Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2020
Hierbij stuur ik uw Kamer de reactie op het verzoek van het lid Wassenberg over uitvoering
van de gewijzigde motie van de leden Wassenberg en Graus over vergoedingen aan lokale
en regionale wildopvangcentra van 17 december jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 34, item 22).
De motie van het lid Wassenberg (Kamerstuk 33 576, nr. 182) verzoekt de regering om in samenwerking met gemeenten, provincies en stakeholders
een uniforme landelijke richtlijn te ontwikkelen voor vergoedingen aan lokale en regionale
wildopvangcentra.
De uitvoering van deze motie wil ik graag koppelen aan de uitvoering van de motie
van de leden Graus en Wassenberg (Kamerstuk 28 286, nr. 1079) die de regering verzoekt om in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten en betrokken provinciebestuurders inzake hun verplichtingen om aan de zorgplicht
voor wilde en/of verwilderde dieren te voldoen. In het VAO Dierenwelzijn van 12 december
jl. heb ik toegezegd dat ik deze motie breder wil trekken (Handelingen II 2019/20,
item 36, nr. 4). Ik wil in overleg met gemeenten, provincies en stakeholders gaan
werken aan een duidelijk kader over de verdeling van de verantwoordelijkheden voor
het welzijn van wilde dieren.
Op verzoek van het lid Wassenberg tijdens het VAO Dierenwelzijn ben ik in december
ook in gesprek gegaan met het Vogelasiel in Naarden en enkele andere wildopvangcentra.
Dit gesprek wil ik voortzetten en ik wil met de opvangcentra bespreken wat zij nodig
hebben om hun werk goed te kunnen blijven doen en wat het Rijk, provincies en gemeenten
daarin kunnen betekenen, met inachtneming van de verdeling van ieders verantwoordelijkheid.
Ik zal daarin ook de kwestie van de vergoedingen bespreken en onderzoeken of we kunnen
komen tot een uniforme werkwijze die voor zowel de opvangcentra als de gemeenten en
provincies duidelijk en werkbaar is.
Ik zal uw Kamer halverwege 2020 informeren over de uitkomst van deze gesprekken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten