34 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015

Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2015

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van uw Kamer om een reactie op de uitlatingen gisteren van de Duitse Bondspresident, informeer ik u dat Bondspresident Gauck gisteren in de Dom in Berlijn een indrukwekkende reden heeft gehouden. Hij heeft daarbij het woord «volkerenmoord» gebruikt en ook aangedrongen op verzoening tussen Turkije en Armenië. In de Duitse context binden uitspraken van de Bondspresident de Bondsregering niet.

Verder informeer ik u dat er vanochtend in de Bondsdag een debat heeft plaatsgevonden, waarbij voorzitter en fracties ook van «volkerenmoord» hebben gesproken.

De positie van de Duitse regering is onveranderd. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief aan Uw Kamer van gisteren, waarin is uiteengezet dat de positie van de Duitse regering overeenkomt met die van de Nederlandse (Kamerstuk 34 000 V, nr. 67). Hierbij staat de noodzakelijke acceptatie en verwerking van het verleden door Turkije en Armenië als doel centraal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven