34 104 Langdurige zorg

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2015

In de afgelopen weken hebben mij van diverse kanten geluiden bereikt dat stagnatie optrad in het aanvragen van Wlz indicatiebesluiten door zorgaanbieders namens verzekerden, omdat in de aanvraagmodule van het CIZ de verplichting was opgenomen om een afschrift van een geldig identiteitsbewijs te uploaden. Cliënten werden ongewild de dupe van deze situatie, terwijl de zorgaanbieders een toename aan administratieve lasten ervoeren.

In nauw overleg met het CIZ en de betrokken brancheorganisaties is de situatie onderzocht en is naar een oplossing gezocht. In artikel 9.1.1, zesde lid, van de Wet langdurige zorg (Wlz) is geregeld dat het CIZ aan de hand van inzage van een identiteitsbewijs van de aanvrager nagaat of hij of zij degene is die hij of zij zegt te zijn. Echter zorgaanbieders waar verzekerden verblijven op het moment dat zij voor hen een aanvraag voor Wlz-zorg indienen bij het CIZ, hebben de identiteit van die verzekerden bij binnenkomst reeds gecheckt en als bewijs daarvan is het burgerservicenummer in de administratie opgenomen en wordt op de aanvraag vermeld.

Dat nummer dient als afdoende bewijs van iemands identiteit in het elektronisch

verkeer tussen zorgverzekeraars, zorgkantoren, zorgaanbieders en het CIZ.

De uitkomst van de bovenvermelde nadere verkenning is geweest dat met onmiddellijke ingang niet langer een afschrift van een identiteitsbewijs hoeft te worden meegestuurd met een aanvraag om een indicatiebesluit. Portero, het elektronische aanvraagsysteem van het CIZ wordt zo snel als mogelijk hiermee in lijn gebracht. Ik zal tevens een aanpassing van art.9.1.1, zesde lid van de Wlz voorbereiden. Het CIZ checkt de identiteit van alle andere aanvragers zelf aan de hand van inzage in een identiteitsbewijs.

Ik vertrouw erop hiermee op passende wijze te hebben gereageerd op signalen uit de samenleving en met het oog op het welzijn van de cliënt snel tot een oplossing te zijn gekomen.

Inmiddels zijn betrokkenen door mij geïnformeerd en hebben brancheorganisaties hun leden en het CIZ haar medewerkers geïnformeerd over deze nieuwe situatie die per direct in werking is getreden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven