Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2015
In mijn brief over de beleidsdoorlichting van artikel 1 begroting Wonen en Rijksdienst
d.d. 5 februari 2015 (Kamerstuk 34 120, nr. 3) heb ik aangekondigd de resultaten van de doorlichting van het agentschap Dienst
van de Huurcommissie (DHC) aan u te verstrekken. Met deze brief geef ik gehoor aan
deze toezegging en ontvangt u hierbij het doorlichtingsrapport van het agentschap
DHC1, met hieronder mijn reactie op het rapport.
Op grond van artikel 7 van de Regeling agentschappen wordt ieder agentschap eens in
de 5 jaar doorgelicht. De doorlichting is uitgevoerd door medewerkers van het Ministerie
van Financiën en het Ministerie van BZK. Het doorlichtingsrapport is begin 2015 aangeboden
aan de eigenaar van DHC, de dg Wonen en Bouwen.
DHC bestaat als agentschap sinds 2010. Sinds die tijd heeft DHC een positieve ontwikkeling
doorgemaakt op het gebied van doelmatigheid. Daar heeft de agentschapstatus een wezenlijke
bijdrage aan geleverd. De conclusies en aanbevelingen uit het doorlichtingsrapport
roepen het beeld op dat DHC functioneert conform de letter en intentie van de Regeling
agentschappen.
De doorlichting heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd inzake de governance en
bekostiging. Het merendeel van deze aanbevelingen is inmiddels doorgevoerd.
Zo is er een duidelijkere scheiding aangebracht in de rolverdeling tussen eigenaar
en opdrachtgever. Onderwerpen die puur de opdrachtgever en DHC als opdrachtnemer raken,
komen aan bod in het hiervoor bestemde overleg tussen beide partijen en niet (prominent)
in het overleg tussen DHC en de eigenaar. Ook in de managementafspraken tussen de
eigenaar en DHC én in de opdrachtbrief van de opdrachtgever is hieraan invulling gegeven.
De SG van BZK is voornemens de rol van eigenaar op zich nemen. Hiermee zal het inrichtingsmodel
volledig voldoen aan de vereisten uit de Regeling agentschappen.
Met betrekking tot de input gefinancierde projecten heeft DHC met ingang van 2015
expliciete afspraken gemaakt over de besteding van de door de opdrachtgever beschikbaar
gestelde middelen.
De aanbeveling voor het aanpassen van de financieringswijze waarbij voor de vaste
kosten een lumpsumfinanciering wordt gehanteerd en het variabele deel op basis van
het aantal daadwerkelijk afgewikkelde geschilbeslechtingsverzoeken wordt gefinancierd,
zal in overleg met de opdrachtgever worden verkend.
De aanbeveling met betrekking tot de positionering van DHC als agentschap wordt bezien
in het kader van de lopende verkenning om de begroting van DHC structureel in evenwicht
te brengen.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok