34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verbetering van premieregelingen (Wet verbeterde premieregeling)

Nr. N GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN ROOIJEN C.S.

Voorgesteld 14 juni 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

constaterend, dat de Wet verbeterde premieregeling tot doel heeft alle deelnemers aan premieovereenkomsten een keuze te bieden tussen een vaste of een variabele uitkering,

constaterend, dat de regering de keuze voor een variabele uitkering bij een vrijwillige premieovereenkomst van een pensioenfonds alleen mogelijk maakt als er sprake is van een 10%-werkgeversbijdrage,

constaterend, dat het voor bedrijfstakpensioenfondsen in de praktijk niet mogelijk is om een 10%-werkgeversbijdrage te vragen en daarom de deelnemers de keuzemogelijkheid voor een variabele uitkering niet kan worden geboden,

constaterend, dat de regering er tot nu toe niet voor heeft gekozen de taakafbakeningsafspraken in artikel 120 Pensioenwet aan te passen,

constaterend, dat de taakafbakeningsbepalingen in artikel 120 van de Pensioenwet zijn opgesteld in een tijd dat er nog geen sprake was van netto-pensioenregelingen en variabele uitkeringen,

overwegend, dat uitbreiding of verschuiving van de taakafbakening onwenselijk is,

overwegend, dat actualisering wel wenselijk is zodat ook alle deelnemers aan vrijwillige pensioenregelingen bij pensioenfondsen een keuze krijgen tussen een vaste en een variabele pensioenuitkering,

verzoekt de regering te onderzoeken op welke manier ook alle pensioenfondsen hun deelnemers een variabele uitkering kunnen bieden in het geval van vrijwillige pensioenregelingen waarbij het ontbreken van een werkgeversbijdrage niet belemmerend werkt, en dit onderzoek tijdig af te ronden met de intentie de benodigde wijzigingen mee te kunnen nemen in de reeds aangekondigde veegwet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Rooijen

Oomen

Ten Hoeve

Naar boven