34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2015

Op 2 oktober jl. hebben Defensie en drie van de vier centrales van overheidspersoneel (de uitzondering is de ACOP) een definitieve loonovereenkomst voor de sector Defensie gesloten. Hierdoor kan het defensiepersoneel een loonsverhoging van in totaal 5,05 procent in 2015 en 2016 tegemoet zien. Met dit akkoord wordt de loonruimte uit de Loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015–2016 van 10 juli jl. ongewijzigd ten uitvoer gebracht voor al het defensiepersoneel. Het is goed dat er na jaren weer ruimte is om de lonen te kunnen laten stijgen.

Een klein deel van de loonsverhoging (0,8 procent) is eerder dit jaar al uitgekeerd aan het personeel. Deze maand ontvangen alle defensiemedewerkers een eenmalige uitkering van 500 euro bruto en een loonsverhoging van 1,25 procent (met terugwerkende kracht tot 1 september 2015). De salarisverhoging in 2015 komt hiermee uit op 2,05 procent en werkt door in de berekening van de pensioengrondslag. De salarisverhoging werkt eveneens door naar de ontslaguitkeringen van het gewezen defensiepersoneel. Op 1 januari 2016 volgt nog een loonsverhoging van 3,0 procent.

In mijn brief van 10 juli jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 107) heb ik u geïnformeerd over de afspraken tussen Defensie en de centrales van overheidspersoneel inzake een voorziening voor het AOW-gat. Per 1 oktober 2015 treedt de voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd in werking. De tegemoetkoming geldt voor voormalige defensiemedewerkers die sinds 1 januari 2013 worden geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het ontbreken van AOW. Het betreft een maandelijkse tegemoetkoming die gelijk is aan de bruto AOW-uitkering (inclusief vakantiegeld).

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven