Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2013
Met deze brief breng ik u, mede namens de bewindslieden van het ministerie van Economische
Zaken, op de hoogte van mijn voornemen tot het maken van een partiële herziening van
het Nationale Waterplan (NWP) conform artikel 2.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening (Wro), hierna te noemen: Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ). Het
NWP is voor de ruimtelijke aspecten van de Noordzee een structuurvisie als bedoeld
in de Wro. De SV WoZ vormt de invulling van de zoekopdrachten zoals geformuleerd in
het NWP en de bijbehorende Beleidsnota Noordzee om binnen de zoekgebieden Hollandse
Kust en Ten Noorden van de Waddeneilanden ruimte te vinden voor windenergie. Met de
SV WoZ worden binnen deze zoekgebieden specifieke gebieden voor windenergie aangewezen.
Deze gebieden liggen buiten de 12-mijlszone (dat wil zeggen minimaal 23 km uit de
kust).
Windenergie op zee levert een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van het kabinet
om 16% van onze totale energievoorziening in 2020 duurzaam op te wekken. Het doel
van het kabinet is om middels de aanwijzing van een aantal gebieden ruimte te bieden
voor windparken op de Noordzee om zo uitbreiding naar, indien noodzakelijk, 6000 megawatt
duurzame energie mogelijk te maken. In de energiemarkt is een substantiële vraag naar
deze duurzame energiebron. In de vorig jaar gesloten «Green Deal Windenergie op zee»
met de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA)1 is vastgelegd dat het voornemen van de overheid is om in 2012 respectievelijk uiterlijk
2015 te kunnen besluiten over de aanwijzing van extra ruimte voor windenergie voor
de Hollandse Kust.
In het overleg dat de minister van EZ en ik medio december 2012 voerden met vertegenwoordigers
namens het Interprovinciaal Overleg hebben we afgesproken dat, gelet op de kabinetsdoelstelling,
het Rijk zich zal inzetten voor mogelijkheden voor windenergie binnen de 12-mijlszone
in verband met het kostenaspect. Daarnaast heeft mijn collega tijdens de begrotingsbehandeling
van EZ toegezegd de mogelijkheden te gaan verkennen voor de bouw van windparken in
de 12-mijlszone. Parallel aan de totstandkoming van de SV WoZ voor de gebieden buiten
de 12-mijlszone wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden van
de windenergie binnen de 12 mijlszone. Hierbij wordt gekeken naar ruimtelijke mogelijkheden.
Ook wordt onderzocht welke locaties in aanmerking komen uit oogpunt van kosteneffectiviteit
en aansluiting op het elektriciteitsnet. Ik verwacht u rond de zomer te kunnen informeren
over de uitkomsten van deze studie en de vervolgstappen.
Het Rijk is het enig bevoegd gezag op de Noordzee en daarmee verantwoordelijk voor
het integrale Noordzeebeleid en -beheer (uitgewerkt in het NWP). De SV WoZ zal het
kaderstellend beleidsinstrument voor windenergie op zee worden. De SV WoZ zal voor
de aan te wijzen windenergiegebieden een kaart bevatten met specifieke locaties waar
windenergie mogelijk is. In een begeleidende tekst zal ik de keuzes op hoofdlijnen
beargumenteren, en in de realisatieparagraaf zal ik beschrijven hoe deze wijziging
gerealiseerd wordt. Voor elk van de beide zoekgebieden wordt een plan-MER (inclusief
Passende Beoordeling) opgesteld om de milieueffecten in kaart te brengen. Hierbij
maak ik gebruik van de informatie die is verzameld bij de eerdere uitwerking van de
zoekopdracht in 2009–2010, aangevuld met de uitkomsten van recent ecologisch onderzoek
op de Noordzee, de zogeheten shortlist onderzoeken2.
De SV WoZ en de haalbaarheidsstudie worden in nauw overleg met betrokken partijen
– de windsector, de scheepvaartsector, de visserijsector, de mijnbouwsector, natuurorganisaties,
andere overheden en andere belanghebbenden – opgesteld.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus