Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2021
Per brief van 15 april jongstleden heeft uw commissie mij verzocht te reageren op
een tweetal brieven van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) over ten
onrechte weigering van gefinancierde rechtsbijstand aan slachtoffers toeslagenaffaire
op grond van zelfredzaamheidstoets en de speerpunten van de rechtsbescherming.
In diverse brieven heb ik uw Kamer de afgelopen periode geïnformeerd over de zelfredzaamheidstoets
in algemene zin en in het bijzonder in belastingzaken en de toeslagenaffaire.1 Tevens heb ik daarin het onderscheid weergegeven tussen de vernieuwing van het stelsel
van rechtsbijstand en de manier waarop gesubsidieerde rechtsbijstand wordt gehonoreerd
in belasting- en toeslagzaken.
Zoals gezegd, het vergroten van de zelfredzaamheid bij burgers is géén doelstelling
van het nieuwe stelsel van rechtsbijstand. Een belangrijk uitgangspunt van de stelselvernieuwing
is om de menselijke maat terug te brengen bij de overheid (deelprogramma burgergerichte
overheid). Hiermee wil ik het aantal onnodige procedures tegen de overheid verminderen
waardoor ruimte ontstaat voor meer geld voor sociaal advocaten en mediators die deelnemen
aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.
Tijdens het Algemeen Overleg (AO) rechtsbijstand op 20 januari jongstleden (Kamerstuk
31 753, nr. 228) heb ik het lid Van der Graaf (CU) toegezegd om in de loop van het voorjaar de Kamer
schriftelijk te informeren over eventuele knelpunten in de Wet op de rechtsbijstand
voor complexe gevallen die mensen niet zelf kunnen afdoen en in die brief ook in te
gaan op de oorzaken van het afnemen van het aantal toevoegingen in 2020. Daarnaast
zijn tijdens het Verslag Algemeen Overleg (VAO) rechtsbijstand op 11 februari jongstleden
(Handelingen II 2020/21, nr. 56, item 19) onder andere de aangenomen moties van de leden Van Nispen (SP) en Van der Graaf
(CU) (Kamerstuk 31 753, nr. 230) over onderzoek naar de rol en werkwijze van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
en de Raad voor Rechtsbijstand in de toeslagenaffaire en van het lid Van der Graaf
(CU) (Kamerstuk 31 753, nr. 233) over onderzoek naar de toepassing en de reikwijdte van de zelfredzaamheidstoets
ingediend. Ter uitvoering van deze twee moties heb ik inmiddels een aanvraag voor
onderzoek bij het WODC ingediend. Het WODC heeft mij in reactie hierop laten weten
het onderzoek vanaf 1 mei 2021 te kunnen oppakken.
Naar aanleiding van het AO en het VAO voornoemd zijn diverse acties door de Raad voor
Rechtsbijstand en het Juridisch Loket (in samenspraak met de Nederlandse Orde van
Advocaten) in gang gezet. Deze acties raken zowel de genoemde toezegging, moties,
als de brieven van de VSAN. Gelet hierop zal ik de Kamer, zoals ook gemeld in mijn
brief van 8 april jongstleden, in de volgende voortgangsbrief stelselvernieuwing rechtsbijstand
– die gepland staat voor de maand juli – nader berichten.2
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker