34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016

Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2015

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 16 oktober 2015 informeer ik u hierbij over de actuele stand van zaken met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden bij Defensie en het AOW-gat in het bijzonder.

Eerste deelakkoord

Op 16 april 2015 hebben Defensie en drie van de vier centrales van overheidspersoneel (de uitzondering is de ACOP) een eerste deelakkoord arbeidsvoorwaarden voor de sector Defensie gesloten (zie Kamerstuk 34 000 X, nr. 77). In dit deelakkoord hebben Defensie en de betrokken centrales afspraken gemaakt over de doorontwikkeling van het flexibel personeelssysteem. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de inrichting van een nieuwe diensteinderegeling, die langer doorwerken bevordert en geen AOW-gat meer kent. Voor het defensiepersoneel dat geconfronteerd wordt met de negatieve gevolgen van het ontbreken van AOW is overeengekomen een voorziening te treffen. Voorts is er een aantal uitgangspunten geformuleerd voor een nieuw pensioenstelsel dat, binnen een betaalbaar kader, een evenwichtige pensioenopbouw voor alle generaties mogelijk moet maken. Bijzondere aandacht zal hierbij worden geschonken aan de aansluiting tussen het pensioenstelsel en het salarisgebouw. Tot slot is overeengekomen de vrijval in de pensioenpremie als gevolg van de «Witteveen-maatregelen» uit te betalen door een verhoging van het salaris voor militair en burgerpersoneel per 1 januari 2015 met 0,8 procent.

Voorziening AOW-gat

Het AOW-gat vormt een belangrijke zorg voor defensiemedewerkers die sinds 1 januari 2013 worden geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het ontbreken van AOW in de periode tussen de pensioengerechtigde en de AOW-gerechtigde leeftijd. Vanwege het verplichte leeftijdsontslag is er voor militairen geen mogelijkheid om langer door te werken en daarmee een AOW-gat te voorkomen. Dit geeft deze problematiek extra urgentie. Bij de uitwerking van de afspraken uit het eerste deelakkoord is dan ook prioriteit gegeven aan de totstandkoming van een voorziening in dezen.

In mijn brief van 10 juli jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 107) heb ik u geïnformeerd over de afspraken tussen Defensie en de centrales van overheidspersoneel inzake een voorziening voor het AOW-gat. In mijn brief van 2 oktober 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 11) heb ik u medegedeeld dat de voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd per 1 oktober 2015 in werking is getreden. De tegemoetkoming is een maandelijks bedrag dat gelijk is aan de bruto AOW-uitkering, inclusief vakantiegeld.

In het eerste deelakkoord is vastgelegd dat AOW en pensioenleeftijd aan elkaar gekoppeld zullen worden. Hierdoor is er op termijn geen sprake meer van een AOW-gat. De met de centrales overeengekomen voorlopige voorziening heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Alle deelakkoorden vormen straks samen het arbeidsvoorwaardenakkoord. Het tijdelijke karakter van de afspraken in de deelakkoorden verdwijnt zodra het arbeidsvoorwaardenakkoord is gesloten.

Loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015–2016

Op 2 oktober 2015 hebben Defensie en drie van de vier centrales van overheidspersoneel (de uitzondering is de ACOP) een definitieve loonovereenkomst voor de sector Defensie gesloten (zie Kamerstuk 34 300 X, nr. 11). Deze maand zullen alle defensiemedewerkers een eenmalige uitkering van 500 euro bruto ontvangen en een loonsverhoging van 1,25 procent (met terugwerkende kracht tot 1 september 2015). De salarisverhoging komt, met de reeds eerder uitgekeerde 0,8 procent, hiermee op 2,05 procent in 2015. Op 1 januari 2016 volgt nog een loonsverhoging van 3,0 procent. Hierdoor kan het defensiepersoneel een loonsverhoging van in totaal 5,05 procent in 2015 en 2016 tegemoet zien.

Verdere uitwerking afspraken eerste deelakkoord

De komende maanden zal de uitwerking van het eerste deelakkoord worden voortgezet. Hierbij zal prioriteit worden gegeven aan de doorontwikkeling van het flexibel personeelssysteem en het vormgeven van de nieuwe diensteinderegeling. Beoogd wordt de wijzigingen op dit vlak in 2017 te effectueren. Bij het doorontwikkeling van het flexibel personeelssysteem zijn de talentontwikkeling en employability van het defensiepersoneel belangrijke uitgangspunten. De nieuwe diensteinderegeling houdt niet alleen verband met het structureel oplossen van het AOW-gat, maar ook met het inregelen van keuzemogelijkheden met betrekking tot langer doorwerken en het ondersteunen van duurzame inzetbaarheid. Nadat het flexibel personeelssysteem en de diensteinderegeling nieuwe vorm hebben gekregen, zal de focus verlegd worden naar de verdere uitwerking van een nieuw pensioenstelsel voor militairen. Dit onderwerp vormt, naast het flexibel personeelssysteem en de diensteinderegeling, een belangrijk thema in de ambities die Defensie en de centrales zich hebben gesteld.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven