35 050 Wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen)

Nr. 41 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN VAN MEENEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 27 september 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel D, wordt aan artikel 75 een lid toegevoegd, luidende:

  • 12. Burgemeester en wethouders van de beoogde plaats van vestiging van de school kunnen voor de datum, genoemd in het eerste lid, bij Onze Minister een zienswijze naar voren brengen.

II

In artikel II, onderdeel I, wordt aan artikel 67 een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Burgemeester en wethouders van de beoogde plaats van vestiging van de school, scholengemeenschap of nevenvestiging kunnen voor de datum, genoemd in het eerste lid, bij Onze Minister een zienswijze naar voren brengen.

III

In artikel III, onderdeel F, wordt aan artikel 75 een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Het bestuurscollege van de beoogde plaats van vestiging van de school kan voor de datum, genoemd in het eerste lid, bij Onze Minister een zienswijze naar voren brengen.

IV

In artikel IV, onderdeel E, wordt aan artikel 123 een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Het bestuurscollege van de beoogde plaats van vestiging van de school, scholengemeenschap of nevenvestiging kan voor de datum, genoemd in het eerste lid, bij Onze Minister een zienswijze naar voren brengen.

Toelichting

De voorgestelde artikelleden regelen dat het college van burgemeester en wethouders/ het bestuurscollege voor 1 november (de datum waarop een aanvraag voor een nieuwe school moet zijn ingediend) een zienswijze kan indienen over de beoogde nieuwe school.

Voor de voorbereiding van een besluit vergaart de Minister de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. Na afweging van de ingediende zienswijzen en andere relevante factoren, neemt de Minister een besluit. De zienswijze zal worden vermeld in het besluit van de Minister.

De zienswijze kan onder andere betrekking hebben op:

  • a. de inpassingsmogelijkheden in en gevolgen voor het bestaande onderwijsaanbod;

  • b. de plaatselijke demografische omstandigheden, waaronder mobiliteit en bereikbaarheid in relatie tot bevolkings- en scholendichtheid en voorgenomen woningbouw;

  • c. de locaties waar het risico op segregatie speelt;

  • d. de onderwerpen, bedoeld in artikel 74, tweede lid, onderdeel b, WPO (en de vergelijkbare bepalingen in de andere wetten).

Westerveld Van Meenen

Naar boven