Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 augustus 2020
Als gevolg van maatregelen samenhangend met de aanpak van de corona (COVID-19)-crisis
heeft in veel economische sectoren een substantiële terugval van de vraag en de omzet
plaatsgevonden. Dit geldt ook voor de visserijsector. In verband hiermee heb ik in
overleg met de sector reeds eerder voorzien in een stilligregeling en een tegemoetkomingsregeling
voor de aquacultuursector op grond van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en
Visserij (EFMZV) en een uitbreiding van de borgstellingsregeling landbouwkredieten
in verband met corona naar visserij en aquacultuur.
Voor deze regelingen komen echter niet alle visserijsectoren in aanmerking. Voor de
sectoren kleinschalige kust- en binnenvisserij heb ik daarom een specifieke tegemoetkomingsbeleidsregel
opgesteld1, die ik op 14 september zal gaan openstellen. Hiermee wordt voor deze vissers invulling
gegeven aan het kabinetsbeleid om de gevolgen van de coronamaatregelen voor hierdoor
gedupeerde ondernemers te beperken.
Beleidsregel tegemoetkoming kleinschalige kust- en binnenvisserij
De beleidsregel voorziet in een tegemoetkoming voor gedupeerde ondernemingen die vallen
onder de volgende twee categorieën: visserijbedrijven op de binnenwateren en visserijbedrijven
die actief zijn in de kleinschalige kustvisserij. Dit betreft alle bedrijven die gebruik
maken van schepen kleiner dan 12 meter of binnenvisserijbedrijven, en die niet in
aanmerking komen voor subsidie op grond van de reeds opengestelde subsidiemodule voor
het tijdelijk stopzetten van visserijactiviteiten in verband met COVID-19 (stilligregeling)2. De IJsselmeervissers komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van
deze beleidsregel, omdat in die categorie vissers gemiddeld genomen weinig tot geen
omzetverlies geleden is. Dit omdat de IJsselmeervisserij een groot deel van de betreffende
periode gesloten was en niet of niet afdoende aangetoond kan worden dat een IJsselmeervisser
schade heeft geleden door de coronamaatregelen.
De categorieën bedrijven waar deze beleidsregel voor bedoeld is betreffen kleinschalige
visserijvormen met relatief bescheiden jaaromzetten. In de opzet van de beleidsregel
is gekozen voor een benadering waarbij met zo min mogelijk administratieve en uitvoeringslasten
aan alle getroffen bedrijven een eenmalige vaste tegemoetkoming wordt verstrekt. Hierbij
is waar mogelijk aangesloten bij de systematiek zoals die ook voor de per 26 juni
jl. gesloten TOGS-beleidsregel voor MKB-bedrijven is toegepast.
De vaste tegemoetkoming bedraagt € 1.000,– per bedrijf voor de binnenvisserij en € 1.500,–
per bedrijf in de kleinschalige kustvisserij. Dit bedrag is gebaseerd op omzetverlies
wat is geleden in de periode vanaf het ingaan van de coronamaatregelen op 16 maart
tot en met 15 juni van dit jaar, het moment waarop na een aanloopperiode van twee
weken de afzet naar de horeca weer op gang is gekomen. Bedrijven uit de genoemde categorieën
komen voor tegemoetkoming in aanmerking indien zij in de genoemde periode minimaal
€ 1.000,– dan wel € 1.500,– omzetverlies hebben geleden. Bij onjuiste verklaringen
hierover kan intrekking van de beschikking plaatsvinden en kunnen ten onrechte uitgekeerde
bedragen worden teruggevorderd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten