De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 2.17 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Het waterschapsbestuur is bevoegd om bij de uitoefening van de taken, bedoeld
in het eerste lid, onder a, energie op te wekken en grondstoffen terug te winnen en
deze energie en grondstoffen te leveren aan derden.
Toelichting
Waterschappen hebben ingevolge de Waterwet (Ww) en Waterschapswet (Wsw) als traditionele
taak de zuivering van afvalwater (artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder 2°) te
verzorgen en watersystemen te beheren (artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder 1°).
Door de opkomst van de circulaire economie zijn de activiteiten van waterschappen
de laatste jaren verbreed zonder dat de wetgeving hierop is aangepast. Met dit amendement
wordt buiten twijfel gesteld dat het waterschapsbestuur tevens bevoegd is om energie
op te wekken en grondstoffen terug te winnen.
Steeds meer waterschappen wekken energie op uit afvalwater. Zij zetten de opgewekte
energie allereerst in om hun waterzuivering van energie te voorzien. In afvalwater
zit – in theorie – tot acht keer meer energie dan nodig is om het water te zuiveren.
Waterschappen zijn daarom in staat om de overschotten aan energie te leveren aan bedrijven
of burgers. Zuiveringsinstallaties worden daarmee energiefabrieken die bijdragen aan
het verwezenlijken van de doelen zoals gesteld in het in 2013 gesloten Energieakkoord.1
Ook bouwen waterschappen zuiveringsinstallaties steeds meer om tot grondstoffenfabrieken.
Kostbare grondstoffen zoals fosfaat of vezels worden hierbij teruggewonnen zodat ze
kunnen worden hergebruikt.2
Ook ten aanzien van de watersysteemtaak (artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder
1°) zijn er in de toekomst mogelijkheden voor energie terugwinning.
De bevoegdheden tot energieopwekking en grondstof terugwinnen berusten echter niet
op de wet. Dit is problematisch omdat waterschappen functionele openbare lichamen
zijn met een gesloten huishouding. Dit betekent dat waterschappen in het leven zijn
geroepen om één of meer specifiek omschreven taak te vervullen en alleen bevoegd zijn
om die belangen aan te trekken die hen rechtens zijn opgedragen.
Met dit amendement wordt dit opgelost, door buiten twijfel te stellen dat waterschappen
ook bevoegd zijn tot energieopwekking en het terugwinnen van grondstoffen. Hiermee
wordt tevens aangesloten op een aanbeveling van de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (OESO) om het huidige juridische raamwerk onder de loep te nemen om
te bezien in hoeverre innovaties in de watersector juridisch zijn geborgd.3
De activiteiten energieopwekking en het terugwinnen van grondstoffen zijn in dit amendement
opgenomen als bevoegdheid en niet als taak. Wanneer wettelijk zou worden vastgelegd
dat deze activiteiten een taak van het waterschapsbestuur zijn, zouden deze activiteiten
ook moeten worden uitgevoerd wanneer dit niet doelmatig is. Door te kiezen voor een
bevoegdheid kan het waterschapsbestuur zelf een afweging maken.
Dit amendement dient niet als een beperking te worden gezien voor eventuele andere
bevoegdheden die niet expliciet gecodificeerd zijn, zoals energiewinning via windmolens
op een dijk ten behoeve van de energievoorziening van poldergemalen.
Dik-Faber