34 196 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met een regeling voor het elektronische berichtenverkeer (Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst)

Nr. 26 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2016

De vaste commissie voor Financiën heeft mij bij brief van 15 januari jl. verzocht haar te informeren over het tijdpad en de gedurende dit tijdpad te nemen stappen bij invoering van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst (EBV). In deze brief treft u de gevraagde informatie aan.

Zoals in mijn brief van 16 december en in het verslag van een schriftelijk overleg d.d. 17 december 2015 is aangegeven wordt het berichtenverkeer met de Belastingdienst op grond van de Wet EBV heel geleidelijk gedigitaliseerd, waarbij constant wordt gemonitord of alle burgers hierbij nog aan boord zijn.1 Daarbij staat voor mij centraal dat er juist geen vooraf in beton gegoten tijdspad is vastgesteld. Het tijdspad wordt stap voor stap bepaald, steeds afhankelijk van hoe het gaat. Naar verwachting zal pas over vijf tot zeven jaar, ofwel rond 2022, sprake zijn van uitsluitend elektronisch berichtenverkeer.

De eerste stap was de digitale verzending van de voorschotbeschikkingen van toeslagen voor 2016. Deze zijn vanaf eind november 2015 in de Berichtenbox op MijnOverheid.nl geplaatst.

De volgende stap die ik – in lijn met het eerder aan uw Kamer voorgelegde schema en gevoerde overleg – wil zetten is het uitsluitend digitaal verzenden van de definitieve toekenningen van toeslagen. Conform de motie Omtzigt zullen de definitieve toekenningen van toeslagen niet eerder dan per 1 juli a.s. uitsluitend elektronisch worden verzonden.2 Bij de beslissing of deze berichten volledig digitaal kunnen worden verzonden, spelen de resultaten van de monitoring en de uitkomsten van het onderzoek van de Nationale ombudsman een belangrijke rol.

Voor 2017 staan als volgende stappen de uitnodiging tot het doen van aangifte inkomstenbelasting en de voorlopige en definitieve aanslagen inkomstenbelasting op de rol, maar ook daarvoor geldt dat de ervaringen uit de monitoring en het onderzoek van de Nationale ombudsman de definitieve keuze voor het moment van uitsluitend digitaal verzenden meebepalen. Bij de uitnodiging tot het doen van aangifte die de komende weken wordt verstuurd, zullen burgers door middel van een folder worden voorgelicht over en gestimuleerd tot het activeren van hun MijnOverheidaccount met Berichtenbox. Zoals ik in het verslag van het schriftelijk overleg d.d. 17 december (Kamerstuk 34 196, nr. 21) toezegde, verwacht ik u over de (eerste) resultaten van de monitoring te kunnen rapporteren in de komende Halfjaarsrapportage Belastingdienst.

Voor berichten in het kader van andere belastingmiddelen, andere berichten van toeslagen en berichten in het kader van betaling en invordering voor burgers moeten de concrete stappen voor invoering van volledig elektronisch berichtenverkeer nog bepaald worden. Uiteraard is de snelheid waarmee deze stappen worden gezet ook afhankelijk van de ervaringen die worden opgedaan met het volledig digitaliseren van de eerste berichten. Zorgvuldigheid gaat immers boven snelheid. Daarom ben ik vooralsnog niet voornemens een ingroeischema vast te leggen voor de nog te digitaliseren berichten voor burgers. Dat zou immers haaks staan op het baseren van de ingroei op de ervaringen in de praktijk. In de Halfjaarsrapportages Belastingdienst zal ik u op de hoogte stellen van de ontwikkelingen en vervolgstappen. Dit sluit aan op de bij de behandeling van het wetsvoorstel EBV aan de heer Omtzigt gedane toezegging.3

Uiteraard blijft de Belastingdienst onverminderd inzetten op het – mede met behulp van een groot netwerk van maatschappelijke organisaties – ondersteunen van mensen voor wie digitale communicatie nog niet vanzelfsprekend is, of die wel digitaal kunnen en willen communiceren maar niet over de middelen daartoe beschikken.

Daarnaast geldt – zoals ik ook in het schriftelijk overleg met uw Kamer in december heb aangegeven4 – dat de Belastingdienst een maatwerkoplossing zal blijven hanteren voor de groep die moeite houdt met digitaal communiceren.

De meeste aangiftes voor ondernemers (bijvoorbeeld de winstaangifte, loonaangifte en aangifte omzetbelasting) waren al volledig digitaal, op grond van de in 2006 in het toenmalige artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen opgenomen verplichting tot elektronische aangifte voor ondernemers. Deze aangiftes vallen nu onder artikel 3a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zoals ingevoegd in die wet bij de Wet EBV.

Anders dan voor burgers is elektronisch berichtenverkeer voor ondernemers dus al gemeengoed: zij doen al tien jaar verplicht digitaal aangifte. Daarom kunnen en zullen voor die doelgroep ook verdere stappen worden gezet de komende tijd, in lijn met de veranderaanpak in het kader van de uitwerking van de Brede Agenda. Berichten die in 2016 volledig gedigitaliseerd zullen worden, zijn het verzoek om teruggaaf dividendbelasting, het verzoek om teruggaaf energiebelasting en de aangifte voor energie- en milieubelastingen. Het gaat hier om een relatief kleine groep rechtspersonen (ca. 2500 entiteiten). Zij worden vooraf via een brief geïnformeerd over de veranderingen.

In alle gevallen blijft het voor de Belastingdienst wezenlijk om in dit proces geen belastingplichtigen en toeslaggerechtigden te «verliezen». De eerste die daar last van zou hebben, is immers de Belastingdienst zelf.

Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 34 196, nrs. 20 en 21.

X Noot
2

Kamerstuk 34 196, nr. 22.

X Noot
3

Kamerstuk 34 196, nr. 18, blz. 12.

X Noot
4

Kamerstuk 34 196, nr. 21, blz. 14.

Naar boven