Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2014
Tijdens het algemeen overleg van 2 juli jl. (Kamerstuk 29 924, nr. 115) over de MIVD heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de uitwerking van
de maatwerkoplossing voor defensiemedewerkers van wie de Verklaring van Geen Bezwaar
(VGB) is ingetrokken omdat er onvoldoende informatie over de partner beschikbaar is.
Met deze brief meld ik de stand van zaken.
In mijn brief van 21 mei jl. heb ik u geïnformeerd over de aangepaste beleidsregel
veiligheidsonderzoeken die sinds 1 november 2013 bij Defensie van kracht is. Bij die
gelegenheid zijn defensiemedewerkers geïnformeerd over het partnerbeleid bij veiligheidsonderzoeken
betreffende vertrouwensfunctionarissen. In zo’n onderzoek wordt ook informatie over
de partner van de vertrouwensfunctionaris verzameld over een periode van vijf jaren
voorafgaand aan het onderzoek. Als dat niet mogelijk blijkt vanwege langdurig verblijf
van de partner in het buitenland in die periode, leidt dit in de regel tot intrekking
van de VGB van de vertrouwensfunctionaris en daarmee tot ontslag. In de brief van
21 mei heb ik onderkend dat sommige defensiemedewerkers zich mogelijk onvoldoende
bewust zijn geweest van het partnerbeleid en de mogelijke gevolgen daarvan voor hun
werk. Om hen tegemoet te komen, wordt een maatwerkoplossing uitgewerkt om ontslag
te voorkomen.
Er wordt gewerkt aan een regeling die het in voorkomend geval mogelijk maakt iemand
tijdelijk werkzaamheden te laten verrichten waarvoor geen VGB nodig is. Zo kan de
desbetreffende medewerker gedurende een nader te bepalen termijn aan het werk blijven,
in afwachting van het moment waarop alsnog voldoende gegevens over de partner te verkrijgen
zijn. De regeling is nog in ontwikkeling. Het gaat om maatwerk. Dat vereist zorgvuldigheid
en neemt daardoor meer tijd in beslag. De medewerkers die hiervoor in aanmerking komen
zijn geïnformeerd. Vast staat al wel dat de maatwerkoplossing de mogelijkheden onverlet
laat om in bezwaar te gaan of beroep aan te tekenen tegen het besluit de VGB in te
trekken.
Zodra de regeling gereed is voor uitvoering, zal ik de Kamer hierover informeren.
Ook zal ik de nieuwe regeling breed onder de aandacht van het defensiepersoneel brengen.
Vooral door middel van zorgvuldige, heldere voorlichting over de rol van de partner
in het veiligheidsonderzoek hoop ik schrijnende gevallen in de toekomst te voorkomen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert