34 870 Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging financieel toezicht 2019)

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2018

In het kader van de herziening van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft), informeer ik, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uw Kamer graag dat een concept van de Regeling bekostiging eenmalige handelingen financieel toezicht1 ter consultatie op internet is geplaatst.

Met de herziening van de Wbft wordt de kostenverdeling van het financieel toezicht tegen het licht gehouden. De uitwerking hiervan vindt met ingang van 2019 plaats bij lagere regelgeving. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de verdeling van de kosten van het doorlopend toezicht vastgesteld, bij ministeriële regeling worden de tarieven voor eenmalige handelingen bepaald. Eerder informeerde ik uw Kamer over het ontwerp voor het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019.2 Gezien de nieuwe systematiek informeer ik uw Kamer bij de eerste vaststelling ook over de regeling.

Op basis van de regeling kunnen de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kosten voor eenmalige verrichtingen in rekening brengen bij financiële instellingen. Een voorbeeld van een eenmalige verrichting is de behandeling van een vergunningaanvraag of het toetsen van een bestuurder. Deze tarieven zijn op dit moment in bijlage I van de Wbft opgenomen.

De tarieven voor DNB en de AFM zijn gewijzigd met het oog op indexatie sinds 2013. Daarnaast is in de afgelopen jaren bij de AFM gebleken dat de daadwerkelijke kosten per aanvraag sterk kunnen fluctueren door wisselende omvang en complexiteit. Daarbij speelt in 2019 de aanvullende onzekerheid door de Brexit een rol. De regeling voorziet in meer maatwerk om beter te kunnen differentiëren naar omvang en complexiteit van de aanvraag, doordat voor verschillende handelingen wordt overgegaan van een vast tarief naar een uurtarief. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vergunningverlening voor beheerders van beleggingsinstellingen en voor beheerders van beleggingsondernemingen.

Afhankelijk van de uitkomsten van de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, kan de Brexit leiden tot een toename van het aantal vergunningaanvragen door financiële instellingen uit het Verenigd Koninkrijk en tot hogere kosten voor het doorlopend toezicht van de AFM en DNB. De AFM signaleert in haar Trendoverzicht 2019 dat verschillende partijen uit het Verenigd Koninkrijk belangstelling hebben voor een vergunning van de AFM. Deze ontwikkelingen en de gevolgen voor het financiële toezicht zijn momenteel nog onzeker. De AFM en DNB stellen op dit moment hun begrotingen voor 2019 op, waarin beide toezichthouders rekening zullen houden met de mogelijke gevolgen van de Brexit. Ik informeer uw Kamer in december over de begrotingen van de AFM en DNB.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 870, nr. 15.

Naar boven