De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
stelt vast dat er jaarlijks nog steeds een te groot aantal jongeren geen stageplaats
kan vinden en daardoor soms voortijdig gedwongen wordt een opleiding in de beroepsopleidende
leerweg (bol) te beëindigen;
constaterende dat leerlingen, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven een gezamenlijke
verantwoordelijkheid hebben om jongeren de noodzakelijke praktijkervaring op te laten
doen tijdens hun opleiding, om zo de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt te
verbeteren;
voorts constaterende dat een vorm van eindverantwoordelijkheid voor de onderwijsinstellingen
reeds op hoofdlijn is vastgelegd in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) maar
in de praktijk nog niet geëffectueerd is;
constaterende dat werkgevers klagen over het proces rondom de erkenning van leerbedrijven,
de begeleiding vanuit opleidingen, de onduidelijkheid rondom de Subsidieregeling praktijkleren
en de afspraken die er in cao's zijn gemaakt rondom stagevergoedingen;
verzoekt de regering om, de in haar reactie op de initiatiefnota «Elke mbo’er een
goede stage» genoemde verdere analyse over de aard van deze stageproblematiek op korte
termijn uit te voeren;
verzoekt de regering tevens, te onderzoeken welke barrières werkgevers ervaren bij
het aanbieden van stageplaatsen en leerwerkplekken en hierover voor 1 maart 2015 de
Kamer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.