35 711 Goedkeuring van het op 14 december 2020 te Brussel tot stand gekomen Besluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (Trb. 2021, 5)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2021

Tijdens het debat in de Eerste Kamer over wetsvoorstel Goedkeuring van het Eigenmiddelenbesluit van de Raad van de Europese Unie (Kamerstuk 35 711) van 18 mei jl. heb ik de Kamer toegezegd om de achtergrond na te gaan met betrekking tot de stand van zaken van de ratificatie van het Eigenmiddelenbesluit (EMB) in de lidstaten die nog niet hebben geratificeerd, en hierover de Kamer te informeren. Tevens zal ik in deze brief het proces van de Nederlandse ratificatie schetsen en de redenen waarom het kabinet het prudent acht om einde van de maand mei te kunnen ratificeren, na afronding van de besluitvorming in het parlement.

Stand van zaken ratificatie EMB

Op dit moment hebben 22 lidstaten het ratificatieproces afgerond. Hongarije, Polen, Roemenië, Oostenrijk en Nederland moeten het ratificatieproces nog afronden.

Op basis van contact met de lokale autoriteiten kan ik u het volgende meedelen over de aan ons gepresenteerde voortgang van het ratificatieproces in deze landen. De Hongaarse autoriteiten hebben aangegeven dat de Hongaarse Nationale Assemblee vermoedelijk op 26 mei stemt over het wetsvoorstel ter goedkeuring van het EMB. Na aanname door de Assemblee moet de goedkeuringswet worden ondertekend door de voorzitter van de Assemblee en de president van de Hongaarse republiek, waarna deze wordt gepubliceerd in het staatsblad. Vervolgens kan er worden genotificeerd, waarmee het EMB dan door Hongarije is geratificeerd. Dit proces neemt maximaal 10 dagen in beslag, maar is naar verwachting uiterlijk 31 mei afgerond.

In Polen stemt de Senaat op 27 mei over het wetsvoorstel ter goedkeuring van het EMB. Indien de oppositie besluit amendementen op de goedkeuringswet in te dienen, dan zal het Poolse Lagerhuis, de Sejm, opnieuw bijeen moeten komen om die amendementen te bespreken, vermoedelijk op 28 mei. Deze amendementen hebben betrekking op de nationale goedkeuringswet en niet op het EMB zelf. Mocht dit het geval zijn, dan is de verwachting dat de Sejm, waar de regering een meerderheid heeft, de amendementen niet zal overnemen en het wetsvoorstel alsnog bekrachtigt. De wet zal vervolgens nog moeten worden ondertekend door de president van de Republiek Polen en worden gepubliceerd in de Poolse Staatscourant. Daarna volgt kennisgeving aan de depositaris. Mocht er toch een compromis worden bereikt tussen oppositie (Burgerplatform PO en Boerenpartij PSL) en regering, en worden afgezien van het indienen van amendementen, dan kan het wetsvoorstel direct van de Senaat naar de president ter ondertekening.

Navraag bij het Roemeense parlement leert dat vooralsnog geen datum is vastgesteld om over ratificatie van het eigen middelen besluit te stemmen. De gesprekken tussen de regering en de oppositie zijn nog gaande. Er is hierbij geen sprake van fundamentele meningsverschillen over de inhoud van het EMB. De verwachting is niettemin dat een datum voor de stemming op korte termijn zal worden vastgesteld. Ratificatie vereist een tweederde meerderheid. Na instemming door het parlement zal afronding van de ratificatieprocedure minimaal een week duren, uitgaande van de gebruikelijke termijnen.

In Oostenrijk stemt de Bundesrat (waarin de vertegenwoordigers van de Länder zitten) volgende week over het EMB. Eerst op woensdag 26 mei in de commissie Financiën en vervolgens plenair op donderdag 27 mei. Het EMB is al aangenomen in de Oostenrijkse Nationalrat. Aangezien, met uitzondering van de FPÖ, alle politieke partijen het EMB hebben gesteund in de Nationalrat, zal naar verwachting hetzelfde gelden in de Bundesrat. Een 2/3 meerderheid is vereist, maar er is geen scenario waarin de FPÖ-afgevaardigden het voorstel kunnen blokkeren. Kennisgeving in Brussel wordt verwacht uiterlijk op 31 mei.

Van niet alle landen waren tijdens de informele Eurogroep/Ecofin van 21 mei in Lissabon mijn collega’s aanwezig, maar mijn gesprekken bevestigden bovenstaande informatie. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat het gaat om een inschatting van het ratificatieproces, op basis van de op dit moment beschikbare informatie over de betreffende parlementaire agenda’s en uiteindelijk is het aan de nationale autoriteiten om hun ratificatieproces conform de eigen procedures vorm te geven.

Proces Nederlandse ratificatie

Als aangegeven in de voorbeelden hierboven, moet een lidstaat na goedkeuring van het wetsvoorstel dit nog notificeren. Dit vindt plaats door middel van een diplomatieke nota van de Permanente Vertegenwoordiging van de lidstaat bij de Europese Unie aan de depositaris (Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie) waarin staat dat het nationale goedkeuringsproces is afgerond. Met notificatie, in het EMB kennisgeving genoemd, is er sprake van ratificatie.

Voordat kennisgeving door Nederland mogelijk is, dienen onderstaande stappen te worden doorlopen. Uitgaande van een positieve stemming in de Eerste Kamer op 25 mei zou de tijdlijn er als volgt uit kunnen zien.

Datum

Actie

Dinsdag 25 mei

Stemming Eerste Kamer

Woensdag 26 mei

Ondertekening goedkeuringswet door Koning

Donderdag 27 mei

Voorbereiding publicatie goedkeuringswet in Staatsblad

Vrijdag 28 mei

Publicatie goedkeuringswet in Staatsblad

Zaterdag 29 mei

Inwerkingtreding goedkeuringswet

Maandag 31 mei

Kennisgeving: diplomatieke nota van de Permanente Vertegenwoordiging aan de depositaris

Het EMB treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de laatste kennisgeving is ontvangen door de depositaris (artikel 12 EMB). Ter illustratie, indien alle lidstaten uiterlijk eind mei zouden notificeren, treedt het EMB per 1 juni in werking. Na inwerkingtreding van het EMB is de Europese Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie middelen op de kapitaalmarkt te lenen ter financiering van het Europese Herstelinstrument (Next Generation EU; NGEU).

Kennisgeving door Nederland

In het Wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel van 23 februari jl. heb ik de Kamer toegezegd om prudent om te gaan met de Nederlandse ratificatie van het Eigenmiddelenbesluit in relatie tot het ratificatieproces in andere lidstaten en toegezegd de Kamer hierover, en over de formele kennisgeving daarvan aan de depositaris, te informeren. (Kamerstuk 35 711, nr. 12)

Het kabinet is van mening dat er geen risico’s kleven aan het eerder ratificeren dan andere lidstaten. Pas als alle lidstaten het EMB hebben geratificeerd, is de Europese Commissie gemachtigd om de middelen voor het Europees Herstelinstrument te lenen. Indien één lidstaat besluit niet te ratificeren, kan het EMB niet in werking treden en ontstaat er een impasse met verstrekkende consequenties. Het is niet mogelijk voor lidstaten om via hun nationale ratificatieproces het EMB eenzijdig te wijzigen. Als laatste ratificeren dient dus geen materieel doel. Zoals mede blijkt uit bovenstaand overzicht van de stand van zaken met betrekking tot het ratificatieproces heeft het kabinet geen signalen dat andere lidstaten ratificatie van het EMB willen vertragen of een koppeling leggen met andere dossiers. Bovendien zal het kabinet onder geen enkele omstandigheid akkoord gaan met het openbreken van de huidige afspraken. Het uiteindelijk overeengekomen MFK-pakket, inclusief RRF- en MFK-rechtsstaatverordening, staat als geheel. Het kabinet is, in lijn met de constructieve rol en positie die Nederland inneemt binnen de Europese Unie, dan ook voornemens om na instemming door de Eerste Kamer het ratificatieproces niet op te houden, maar verder in gang te zetten in lijn met het opgenomen schematisch overzicht en de formele kennisgeving aan de depositaris uit te voeren.

Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven