Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2018
In het kader van de herziening van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft),
informeer ik, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uw Kamer
graag dat een concept van de Regeling bekostiging eenmalige handelingen financieel
toezicht1 ter consultatie op internet is geplaatst.
Met de herziening van de Wbft wordt de kostenverdeling van het financieel toezicht
tegen het licht gehouden. De uitwerking hiervan vindt met ingang van 2019 plaats bij
lagere regelgeving. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de verdeling van de kosten
van het doorlopend toezicht vastgesteld, bij ministeriële regeling worden de tarieven
voor eenmalige handelingen bepaald. Eerder informeerde ik uw Kamer over het ontwerp
voor het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019.2 Gezien de nieuwe systematiek informeer ik uw Kamer bij de eerste vaststelling ook
over de regeling.
Op basis van de regeling kunnen de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) kosten voor eenmalige verrichtingen in rekening brengen bij financiële
instellingen. Een voorbeeld van een eenmalige verrichting is de behandeling van een
vergunningaanvraag of het toetsen van een bestuurder. Deze tarieven zijn op dit moment
in bijlage I van de Wbft opgenomen.
De tarieven voor DNB en de AFM zijn gewijzigd met het oog op indexatie sinds 2013.
Daarnaast is in de afgelopen jaren bij de AFM gebleken dat de daadwerkelijke kosten
per aanvraag sterk kunnen fluctueren door wisselende omvang en complexiteit. Daarbij
speelt in 2019 de aanvullende onzekerheid door de Brexit een rol. De regeling voorziet
in meer maatwerk om beter te kunnen differentiëren naar omvang en complexiteit van
de aanvraag, doordat voor verschillende handelingen wordt overgegaan van een vast
tarief naar een uurtarief. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vergunningverlening voor
beheerders van beleggingsinstellingen en voor beheerders van beleggingsondernemingen.
Afhankelijk van de uitkomsten van de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het
Verenigd Koninkrijk, kan de Brexit leiden tot een toename van het aantal vergunningaanvragen
door financiële instellingen uit het Verenigd Koninkrijk en tot hogere kosten voor
het doorlopend toezicht van de AFM en DNB. De AFM signaleert in haar Trendoverzicht
2019 dat verschillende partijen uit het Verenigd Koninkrijk belangstelling hebben
voor een vergunning van de AFM. Deze ontwikkelingen en de gevolgen voor het financiële
toezicht zijn momenteel nog onzeker. De AFM en DNB stellen op dit moment hun begrotingen
voor 2019 op, waarin beide toezichthouders rekening zullen houden met de mogelijke
gevolgen van de Brexit. Ik informeer uw Kamer in december over de begrotingen van
de AFM en DNB.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra