Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 juli 2014, nr. 2014-0000098169, tot vaststelling van de regels omtrent de openbaarmaking van inspectiegegevens door de Inspectie SZW bij zware of ernstige asbestovertredingen (Beleidsregel openbaarmaking inspectiegegevens bij zware of ernstige asbestovertredingen)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur;

Besluit:

Artikel 1

Deze beleidsregel is van toepassing op de volgende overtredingen:

de artikelen 4.45, eerste lid en tweede lid, 4.46, 4.47a, eerste en derde lid, 4.48a, eerste en vierde lid, 4.50, vijfde lid, 4.51a, eerste tot en met het vierde lid, 4.54, 4.54a, eerste lid en 4.54d, eerste, vijfde en zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Artikel 2

  • 1. Het besluit tot openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt genomen met in achtneming van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 2. Openbaarmaking vindt plaats op de website van de Inspectie SZW.

Artikel 3

  • 1. De Inspectie SZW maakt in geval van overtreding van de in artikel 1 genoemde artikelen de volgende inspectiegegevens actief openbaar:

    • a. de naam en vestigingsplaats van de rechtspersoon dan wel van de natuurlijke persoon;

    • b. de geconstateerde overtreding;

    • c. de datum waarop de overtreding is geconstateerd;

    • d. de locatie waar het asbest aanwezig is of is geweest;

    • e. welk bestuurlijk besluit is genomen, dan wel welke bestuurlijke besluiten zijn genomen vanwege de overtreding op grond van de artikelen 28a, 33 of 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;

    • f. of tegen de onder e bedoelde bestuurlijke besluiten een rechtsmiddel is ingesteld dan wel of daartoe nog de mogelijkheid bestaat.

  • 2. Op verzoek van belanghebbende kan in de zienswijzefase bedoeld in artikel 4 een schriftelijke reactie over de openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, van ten hoogste 100 woorden worden gevoegd bij de openbaar te maken gegevens op de website van de Inspectie SZW. Onderdelen van de schriftelijke reactie die persoonsgegevens, bedrijfsnamen of bedrijfsgegevens van derden dan wel strafbare of aanstootgevende uitlatingen bevatten, worden niet op de website van de Inspectie SZW gepubliceerd.

Artikel 4

  • 1. Op het besluit tot openbaarmaking is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid. De zienswijze op het voornemen tot openbaarmaking wordt gelijktijdig gevraagd met de zienswijze op het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van één of meerdere artikelen genoemd in artikel 1 dan wel het voornemen tot het opleggen van het bevel tot stillegging van werk in verband met recidive, bedoeld in artikel 28a, van de Arbeidsomstandighedenwet.

Artikel 5

  • 1. De openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, op de website van de Inspectie SZW geschiedt niet eerder dan nadat tien werkdagen zijn verstreken nadat het besluit tot openbaarmaking aan de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die de overtreding heeft begaan bekend is gemaakt.

  • 2. Indien binnen tien werkdagen nadat het besluit tot openbaarmaking, bedoeld in het eerste lid bekend is gemaakt, wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat de voorzieningenrechter een uitspraak heeft gedaan.

Artikel 6

  • 1. De gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, blijven na plaatsing op de website vijf jaar na de datum waarop de inspectie heeft plaatsgevonden op de website van de Inspectie SZW toegankelijk.

  • 2. Indien in verband met een beslissing op bezwaar, beroep of hoger beroep over een door de Inspectie SZW genomen bestuurlijk besluit als bedoeld in artikel 3, onder e, wordt vastgesteld dat de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, niet meer juist of volledig zijn, worden deze gegevens op de website van de Inspectie SZW binnen vijf werkdagen na de betreffende beslissing door de Inspectie SZW aangepast.

Artikel 7

  • 1. Indien sprake is van een overtreding van artikel 4:54d, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit worden de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, ook openbaar gemaakt via een persbericht, tenzij er dringende redenen aanwezig zijn die noodzaken een persbericht achterwege te laten.

  • 2. Indien sprake is van een groot publiek belang in verband met direct gevaar of direct dreigend voor de gezondheid en veiligheid van derden, wordt een persbericht als bedoeld in het eerste lid onverwijld na constatering van de overtreding uitgebracht.

  • 3. In een persbericht als bedoeld in het eerste lid en tweede lid, kan naast de in artikel 3 genoemde gegevens zo nodig aanvullende relevante informatie worden vermeld.

Artikel 8

Deze beleidsregel is van toepassing op overtredingen die na inwerkingtreding van deze beleidsregel worden geconstateerd.

Artikel 9

Deze beleidsregel treedt in werking vier weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel openbaarmaking inspectiegegevens bij zware of ernstige asbestovertredingen.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 juli 2014

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Algemeen

In de brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer van 21 februari 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 25 883, nr. 232) heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de minister) de wens geuit om vanuit het toezicht meer open en transparant te zijn over de inzet, de werkwijze en de resultaten van de Inspectie SZW en een begin te maken om deze informatie van de Inspectie SZW publiekelijk te delen. De wens van meer transparantie sluit aan bij het uitgangspunt van het kabinet dat overheidsinformatie, binnen de grenzen van de wettelijke regels, zoveel mogelijk actief openbaar gemaakt dient te worden. In het kader van good governance bestaat daarvoor inmiddels een breed draagvlak en wordt meer openheid in bestuur en toezicht als wenselijk en vanzelfsprekend gevonden.

In de brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer is aangegeven dat voor de openbaarmaking van inspectiegegevens van de Inspectie SZW een gefaseerde benadering wordt gekozen. De onderhavige beleidsregel vormt de in deze brief aangekondigde juridische uitwerking om in het kader van het toezicht op de asbestsanering gegevens over sanctiemaatregelen tegen bedrijven die de regels inzake asbestsanering overtreden, op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) actief openbaar te maken.

Transparantie over individuele bedrijven inzake asbestsanering kan een belangrijke bijdrage leveren aan een betere naleving van de regelgeving. Door transparantie in de vorm van het actief openbaar maken van inspectiegegevens, waarbij bedrijven met naam en toenaam genoemd worden, wordt inzage gegeven in het nalevingsgedrag en prestaties van bedrijven. Naar verwachting zal daardoor de naleving van regelgeving bevorderd worden (versterken preventieve werking). Het openbaar maken van inspectiebevindingen kan bevorderen dat instellingen en bedrijven beter gaan presteren en dat afnemers van hun producten en diensten de mogelijkheid geboden wordt goed geïnformeerd keuzes te maken. Openbaarmaking van gegevens als prikkel om beter te presteren beperkt zich niet tot bedrijven en instellingen die onder de wettelijke norm presteren. Deze openbaarmaking zal in de volle breedte alle onder toezicht staande bedrijven en instellingen prikkelen tot betere prestaties om zich in positieve zin van de concurrenten te onderscheiden met een positieve stimulans voor de naleving van wet- en regelgeving.

Zoals gezegd zal de openbaarmaking plaatsvinden binnen het algemeen juridische kader van openbaarmaking dat is vastgelegd in de Wob. Artikel 8 van de Wob biedt de grondslag voor actieve openbaarmaking. Op basis van deze bepaling wordt per geval een besluit genomen over de openbaarmaking. De in de Wob vermelde uitzonderingsgronden, bedoeld in artikel 10 van de Wob, zijn daarmee van toepassing en worden meegenomen bij het nemen van het besluit.

Bij de asbestovertredingen waarop de onderhavige beleidsregel betrekking heeft gaat het om overtredingen die het kenmerk hebben dat er gevaar is voor blootstelling aan asbest, omdat niet de vereiste maatregelen getroffen zijn respectievelijk dat er een ongewenste asbestemissie heeft plaatsgevonden vanwege het feit dat niet de vereiste maatregelen zijn getroffen. Bij gevaren voor blootstelling aan asbest gaat het niet alleen om de bescherming van degenen die de arbeid verrichten (werknemers), maar mogelijk ook om de bescherming van omwonenden of andere derden, bijvoorbeeld winkelend publiek. Vanuit het oogpunt van de bescherming van deze derden is het van belang dat de informatie over overtredingen waar milieu-informatie een rol speelt publiekelijk wordt gemaakt.

In het kader van deze beleidsregel gaat het in alle genoemde overtredingen om de stof asbest. Zolang asbest in gebonden toestand verkeert, is er geen gevaar voor de gezondheid. Bij het ver- of bewerken van asbest of asbesthoudend materiaal kunnen de losse asbestvezels vrijkomen in de lucht. Als losse asbestvezels worden ingeademd lopen zij vast in de kleine luchtwegen en longblaasjes. Als gevolg van blootstelling aan asbestvezels kunnen verschillende asbestziekten ontstaan, waaronder asbestose, asbestpleuritis, longkanker en mesothelioom. De meeste van deze ziekten openbaren zich pas tientallen jaren nadat de blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden en zijn niet of nauwelijks te genezen. Bij de openbaarmaking van gegevens in het kader van overtredingen bij asbestsanering gaat het om milieu-informatie als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer waarvoor de Wob een ruimer openbaarmakingsregime kent.

Vanwege de mogelijke impact (reputatieschade) is zorgvuldig handelen bij openbaar maken van niet-geanonimiseerde gegevens van groot belang. Door middel van deze beleidsregel wordt gewaarborgd dat met inachtneming van de wettelijke kaders de juiste procedures in acht worden genomen en voor belanghebbenden kenbaar zijn.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 1 bevat een opsomming van de artikelen uit het Arbeidsomstandighedenbesluit waarbij sprake is van ernstige of zware overtredingen.

In artikel 1, eerste lid, van de Beleidsregel Boeteoplegging Arbeidsomstandigheden-wetgeving worden drie typen overtredingen onderscheiden die beboetbaar zijn op basis van artikel 33, eerste en tweede lid, en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet: zware overtredingen, direct beboetbare overtredingen en overige overtredingen. De in artikel 1 opgenomen artikelen zijn allemaal zware overtredingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Beleidsregel Boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving. Deze zware overtredingen zijn overtredingen die geconstateerd zijn bijvoorbeeld bij het niet volledig of onjuist in beeld brengen van het aanwezige asbest, het saneren van het asbest of het onterecht vrijgeven na een eindmeting (door een laboratorium) na afloop van de sanering. Zware overtredingen betreffen werkzaamheden en situaties die doorgaans ernstig gevaar (kunnen) opleveren voor personen. Deze overtredingen hebben namelijk het kenmerk dat er gevaar is voor blootstelling aan asbest omdat niet de vereiste maatregelen getroffen zijn respectievelijk omdat ongewenste asbestemissie heeft plaatsgevonden vanwege het feit dat niet de vereiste maatregelen zijn getroffen. De overige asbestvoorschriften zijn weliswaar van belang voor het veilig en gezond werken met asbest, maar op het moment van overtreden hoeft niet sprake te zijn van direct ernstig gevaar voor personen.

Overtreding van artikel 4.54d, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit is naast een zware overtreding als bedoeld in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving tevens een ernstige asbestovertreding als bedoeld in artikel 9.10a, derde lid, onderdeel b, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het tevens aangeduid zijn als ernstige overtreding heeft gevolgen voor het moment waarop het bevel tot stillegging van werk in verband met recidive, bedoeld in artikel 28a, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet kan worden opgelegd. Het gaat hierbij om bedrijven die asbestwerkzaamheden verrichten die ingedeeld zijn in risicoklasse 2 of 3 zonder in het bezit te zijn van het daarvoor vereiste certificaat asbestverwijdering.

Artikel 2

Bij het nemen van een besluit tot openbaarmaking worden de in de Wob genoemde uitzonderingsgronden meegewogen. Dit betekent dat bij elk besluit tot openbaarmaking het algemene belang van openbaarheid wordt afgewogen tegen de in artikel 10 van de Wob genoemde belangen. De gegevens die volgens deze beleidsregel actief openbaar worden gemaakt zijn gegevens over asbestovertredingen waar er gevaar is voor blootstelling aan asbest. Zoals hiervoor aangegeven is dit milieu-informatie als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer. De Wob kent hiervoor een ruimer openbaarmakingsregime. Zo geldt niet de uitzondering van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob, volgens welke uitzondering openbaarmaking achterwege moet blijven als het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van onevenredige benadeling van betrokkenen. De gegevens worden openbaar gemaakt door plaatsing daarvan op de website van de Inspectie SZW (www.inspectieszw.nl).

Door openbaarmaking via de website van de Inspectie SZW kan op effectieve wijze inzicht gegeven worden aan diverse belanghebbenden. Dat kunnen zijn eigenaren van het vastgoed waar het asbest in aanwezig is, gebruikers of bewoners die (weer) gebruik willen maken van de locatie/het gebouw, ouders en scholieren bij scholen, bewoners van gerenoveerde flats of bezoekers van winkelcentra. Gezien de diversiteit van deze bedrijven en personen en het locatiegebonden aspect van asbestsaneringen heeft het actief en algemeen bekend maken via de website van de Inspectie SZW de voorkeur.

Doordat asbestsaneringen niet plaatsvinden op de vestigingslocatie van de asbestsaneerder onderscheiden de asbestsaneringen zich van bijvoorbeeld het toezicht op bedrijven die werken met milieugevaarlijke stoffen op hun vestigingslocatie. Per sanering zijn de belanghebbenden bij een asbestsanering anders.

Artikel 3

Het eerste lid van dit artikel ziet op de inspectiegegevens die de Inspectie SZW actief openbaar gaat maken op de website van de Inspectie SZW indien de Inspectie SZW een overtreding heeft geconstateerd van de in artikel 1 van deze beleidsregel genoemde artikelen.

In onderdeel a is aangegeven dat de naam en de vestigingsplaats van de rechtspersoon dan wel van de natuurlijke persoon tot wie het besluit zich richt openbaar wordt gemaakt. Ingeval van een eenmanszaak wordt de natuurlijke persoon vermeld met de vestigingsplaats van de zaak. De naam van de natuurlijke persoon wordt vermeld omdat ook het sanctiebesluit zich richt tot die persoon. Bij een natuurlijke persoon van een eenmanszaak is sprake van woonplaats van de persoon of de vestigingsplaats van de eenmanszaak. Aangezien het gaat om een overtreding van de eenmanszaak wordt de vestigingsplaats vermeld. Door de keuze die de ondernemer heeft gemaakt bij het oprichten van zijn eenmanszaak respectievelijk de keus het ondernemerschap uit te oefenen als natuurlijke persoon is het niet mogelijk de naam van de natuurlijke persoon niet te vermelden.

In onderdeel d is aangegeven dat de locatie waar de asbest is aangetroffen vermeld wordt. De saneringen vinden namelijk niet plaats op de vestigingsplaats van het bedrijf, maar op de locatie waar het asbest verwijderd wordt.

In onderdeel e gaat het om de besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 33 en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet wegens overtreding van één of meerdere artikelen genoemd in artikel 1 van deze beleidsregel en de besluiten tot het bevel tot stillegging van werk bij recidive, bedoeld in artikel 28a van de Arbeidsomstandighedenwet. Op de website wordt vermeld of een boete is opgelegd, dan wel een bevel tot stillegging wegens recidive is genomen, dan wel beide. De onderliggende besluiten zelf worden niet op de website geplaatst.

In onderdeel f is geregeld dat zolang de mogelijkheid bestaat een rechtsmiddel in te stellen dan wel dat een rechtsmiddel is ingesteld tegen het in onderdeel e bedoelde bestuurlijk besluit, dit vermeld wordt bij de openbaar te maken inspectiegegevens. Zolang dit vermeld wordt is het onder e vermelde besluit nog niet van rechtswege definitief vastgesteld. Het gaat daarbij om het recht van belanghebbende om tegen dit besluit bezwaar, beroep of hoger beroep aan te tekenen. De vermelding dat een rechtsmiddel openstaat, blijft vermeld zolang de mogelijkheid nog open staat om bezwaar, beroep of hoger beroep aan te tekenen respectievelijk als het ingediende bezwaar of (hoger) beroep nog niet afgehandeld is.

In het tweede lid is geregeld dat indien belanghebbende in de zienswijzefase gebruik maakt van de aangeboden mogelijkheid een schriftelijke reactie van ten hoogste 100 woorden op te stellen over de openbaarmaking van de inspectiegegevens, deze reactie samen met de openbaar te maken gegevens op de website van de Inspectie SZW wordt gepubliceerd. Onderdelen van de schriftelijke reactie die persoonsgegevens, bedrijfsnamen of bedrijfsgegevens van derden dan wel strafbare of aanstootgevende uitlatingen bevatten, worden niet op de website van de Inspectie SZW gepubliceerd. Het is de Inspectie SZW die dit beoordeelt.

In principe dient de belanghebbende een eventuele reactie ten behoeve van de website al in de zienswijzefase, dus voordat de publicatie plaatsvindt, aan te leveren. In voorkomend geval kan eventueel ook in een latere fase, naar aanleiding van een bezwaar- of beroepsprocedure, nog iets worden toegevoegd binnen het daartoe gestelde maximum van 100 woorden.

Artikel 4

Op de betrokken besluiten is de rechtsbescherming van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing. Belanghebbende wordt daarmee in de gelegenheid gesteld een zienswijze over het voornemen tot openbaarmaking naar voren te brengen in de zin van artikel 4:8 van de Awb. Belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb zal doorgaans het bedrijf zijn waar de inspectie heeft plaatsgevonden respectievelijk de rechtspersoon of natuurlijke persoon onder wiens gezag op een locatie asbest is verwerkt of bewerkt of de zelfstandige zonder personeel die asbest of asbesthoudend materiaal ver- of bewerkte.

Indien door de Inspectie SZW wordt besloten tot het opleggen van een boete of een bevel tot stillegging van werk in verband met recidive, wordt aan belanghebbende dit voornemen bekend gemaakt in de vorm van een kennisgeving. Het voornemen tot openbaarmaking gaat deel uitmaken van deze kennisgeving waarop de belanghebbende zijn zienswijze kan geven. Dat betekent dat de belanghebbende tegelijkertijd zijn zienswijze kan geven op het voornemen tot oplegging van een boete en op het voornemen, indien de boete wordt opgelegd, om deze opgelegde boete openbaar te maken. Belanghebbende krijgt een termijn van twee weken voor het geven van een zienswijze op het voornemen tot openbaarmaking.

Artikel 5

Na ontvangst van de zienswijze op het voornemen tot het openbaar maken van de inspectiegegevens wordt, na beoordeling hiervan, de belanghebbende in kennis gesteld van het besluit tot openbaarmaking inclusief een overzicht van de te publiceren gegevens. Indien door de Inspectie SZW na beoordeling van de zienswijze wordt besloten dat er geen bestuurlijke boete of bevel tot stillegging van werk in verband met recidive wordt opgelegd, dan wordt er ook niet overgegaan tot openbaarmaking daarvan op de website van de Inspectie SZW. In het besluit tot openbaarmaking, waarbij wordt getoetst aan de uitzonderingsgronden in de Wob, zal dan volgen dat in dit geval publicatie achterwege blijft.

Indien wel wordt besloten dat aan belanghebbende een bestuurlijke boete of een bevel tot stillegging van werk in verband met recidive wordt opgelegd, is in het eerste lid van dit artikel bepaald dat met de openbaarmaking van de desbetreffende gegevens tien werkdagen wordt gewacht. Belanghebbende wordt in deze periode in de gelegenheid gesteld een voorlopige voorziening in te dienen. Als hij een verzoek om een voorlopige voorziening binnen die tien werkdagen indient, dan wordt de publicatie van de aan hem opgelegde maatregel opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan. Dit is bepaald in het tweede lid van dit artikel.

Artikel 6

In artikel 6 is bepaald dat de gegevens die openbaar worden gemaakt 5 jaar op de website van de Inspectie SZW toegankelijk blijven. De termijn van 5 jaar is redelijk omdat het bij deze informatie gaat om zware en/of ernstige overtredingen. Vijf jaar is ook de recidivetermijn voor zware overtredingen.

Van belang is dat de informatie actueel is en up-to-date gehouden wordt. Aanpassingen zullen worden aangebracht indien er ten aanzien van de basisinformatie iets wijzigt. Dat kan het geval zijn als in bezwaar of beroep de sanctiemaatregel wijzigt. De gegevens op de website worden dan gecorrigeerd. De termijn waarbinnen de correctie wordt aangebracht is maximaal 5 werkdagen na de uitspraak die aanleiding geeft tot de wijziging.

Artikel 7

Het overtreden van artikel 4.54d, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit is een ernstige overtreding. Het gaat hierbij om bedrijven die asbestwerkzaamheden verrichten die ingedeeld zijn in risicoklasse 2 of 3 zonder in het bezit te zijn van het daarvoor vereiste certificaat asbestverwijdering. Certificaathouders hebben door de certificaatprocedure aangetoond dat ze over de deskundigheid en vaardigheden beschikken die nodig zijn om asbest te verwijderen op een wijze dat de werknemers die het uitvoeren veilig en gezond werken. Bij bedrijven die asbest verwijderen zonder certificaat ontbreekt doorgaans die deskundigheid en die vaardigheid. Dat kan risico’s met zich mee brengen voor zowel de werknemers als voor eventuele derden. Bij deze overtreding is dus sprake van een relatief groot gevaar op asbestblootstelling voor zowel werknemers als derden. Voor deze gevallen zal naast plaatsing op de website ook via een persbericht bekendheid worden gegeven aan deze overtreding.

Indien sprake is van een groot publiek belang in verband met direct (dreigend) gevaar voor de gezondheid en veiligheid van derden, wordt een persbericht, als bedoeld in het eerste lid, onverwijld na constatering van de overtreding uitgebracht. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om locaties waar de omgeving van de saneringslocatie besmet is geraakt met asbest en die omgeving voor de besmetting openbaar toegankelijk was. Een ander voorbeeld is een incident met asbest waardoor grote onrust is ontstaan onder de bevolking in de omgeving van de saneringslocatie. Het is dan van belang dat direct openbaar wordt wat de Inspectie aangetroffen heeft op de locatie. Indien een daadwerkelijke besmetting van de omgeving heeft plaatsgevonden, dienen ook maatregelen genomen te worden voor belanghebbenden niet zijnde de werknemers die saneerden. Het bevoegd gezag op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), veelal de regionale uitvoeringsdienst die belast is met het toezicht op de Wabo, en/of de gezondheidsdienst van de gemeente neemt die maatregelen respectievelijk laat die maatregelen nemen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om afzetting van het besmette gebied en evacuatie van bewoners in het besmette gebied. Omdat de milieudienst of de gezondheidsdienst deze maatregelen neemt respectievelijk laat nemen kan de Inspectie SZW volstaan met een persbericht over de asbestovertredingen en vermelding op de website van de Inspectie SZW.

Van publicatie van het persbericht wordt afgezien indien hiervoor dringende redenen zijn. Dit kan bijvoorbeeld zijn indien door een persbericht een nog lopend strafrechtelijk onderzoek doorkruist wordt. In dergelijke gevallen zullen, indien nodig, de betreffende milieudienst en/of gezondheidsdienst de communicatie aan belanghebbenden op zich nemen.

Bij de aanvullende informatie, bedoeld in het derde lid, gaat het om de informatie die media nodig hebben voor hun berichtgeving. Zo kan (voor zover bekend en relevant) opgenomen worden een nadere duiding van de besmette omgeving, de soort asbest die is aangetroffen, de mate van besmetting met asbest, de opgelegde boete, de maatregelen die genomen zijn respectievelijk genomen moeten worden ter bescherming van de gezondheid van de betrokken werknemers en de samenwerking met de andere toezichthouders op de locatie. Indien het onderzoek op de locatie door de Inspectie SZW nog niet is afgerond, wordt het vervolg van het onderzoek aangegeven.

Artikel 9

De beleidsregel treedt in werking vier weken na publicatie in de Staatscourant. Deze vier weken worden benut om betrokkenen voor te lichten over de gevolgen van het nieuwe beleid zoals verwoord in deze beleidsregel.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven