laadvloerverlengingen. De onderhavige wijzingen
corrigeren die situatie.
Onderdeel CT, onder 1 en 2, onder b (artikel 5.18.17c)
Om met betrekking tot de overschrijding van de toegestane maximummassa van middenasaanhangwagens
(bijvoorbeeld caravans) te kunnen verbaliseren, moeten deze worden afgekoppeld teneinde
deze te kunnen wegen. Omdat dit niet als wenselijk wordt beschouwd, wordt in de praktijk
bekeurd voor overschrijding van de aslast. Deze waarde is bij dergelijke aanhangwagens
immers bijna altijd dezelfde als de toegestane maximummassa. Volgens het ter zake
gehanteerde beleid wordt echter bij overschrijding van een aslast eerst opgetreden
vanaf 20%, terwijl dat bij overschrijding van de toegestane maximummassa 10% is. Onderhavige
wijziging beoogt aan deze praktijk een einde te maken door te bewerkstelligen dat
geverbaliseerd kan worden bij overschrijding van de toegestane maximummassa vanaf
10%. Deze wijziging heeft mutatis mutandis enige jaren geleden plaatsgevonden ten aanzien van artikel 5.18.18a (overschrijding
trekgewicht).
Onderdeel CQ, onder 1, onder a, en 2 (artikel 5.18.17g, tweede lid, aanhef, en derde
lid)
De onderhavige wijziging van de bewuste aanhef en het toevoegen van het bewuste artikellid,
is analoog aan het reeds eerder in dier voege gewijzigde artikel 5.18.18a ten aanzien
van personenauto’s. Met deze wijziging wordt bewerkstelligd dat wanneer in het kentekenregister
of op het kentekenbewijs dan wel de kentekencard geen maximum te trekken aanhangwagengewicht
is vermeld, ook met bedrijfsauto’s, bussen en dolly’s geen aanhangwagens meer getrokken
mogen worden.
Onderdeel CU (artikel 5.18.23)
Dat bij het bepalen van de maximumhoogte verwisselbare uitrustingsstukken dienen te
worden meegerekend, was abusievelijk niet in het bewuste artikel verdisconteerd.
Onderdeel CV (artikel 5.18.25)
Het bewuste artikel had voorheen slechts betrekking op samenstellen van landbouw-
of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid. Ook bij bepaalde ‘losse’
landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid kan echter sprake
zijn van overbelading, hetgeen de onderhavige wijziging wenselijk maakt.
Onderdeel FF (artikel 11.10)
De in artikel 11.10 vervatte overgangsrechtelijke bepalingen zijn uitgewerkt en kunnen
derhalve vervallen.
Onderdeel FJ (bijlage IV)
Onder 2 (artikel 3)
Het bewuste artikel ziet op voertuigen met een datum van eerste toelating na 31 december
1997 maar vóór 29 april 2009. Met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën
N en O, was voor de onderhavige wijziging zijdelingse afscherming na de voorste achteras
verplicht, terwijl dit voor soortgelijke voertuigen van vóór 1 januari 1998 en na
28 april 2009 niet verplicht is. Vanuit de praktijk werd opgeroepen dit verschil op
te heffen, hetgeen door middel van de onderhavige wijziging is geschied.
Onder 4, onder c (annex 2, artikel 5)
De bewuste NEN-norm is niet meer van kracht en kan derhalve vervallen.
Onderdeel FL, onder 3 (bijlage VI, artikel 3.4)
Voertuigen met een Europese typegoedkeuring kunnen zijn voorzien van een carjackslot
waarbij de deuren bij het bereiken van een bepaalde snelheid op slot gaan. Deze zijn
dan niet meer vanaf de buitenzijde te openen. Wanneer het voertuig vaart mindert of
stilstaat, blijven de deuren van buiten af gesloten, totdat de bestuurder het carjackslot
weer vrijgeeft. Deze situatie was niet in overeenstemming met de in het bewuste artikel
aan taxi’s gestelde eisen. De onderhavige wijziging trekt dat recht, waarbij bovendien
aansluiting is gezocht bij supplement 2 op VN/ECE-reglement nr. 11.03 (deursloten
en afsluitmechanismen met betrekking tot deuren) dat het carjackslot regelt ten aanzien
van voertuigen met de voertuigclassificaties M1 en N1.
Onderdeel FM (bijlage VIII)
Onder 8, onder a, en 9 (artikelen 37, derde lid, en 38)
Door middel van de onderhavige wijzigingen worden enige onjuistheden gecorrigeerd
die per 1 januari 2015 (Stcrt. 2014, 34219) waren ontstaan met betrekking tot de verwijzingen naar een tweetal leden van artikel
5.6.11.
Onder 10 (artikel 40)
Het bewuste artikel vereiste certificering van de olietemperatuurmeter. Certificering
van deze temperatuurmeter is gelet op hoofdstuk 8 (Meetmiddelen) echter niet noodzakelijk.
De eis van een geldig certificaat ten aanzien van de olietemperatuurmeter is met deze
wijziging dan ook vervallen.
Onder 22, onder b en c (artikel 77)
Abusievelijk was nagelaten het moment te bepalen waarop de remkrachten dienen te worden
vastgesteld. Deze omissie is met de onderhavige wijziging verholpen.
Artikel II
In overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10,
29 515, nr. 309 en 2012/13, 29 362, nr. 224, blz. 7–8) zoals vervat in de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar 174), treedt deze
wijzigingsregeling – met uitzondering van onderdeel J, onder 2 – in werking met ingang
van 1 januari 2016 en is de minimale termijn van twee maanden tussen publicatie en
inwerkingtreding in acht genomen.
Met betrekking tot de inwerkingtreding van onderdeel J, onder 2, betreffende Verordening
(EU) nr. 165/2014, is afgeweken van de vaste verandermomenten met gebruikmaking van
de uitzonderingsgrond voor implementatieregelgeving (Ar 174, vierde lid, aanhef en
onder d). De bewuste wijziging houdt immers verband met Verordening (EU) nr. 165/2014,
die met ingang van 2 maart 2016 van toepassing is.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus