De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 2.1, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
p door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
II
Aan artikel 2.28 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d
door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe te bevorderen dat de openbare delen van de fysieke leefomgeving
ook toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Mensen met een beperking bevinden
zich niet alleen in woningen en gebouwen, maar moeten zich ook daartussen kunnen voortbewegen.
In artikel 2.1 is de wijze waarop overheden hun taken en bevoegdheden kunnen uitoefenen
nader omschreven. Overheden houden bij het uitoefenen van taken en bevoegdheden rekening
met de samenhang van de relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving
en de rechtstreeks daarbij betrokken belangen. Het artikel bevat een uitgebreide opsomming
van diverse belangen, maar daarin ontbreekt het belang van het bevorderen van de toegankelijkheid
van de openbare buitenruimte. Onderdeel I voegt dit belang aan die opsomming toe.
Onderdeel II regelt dat instructieregels gesteld moeten worden over het bij nieuwe
ontwikkelingen waarborgen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte in
het omgevingsplan. Door het onderdeel op nieuwe ontwikkelingen betrekking te laten
hebben kan daar vroegtijdig bij het ontwerp rekening mee worden gehouden en hoeven
geen extra kosten te worden gemaakt.
Het belang van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte is een belang dat
niet altijd ten koste van alles moet worden gewaarborgd. Bijvoorbeeld in de natuur
is toegankelijkheid voor alle groepen personen niet altijd mogelijk of wenselijk.
Wel is ook in natuurgebieden vaak de toegankelijkheid te verbeteren. Met dit amendement
moet het belang van toegankelijkheid bij de uitoefening van taken en bevoegdheden
die de openbare buitenruimte betreffen worden betrokken. Dat betekent dat bestuursorganen
het belang van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte moeten afwegen tegen
de overige betrokken belangen Die afweging moet bijvoorbeeld gemaakt worden bij het
toedelen van functies aan locaties voor nieuwe ontwikkelingen (aanleg nieuwe woonwijken
en infrastructuur) en ook bij herstructureringen. Ook moet die afweging gemaakt worden
bij bijvoorbeeld het stellen regels over de bruikbaarheid van de openbare weg (zoals
de regels over winkeluitstallingen, het plaatsen van hekken en fietsen) en het uitoefenen
van taken zoals bijvoorbeeld het behoeden van de staat en werking van wegen.
Met dit amendement wordt benadrukt dat in de fysieke leefomgeving de inclusieve samenleving
serieus wordt genomen. Hiermee wordt ook aangesloten bij het door Nederland ondertekende
maar nog niet geratificeerde VN-verdrag inzake de rechten van Personen met een handicap
(Trb. 2007, 169). Dit verdrag spreekt zich uit over toegankelijkheid van de fysieke omgeving (artikel
9) en het recht om zelfstandig te wonen en deel uit te maken van de maatschappij (artikel
19). In het regeerakkoord is afgesproken dat dit verdrag in deze regeerperiode geratificeerd
zal worden.
Dik-Faber Albert de Vries