Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34700 nr. 54 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34700 nr. 54 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2017
Bij de algemene financiële beschouwingen op donderdag 9 november heb ik uw Kamer toegezegd om een aantal voorbeelden te geven van situaties waarin door Nederland geheven dividendbelasting door de buitenlandse ontvanger van het dividend niet (volledig) kan worden verrekend met de inkomsten- of vennootschapsbelasting in zijn eigen land, waardoor de dividendbelasting als last op de aandeelhouder drukt (Handelingen II 2017/18, nr. 20, debat over de Algemene Financiële Beschouwingen). In deze brief staat een aantal voorbeelden beschreven van dergelijke situaties en wordt ingegaan op de vraag vanuit welke landen op dit moment het meest in Nederlandse aandelen wordt belegd.
Wanneer drukt Nederlandse dividendbelasting als last op de belegger?
Of de Nederlandse dividendbelasting bij de (uiteindelijke) buitenlandse aandeelhouder als last neerslaat, hangt af van verschillende factoren. Belangrijke factoren zijn de belastingwetgeving in het woon- of vestigingsland van de aandeelhouder, de regelingen in een eventueel belastingverdrag tussen Nederland en het woon- of vestigingsland van de aandeelhouder, en of de aandeelhouder de Nederlandse aandelen rechtstreeks houdt of een belegger participeert in een beleggingsfonds dat Nederlandse aandelen houdt. Ook speelt een rol dat de buitenlandse aandeelhouder in bepaalde gevallen aanspraak kan maken op een teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting op basis van de Wet op de dividendbelasting 1965 (hierna: Wet DB 1965).
Gezien het grote aantal factoren dat van belang is, kan geen sluitende lijst worden gegeven van alle situaties waarin Nederlandse dividendbelasting wel en niet een last is voor buitenlandse aandeelhouders. Wel kan een aantal voorbeelden worden gegeven van situaties waarin Nederlandse dividendbelasting op basis van lokale belastingwetgeving en een eventueel belastingverdrag met Nederland (deels) als niet-verrekenbare eindheffing ten laste van de aandeelhouder kan komen.
Voor de voorbeelden in deze brief is aangesloten bij informatie die is verkregen van het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD). Het IBFD is een onafhankelijke organisatie met onderzoekers uit een groot aantal landen die, onder meer, hoogwaardige informatie levert op het gebied van internationaal belastingrecht (www.ibfd.org). De van IBFD verkregen informatie ziet op de EU-lidstaten alsmede Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Colombia, Hongkong, India, Indonesië, Israël, Japan, Kazachstan, Korea (Rep.), Mexico, Maleisië, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oekraïne, Rusland, Singapore, Taiwan, Thailand, Turkije, Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Zwitserland.
Voorbeeld 1: buitenlandse individuen
Een eerste voorbeeld betreft individuen waarbij Nederlandse dividendbelasting niet (volledig) kan worden verrekend bij direct aandelenbezit. Dit kan onder meer voorkomen bij (kleine) beleggers uit het Verenigd Koninkrijk. Bij particuliere beleggers in het Verenigd Koninkrijk is de eerste £ 5.000 aan dividend vrijgesteld van inkomstenbelasting en geldt een tarief van 7,5% voor dividend binnen de eerste tariefsschijf (belastbaar inkomen tot £ 32.000). Door deze vrijstelling en dit lage tarief, kan een op het dividend drukkende buitenlandse bronbelasting tegen een hoger tarief (zoals de Nederlandse dividendbelasting die op grond van het belastingverdrag met het Verenigd Koninkrijk in deze situatie 10% bedraagt) niet of niet geheel worden verrekend.1 Andere voorbeelden van landen waarbij Nederlandse dividendbelasting door individuen die direct in Nederlandse aandelen beleggen mogelijk niet (volledig) kan worden verrekend zijn België, Estland, Finland, Italië, Kroatië, Letland, Roemenië en Slowakije binnen de Europese Unie (EU), en Australië2, Hongkong, Kazachstan, Maleisië, Oekraïne, Rusland, Singapore, Taiwan en Zuid-Afrika buiten de EU.
Voorbeeld 2: buitenlandse beleggingsfondsen
Ook wanneer in Nederlandse aandelen wordt belegd via een buitenlands beleggingsfonds kan de Nederlandse dividendbelasting een niet-verrekenbare last zijn. Om belastingneutraliteit tussen directe beleggingen en beleggingen via een fonds te waarborgen, is het inkomen van beleggingsfondsen op het niveau van het beleggingsfonds over het algemeen vrijgesteld van belastingheffing. Wanneer het beleggingsfonds is vrijgesteld, zal op het niveau van het fonds geen verrekening kunnen plaatsvinden. Op het niveau van de belegger in het fonds zal dan in veel gevallen ook geen verrekening kunnen plaatsvinden, omdat het dividend op de door het fonds gehouden aandelen geen direct door de belegger ontvangen dividend uit Nederland is en de Nederlandse dividendbelasting niet rechtstreeks van de belegger is geheven.3 4 Dit kan spelen met betrekking tot bepaalde beleggingsfondsen in vijftien EU-lidstaten5 en elf van de bekeken niet-lidstaten6, waarbij in respectievelijk vijf7 en drie8 landen onder voorwaarden mogelijk verrekening bij de achterliggende belegger kan plaatsvinden.
Voorbeeld 3: buitenlandse pensioenfondsen en liefdadigheidsinstellingen
Andere voorbeelden van aandeelhouders bij wie dividendbelasting als niet-verrekenbare last kan gelden, zijn buitenlandse pensioenfondsen en liefdadigheidsinstellingen. Vanwege de maatschappelijke functie van pensioenfondsen en liefdadigheidsinstellingen kiezen sommige landen ervoor om deze instellingen vrij te stellen van belastingheffing. Indien het belastingverdrag van het betreffende land met Nederland niet voorziet in een vrijstelling van dividendbelasting voor deze instellingen, zal de Nederlandse dividendbelasting een niet-verrekenbare eindheffing voor deze instellingen zijn, tenzij een recht op teruggaaf bestaat op basis van de Wet DB 1965. Een recht van teruggaaf bestaat op basis van de Wet DB 1965 voor buitenlandse pensioenfondsen in EU/EER-landen en bepaalde andere landen9, indien zij zouden zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting als ze in Nederland gevestigd waren geweest.
Van de bekeken landen kennen vijftien EU-lidstaten10 en negen niet-lidstaten11 vrijgestelde pensioenfondsen, waarbij geen recht op een vrijstelling bestaat op basis van het verdrag met Nederland. In relatie tot vrijgestelde pensioenfondsen uit deze landen zal de Nederlandse dividendbelasting in beginsel een niet-verrekenbare eindheffing zijn, tenzij er een, zoals hiervoor genoemd, recht op teruggaaf bestaat op basis van de Wet DB 1965.
Voorbeeld 4: buitenlandse lichamen met een portfoliobelang
Ook wanneer een buitenlands lichaam een belang houdt in een Nederlandse vennootschap kan in voorkomende gevallen sprake zijn van niet-verrekenbare Nederlandse dividendbelasting. Het zal hierbij in het algemeen gaan om situaties waarin de buitenlandse aandeelhouder (lichaam) een belang heeft in de Nederlandse vennootschap van minder dan 5%. Als in het vestigingsland van de aandeelhouder dividenden op belangen van minder dan 5% (deels) zijn vrijgesteld van belasting, zal de Nederlandse dividendbelasting op het niveau van de aandeelhouder (deels) niet verrekend kunnen worden. Dit kan zich voordoen met betrekking tot elf EU-lidstaten12 en zeven van de bekeken niet-lidstaten13.
Welk deel van de dividendbelasting drukt als last op de belegger?
De bruto opbrengst van de dividendbelasting is € 3,25 miljard.14 Binnenlandse belastingplichtigen kunnen de dividendbelasting verrekenen in de inkomstenbelasting (€ 1,56 miljard) en in de vennootschapsbelasting (€ 0,29 miljard).15 Er resteert een netto opbrengst van de dividendbelasting van € 1,4 miljard.
De netto opbrengst van de dividendbelasting is afkomstig van buitenlandse partijen. Aangezien bij deelnemingsdividenden over het algemeen een inhoudingsvrijstelling geldt,16 betreft het vrijwel uitsluitend buitenlandse portfoliobeleggers.
Er is geen registratie van dividendstromen van portfolioaandelen naar land van bestemming. Op basis van IMF-data voor 2016 kan als benadering een inschatting gemaakt worden in welke landen portfoliobeleggers woonachtig of gevestigd zijn.17 Het blijkt, op basis van deze data, dat vanuit het buitenland in totaal voor circa $ 610 miljard aan portfolioaandelenbezit geïnvesteerd is in Nederland. Hiervan komt $ 269 miljard uit de Verenigde Staten, $ 66 miljard uit Luxemburg, $ 47 miljard uit Frankrijk, $ 39 miljard uit Frankrijk, $ 39 miljard uit het Verenigd Koninkrijk, $ 34 miljard uit Duitsland, $ 24 miljard uit Ierland, $ 16 miljard uit Canada, $ 16 miljard uit Noorwegen en $ 12 miljard uit België. De rest komt uit landen met kleinere belangen.
Zoals hierboven aangegeven is een exacte kwantitatieve inschatting van de mate van verrekenbaarheid met de eigen fiscus niet te geven voor de beleggers in de verschillende landen. Daarbij is het belangrijk te bedenken dat een deel van het probleem van het niet kunnen verrekenen in deze onderverdeling niet zichtbaar is, omdat beleggers die er nu last van hebben mogelijk juist het beleggen in Nederlandse aandelen vermijden. We kunnen dus wel zien welke aandeelhouders we wel hebben, maar we kunnen niet zien welke potentiële aandeelhouders in Nederlandse aandelen we nog niet hebben doordat de dividendbelasting een drempel is.
De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel
OESO (2010), The granting of treaty benefits with respect to the income of collective investment vehicles, te raadplegen via https://www.oecd.org/tax/treaties/45359261.pdf, alinea 41 – 42.
Het gaat hierbij om buitenlandse fondsen die de Nederlandse dividendbelasting ook niet kunnen verrekenen met een in te houden bronbelasting op uitkeringen naar hun beleggers.
België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Luxemburg, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Spanje en Zweden.
Argentinië, China, Colombia, Hongkong, Indonesië, Japan, Mexico, Nieuw Zeeland, Oekraïne, Turkije en Zwitserland.
Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg (voor specifieke beleggingsfondsen) en Oostenrijk.
Voor vrijgestelde pensioenfondsen die niet in een EU/EER-land zijn gevestigd, gelden de aanvullende voorwaarden dat (i) zij moeten zijn gevestigd in een land waarmee Nederland een regeling is overeengekomen die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen en (ii) de dividenden betrekking hebben op portfolio-investeringen.
België, Bulgarije, Duitsland, Estland, Hongarije, Ierland, Letland, Litouwen, Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden.
Cyprus, Frankrijk, Italië, Kroatië, Letland, Luxemburg, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Voor zover er nog geen nultarief voor deelnemingsdividenden is op basis van het betreffende belastingverdrag, wordt dit per komend jaar geregeld door het uitbreiden van de inhoudingsvrijstelling voor deelnemingsdividenden indien het wetsvoorstel Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling wordt aangenomen; dit betreft overigens een relatief gering budgettair beslag van € 30 miljoen.
Bron: http://data.imf.org/regular.aspx?key=60587812, op basis van de totale portfolio-investeringen («equity and investment fund shares»). Voor Ierland is het bedrag in december 2015 genomen, aangezien nog geen gegeven beschikbaar was voor december 2016. Het totaal is hierop gecorrigeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34700-54.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.