Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2021
In het besluit Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid1 is aangekondigd dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een onderzoek
uit laat voeren naar hoe producenten financieel en organisatorisch invulling kunnen
geven aan hun verplichtingen ten aanzien van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
(UPV). Hierbij bied ik dit onderzoek aan uw Kamer aan (zie bijlage)2.
Het onderzoek is uitgevoerd door Rebel Group in samenwerking met het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat. De onderzoekers hebben samen met IenW een theoretisch
model verder uitgewerkt en vervolgens een model gebouwd waarmee de kosten en eventuele
baten inzichtelijk worden van de fase na het gebruik van een product. Op deze wijze
kan al bij het op de markt brengen van een product rekening worden gehouden met de
kosten en eventuele baten na het gebruik van het product en wordt inzichtelijk gemaakt
welke financiële reserveringen producenten zouden moeten doen om aan hun producentenverantwoordelijkheid
te kunnen voldoen. De onderzoekers hebben rekening gehouden met verschillende circulaire
bedrijfsmodellen waarbij de verschillende R-strategieën centraal staan. Ter illustratie
zijn de toekomstige kosten modelmatig in kaart gebracht voor drie theoretische productcategorieën
en is op basis daarvan inzicht gegeven in de hoogte en ontwikkeling van de te treffen
reservering. Daarnaast is gekeken naar de uitvoerbaarheid van het model voor verschillende
productgroepen.
In huidige UPV-systemen worden vaak pas kosten gemaakt op het moment dat een product
afgedankt wordt. Door reeds een reservering te treffen aan de voorkant stellen bedrijven
bij het op de markt brengen van producten al zeker dat er voldoende middelen beschikbaar
zullen zijn op het moment dat producten afgedankt worden. Door de financiële reservering
voor deze toekomstige kosten bij het op de markt brengen van een product ontstaat
bij de producent ook een prikkel om in een zo vroeg mogelijk stadium te sturen op
het voorkomen van afval en voor een circulair alternatief te kiezen.
Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is een belangrijk instrument in de transitie
naar een circulaire economie en blijft onder de aandacht bij de verdere doorontwikkeling
van het beleid ter ondersteuning van die transitie. Het onderzoek geeft hiertoe bruikbare
inzichten voor het evalueren van bestaande en het opzetten van toekomstige UPV systemen,
mede in het licht van de minimumeisen die daarvoor gelden op basis van de gewijzigde
Kaderrichtlijn afvalstoffen. In de brief aan uw Kamer van 7 april 2020 bent u hierover
geïnformeerd.3
De motie van de leden Agnes Mulder en Hagen (Kamerstuk 35 267, nr. 24) verzoekt het kabinet een quickscan te laten uitvoeren naar de wijze waarop producenten
tot bredere optimalisatie van ketensamenwerking kunnen komen om daarmee weglekeffecten
te voorkomen. Het nu opgestelde theoretische model is de eerste stap ter uitvoering
van de motie. In het vervolg zal dit najaar in samenwerking met Partners for Innovation,
een nadere praktijkgerichte verkenning worden uitgevoerd.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg