Vragen van de leden Van Weyenberg en Van Ginneken (beiden D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht ««Gluurapparatuur» in trek door thuiswerken, vakbonden bezorgd» (ingezonden 15 april 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ««Gluurapparatuur» in trek door thuiswerken, vakbonden bezorgd»?1

Vraag 2

Bent u het eens dat de inzet van gluurapparatuur door werkgevers bij werknemers thuis te ver gaat?

Vraag 3

Aan welke waarborgen moet toezicht op de werkplek thuis voldoen?

Vraag 4

Constaterende dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) eerder aanbevelingen voor privacy bij digitaal thuisonderwijs heeft gepubliceerd, bent u bereid de AP te verzoeken om soortgelijke aanbevelingen op te stellen met betrekking tot thuiswerken en privacy?

Vraag 5

Op welke manier hebben vakbonden of de ondernemingsraden een rol in het vaststellen van beleid op toezicht bij thuiswerken?

Vraag 6

Welke rechten hebben werknemers wanneer zij thuiswerken en hun werkgever wil controleren of zij wel of niet aan het werk zijn? Verschilt dat van de situatie dat iemand op kantoor werkt?

Vraag 7

Wanneer is er sprake van een privacy-schending en in welke gevallen is het raadzaam dat mensen de overtreding melden bij de AP?

Vraag 8

Welke rol heeft de Inspectie SZW bij het toezicht op thuiswerken door werkgevers, bijvoorbeeld in het kader van recht op een veilige werkplek?

Vraag 9

Bent u bereid om in uw gesprekken met sociale partners over criteria voor thuiswerken ook het toezicht & controle op de werkplek thuis te agenderen en te kijken of er tot goede afspraken kan worden gekomen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Baarle (DENK), ingezonden 15 april (vraagnummer 2021Z06098) en van het lid Van Kent (SP), ingezonden 15 april (vraagnummer 2021Z06099)

Naar boven