Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2021
Hierbij stuur ik u een afschrift van de voorlopige kaderbrief Wlz 20221. Hiermee informeer ik de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het verhoogde budgettaire
kader voor de langdurige zorg in 2021 en stel ik het voorlopige budgettaire kader
voor de langdurige zorg in 2022 (verder: Wlz-kader) vast.
De NZa zal dit Wlz-kader zoals gebruikelijk verdelen over de zorgkantoorregio’s, zodat
de zorgkantoren de inkoop van Wlz-zorg kunnen voorbereiden voor hun cliënten voor
het komende jaar.
Het definitieve budgettaire kader voor 2022 zal ik na Prinsjesdag vaststellen. Hierover
zal ik u informeren via de definitieve kaderbrief Wlz 2022.
Het Wlz-kader ontwikkelt zich, naast de effecten van beleidsmaatregelen en de nominale
ontwikkeling, door de groeiruimte die wordt toegekend. Voor wat betreft de omvang
van de groeimiddelen is de middellangetermijnraming voor de zorguitgaven (MLT-zorg)
bij ongewijzigd beleid van het Centraal Planbureau (CBP) een belangrijk instrument.
Hierin wordt onder andere rekening gehouden met demografie en epidemiologie.
In het Wlz-kader voor 2022 is een groeiruimte opgenomen van € 745 miljoen. Dit correspondeert
met een groeiruimte van 2,7 procent ten opzichte van het geactualiseerde Wlz-kader
in 2021. Deze groeiruimte sluit aan bij de gemiddeld toegekende groeiruimte in de
afgelopen kabinetsperiode 2018–2021 en bij de geraamde groeiruimte voor de afgelopen
kabinetsperiode in de MLT-zorg 2018–2021 van het CPB (beide gemiddeld 2,7 procent
per jaar).
Tabel: ontwikkeling Wlz-kader en ingezette groeiruimte Wlz in de periode 2018–2022
In de voorlopige kaderbrief heb ik het Wlz-kader voor 2021 geactualiseerd op basis
van het advies van de NZa in haar «meibrief benutting budgettair kader Wlz 2021».
De brief van de NZa is opgenomen in de bijlagen. Daarnaast geef ik in de voorlopige
kaderbrief een toelichting op de opbouw van het Wlz-kader voor 2022.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge