Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2015
Op verzoek van uw Kamer, informeer ik u in deze brief over de uitvoering van de motie
van de leden Verhoeven en Mohandis over maximale transparantie over de kosten van
programmering op het niveau van de genres.1 Deze motie is aangenomen bij de stemmingen over de wijziging van de Mediawet 2008
in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst.2
De motie verzoekt om bij de rapportage over de kosten van de publieke omroep aan te
sluiten bij het voorstel dat de NPO doet in het Concessiebeleidsplan 2016–2020. Dat
betekent dat de rapportage over de kosten van de programmering per net en zender op
het niveau van genres is.
Ik zal deze motie uitvoeren door de rapportageverplichting op genreniveau op te nemen
in de Regeling financiële verantwoording landelijke publieke media-instellingen en
de NPO. Voordat ik dit doe overleg ik met de NPO en het Commissariaat voor de Media
over de standaardisering van deze rapportage en de wijze waarop het Commissariaat
deze gaat valideren. Ook zal ik uw Kamer per brief informeren, voordat ik de ministeriële
regeling aanpas. Ik verwacht dit in het voorjaar 2016 te kunnen doen.
In het debat over de plenaire behandeling van de Mediawet heb ik verder gesteld dat
ik desgevraagd uw Kamer wil kunnen informeren over specifieke kosten van de publieke
omroep (Handelingen II 2015/16, nr. 12, item 9). Door de eerste indiener van de motie is bevestigd dat de motie dit niet uitsluit.
Als uw Kamer erom vraagt, moet ik u immers kunnen informeren en daarvoor dient de
NPO gegevens te overleggen. Wat mij betreft gaat dat vooraan sneller en transparanter.
Zo wil ik geen geheimhoudingclausules meer die mijn informatieplicht naar de Kamer
belemmeren. Ook vind ik het van belang dat de NPO partijen waarmee zaken wordt gedaan,
meldt dat de informatie over de kosten desgevraagd aan de Kamer moeten kunnen worden
verstrekt. In mijn reactie op het concessiebeleidsplan informeer ik de NPO hierover
en stel ik voor om de uitvoering van de informatieplicht vast te leggen in een protocol.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker