Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2015
Hierbij ontvangt u op verzoek van het lid Merkies (SP) (Handelingen II 2014/15, nr. 52,
Regeling van werkzaamheden) mijn reactie op de brief van 9 februari jongstleden van
de Algemene Rekenkamer over de Bankenunie (Kamerstuk 34 049, nr. 8). In deze brief stelt de Algemene Rekenkamer dat het toezicht op de zeven grootste
banken in Nederland niet meer aan onafhankelijke externe controle onderworpen kan
worden; er zou een controlegat ontstaan.
Sinds de aanvang van het Europees prudentieel toezicht op banken op 4 november jl.
houdt de Europese centrale bank rechtstreeks toezicht op de grote, ook wel significante,
banken in Nederland. De Algemene Rekenkamer merkt terecht op dat niet zij, maar de
Europese Rekenkamer bevoegd is de taakuitoefening door de ECB te controleren. De Europese
Rekenkamer controleert de wetmatigheid en doelmatigheid van de bestedingen van de
ECB, ook daar waar het gaat om het Europees uitgeoefende prudentieel toezicht. Mede
op instigatie van Nederland is in de verordening die het Europees toezicht regelt
opgenomen dat de Europese Rekenkamer bij het verrichten van haar taken ten opzichte
van de ECB expliciet rekening houdt met de toezichttaak van de ECB. Idealiter zou
ik uiteraard de bevoegdheden van de Europese Rekenkamer volledig op een gelijkwaardig
niveau willen brengen met de bevoegdheden die de Algemene Rekenkamer op nationaal
niveau heeft.
Overigens wijs ik erop dat naast de controle door de Europese Rekenkamer er ook andere
controlemechanismen zijn ingebouwd. De ECB moet over haar taakuitoefening verslag
doen aan het Europees parlement, de Raad, de Europese Commissie en de Eurogroep. Het
Europees parlement kan desgewenst een onderzoek instellen of een vertrouwelijk gesprek
voeren met de ECB. Ook nationale parlementen ontvangen een jaarverslag van de ECB,
kunnen daarover vragen stellen en kunnen de ECB uitnodigen voor een gesprek over het
toezicht in de betreffende lidstaat.
Deze instellingen kunnen door gebruik te maken van hun bevoegdheden waar nodig, gezamenlijk
bijdragen aan een onafhankelijke controle van het toezicht zoals dat door de ECB wordt
uitgeoefend.
Dit laat onverlet dat ik waar mogelijk mij zal blijven inzetten voor de controlebevoegdheden
van de Europese Rekenkamer.
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem