33 552 Slachtofferbeleid

Nr. 43 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2018

In een sterke rechtsstaat ervaren slachtoffers genoegdoening door straffen, worden zij beschermd als dat nodig is en worden zij ondersteund bij het herstel van hun leed, zodat zij zo veel mogelijk zelf weer verder kunnen. Mijn ambtsvoorgangers hebben, met brede steun van uw Kamer, een stevige impuls gegeven aan de positie van slachtoffers met de visie op slachtofferbeleid uit 2013 en de meerjarenagenda slachtofferbeleid uit 2016. 1 2 In het Regeerakkoord is de positie van slachtoffers nogmaals benadrukt. Hoewel het strafproces een proces is tussen de Staat en de verdachte, verdient het slachtoffer als procesdeelnemer een stevige positie in het recht en een plek in het hoofd, hart én handelen van professionals in de strafrechtketen.

In deze brief presenteer ik mijn meerjarenagenda voor het slachtofferbeleid, waarmee ik handen en voeten geef aan de ambitie uit het Regeerakkoord. Ik baseer mijn agenda voor een belangrijk deel op de ervaringen van slachtoffers in de strafrechtketen. Die ervaringen komen naar voren komen uit de tweede editie van de Slachtoffermonitor van het WODC, die ik op 9 november jl. aan uw Kamer heb aangeboden.3 Daarnaast heb ik de afgelopen tijd gesproken met vertegenwoordigers van organisaties in de strafrechtketen, advocatuur, slachtoffers en natuurlijk met uw Kamer zelf, om te horen waar het nog beter kan voor slachtoffers. Met deze brief geef ik tevens invulling aan het verzoek van uw Kamer, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 30 januari 2018, om een brief in reactie op de presentatie van het boek «Een schaduw levenslang» van de Vereniging Ouders van een Vermoord Kind (VOVK).

In de agenda voor de komende jaren staan drie ambities centraal:

  • 1. Versterking rechtspositie slachtoffers

    De afgelopen jaren hebben slachtoffers een stevigere positie gekregen in het strafproces. De komende tijd zal dat verder worden uitgebreid. Zo zal eind 2018 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden waarin specifieke verdachten verplicht worden om aanwezig te zijn op de zitting en bij de uitspraak. Deze verschijningsplicht geldt voor verdachten van een gewelds- of zedenmisdrijf die in voorlopige hechtenis verblijven. De verdachte wordt op deze manier verplicht om deel te nemen aan de behandeling van zijn strafzaak. Daarbij hoort ook dat hij wordt geconfronteerd met het slachtoffer wanneer deze gebruik maakt van het spreekrecht. Daarmee zorg ik ervoor dat slachtoffers niet alleen kunnen spreken, maar dat zij ook gehoord worden door de verdachte. Daarnaast zal het wetsvoorstel erop inzetten dat slachtoffers in heel Nederland op een uniforme wijze (volgorde tijdens de zitting) gebruik kunnen maken van het spreekrecht. Het wetsvoorstel breidt de kring van spreekgerechtigden uit met stieffamilie. Tenslotte wordt een spreekrecht ingevoerd voor slachtoffers bij voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging bij tbs.

  • 2. Verbetering bejegening slachtoffers in het strafproces

    Professionals in de strafrechtketen moeten de belangen van slachtoffers goed voor ogen hebben. Dat betekent concreet dat zij bij hun beslissingen de belangen van het slachtoffer goed moeten meewegen. Het is belangrijk dat zij luisteren naar het slachtoffer, het slachtoffer bescherming geven waar nodig en ervoor zorgen dat ook bij de uitvoering van de straf de belangen van een slachtoffer worden meegenomen. Er zal daarom worden ingezet op een serie maatregelen die beogen de behandeling en bejegening van slachtoffers op verschillende momenten in het strafproces te verbeteren.

  • 3. Vergroting mogelijkheden tot verhaal van schade

    Slachtoffers krijgen veel voor hun kiezen. Helaas kunnen tragische gebeurtenissen niet worden teruggedraaid. Schadeloosstelling is echter een manier om slachtoffers enigszins tegemoet te komen. Helaas komt het nog steeds voor dat slachtoffers, ook die van de meest schrijnende categorieën, zelf voor een deel van hun schade opdraaien, omdat ze deze niet in het strafproces op de dader kunnen verhalen. In samenspraak met ketenpartners, waaronder de rechtspraak, wil ik nieuwe manieren introduceren om slachtoffers beter te begeleiden bij hun schadeverhaal en de kans op een goede uitkomst daarvan te vergroten.

Hieronder werk ik deze drie ambities verder uit in concrete plannen en beleidsvoornemens. Ik merk daarbij op dat niet alles tegelijk kan worden gerealiseerd, omdat het zaak is maatregelen in te passen in de vaak al grote implementatieopgave van organisaties als de politie, het Openbaar Ministerie (OM), de rechtspraak, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), de reclasseringsorganisaties, Slachtofferhulp Nederland (SHN) en het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM). In de bijlage bij deze brief geef ik daarom een overzicht van alle plannen uit de meerjarenagenda en de termijn waarop uw Kamer op deelonderwerpen concrete verbeteringen of nadere beleidsvoorstellen kan verwachten4.

1. Versterking rechtspositie slachtoffers

  • Introductie verschijningsplicht verdachten

  • Uniformering uitoefening spreekrecht

  • Uitbreiding kring van spreekgerechtigden

  • Invoering spreekrecht over voorwaarden bij voorwaardelijke beëindiging tbs

  • Verankering positie slachtoffer in nieuwe wetboek van strafvordering

Verschijningsplicht verdachten invoeren

Ik kom eind 2018 met een wetsvoorstel waarmee ik de positie van het slachtoffer in het strafproces verder versterk. Nu kunnen slachtoffers in de rechtszaal gebruik maken van hun spreekrecht. Dat is een groot goed. Ik acht het van groot belang dat de verdachte aanwezig is tijdens de terechtzitting en aanhoort wat het OM, slachtoffers en de rechter naar voren brengen. De verdachte heeft nu nog de vrijheid om niet aanwezig te zijn in de rechtszaal. Daar wil ik verandering in brengen. Ik zal, zoals aangekondigd in het Regeerakkoord, een wetsvoorstel opstellen dat regelt dat verdachten van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven die in voorlopige hechtenis verblijven voortaan bij de terechtzitting en de uitspraak aanwezig moeten zijn. Dit betekent ook dat zij moeten aanhoren wat het slachtoffer, dat gebruik maakt van het spreekrecht, naar voren brengt. Voor slachtoffers die de (fysieke) confrontatie met de verdachte willen vermijden, zullen passende maatregelen worden getroffen rond de zitting.

Uitoefening spreekrecht uniformeren, kring spreekgerechtigden uitbreiden met stieffamilie

Met datzelfde wetsvoorstel wil ik ook de uitvoering van het spreekrecht voor slachtoffers uniformeren. Nu is de uitvoering van het spreekrecht in de wet open gelaten (art 51e Sv). Omdat in de praktijk blijkt dat dit ongewenste verschillen met zich meebrengt (bij sommige rechtbanken mag eenmaal worden gesproken, bij andere tweemaal en ook het moment ten tijde van de zitting verschilt), wil ik de uitoefening van het spreekrecht in de wet gedetailleerder vast leggen. Ik zal daarnaast de kring van spreekgerechtigden uitbreiden door in dit wetsvoorstel op te nemen dat ook stieffamilie van het slachtoffer voortaan gebruik mag maken van het spreekrecht. Hiermee breng ik deze door mijn ambtsvoorganger aangekondigde uitbreiding sneller in de praktijk.5

Spreekrecht bij voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging bij tbs

De Vereniging Ouders van een Vermoord Kind heeft al langere tijd de wens om te kunnen spreken tijdens tbs-verlengingszittingen. Ik wil slachtoffers de mogelijkheid geven te spreken op het moment dat de dwangverpleging voorwaardelijk wordt beëindigd. Zij kunnen zich dan uitspreken over voorwaarden die aan de voorwaardelijke beëindiging kunnen worden gekoppeld, met het oog op de bescherming van hun belangen. Het gaat dan om voorwaarden zoals een contactverbod of een locatieverbod. Dit zal worden geregeld in de wet USB waarin ook het informatierecht van het slachtoffer wordt versterkt in de fase van de tenuitvoerlegging, zoals over de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming van de dader en de inning van de schadevergoedingsmaatregel.

Slachtoffer speerpunt in het nieuwe wetboek van strafvordering

Ik zal in de wetsvoorstellen voor de modernisering van het wetboek van strafvordering de positie van het slachtoffer verder verankeren. In de inleidende bepalingen van het wetboek voeg ik een algemeen slachtofferbeginsel toe over het belang van het slachtoffer in het strafproces. Daarnaast wordt de procedure verbeterd waarin het slachtoffer kan klagen over het niet of niet verder vervolgen van verdachten. Tenslotte wordt het voor slachtoffers mogelijk om zelfstandig in beroep te gaan als de strafrechter een vordering tot schadevergoeding afwijst (ook beroep in cassatie) en krijgen slachtoffers de mogelijkheid om een vordering tot schadevergoeding in hoger beroep te verhogen.

2. Verbetering bejegening slachtoffers in het strafproces

  • Dienstverlening Slachtofferhulp Nederland uitbreiden

  • Zedenslachtoffers beter ondersteunen

  • Kwetsbare slachtoffers gestructureerd beschermen

  • Slachtoffers van impactvolle zaken meer begeleiding bieden

  • Ketenbreed informatieportaal voor slachtoffers

  • Wegnemen knelpunten bejegening slachtoffers op zitting

  • Privacy slachtoffers beter beschermen

  • Belangen slachtoffers bij tenuitvoerlegging straffen beter meewegen

Rechten voor slachtoffers hebben alleen betekenis als zij in praktijk worden gebracht. De rechten en bejegening van slachtoffers moeten een vaste plek hebben in het dagelijks handelen van professionals.

Dienstverlening Slachtofferhulp Nederland uitbreiden

Naar schatting 3 miljoen Nederlanders worden jaarlijks slachtoffer van criminaliteit. Hiervan doet ongeveer een derde aangifte bij de politie.6 Ook slachtoffers die geen aangifte doen hebben recht op hulp en ondersteuning, bijvoorbeeld van Slachtofferhulp Nederland (SHN) en bij ernstige misdrijven van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM). In 2018 breidt SHN haar online dienstverlening uit (chat, mail, webcare op sociale media). Zo kunnen zij vanaf 2019 (50%) meer slachtoffers bereiken, waaronder ook de slachtoffers die geen aangifte doen. Ook het SGM vergroot zijn bekendheid en verbetert zijn dienstverlening om een jaarlijkse toename (van 4%) van het aantal aanvragen te realiseren.

Zedenslachtoffers beter ondersteunen

Voor slachtoffers van zedenmisdrijven is nog extra aandacht nodig voor de toegang tot zorg en recht. Ik zal in 2018 samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Centra Seksueel Geweld (CSG’s) afspraken maken over de structurele borging van de taken van de CSG’s vanaf 2019. In 2018 zal in overleg met politie, gemeenten, Slachtofferhulp en de CSG’s een campagne worden georganiseerd met als doel slachtoffers te informeren waar zij zich kunnen melden voor hulp. Tenslotte heeft de Minister van Justitie en Veiligheid in de brief naar aanleiding van #metoo een onderzoek aangekondigd naar mogelijke verbeteringen in het strafproces bij zedenzaken.7 De resultaten van dit onderzoek worden eind 2018 aan uw Kamer aangeboden. Daarbij wordt ook ingegaan op de mogelijkheden om doorlooptijden van zedenzaken te verkorten, om de last van het strafproces voor slachtoffers te verminderen.

Kwetsbare slachtoffers gestructureerd beschermen

De politie zal slachtoffers die in persoon aangifte doen op het politiebureau met ingang van juni 2018 structureel beoordelen op hun kwetsbaarheid. De capaciteit van de politie wordt uitgebreid met 124 fte voor de uitvoering van de eerste fase van deze zogenoemde «individuele beoordeling» (IB). Het doel van de IB is om, waar nodig, beschermende maatregelen te treffen om herhaald slachtofferschap te voorkomen. De IB betekent een forse taakverzwaring voor de politie, het OM en Slachtofferhulp en op termijn meer organisaties, die de IB verder verrijken en actualiseren. In totaal is bij de begrotingen 2017 en 2018 € 9,2 miljoen extra aan structurele middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de IB.

Slachtoffers impactvolle zaken meer begeleiding bieden

Uit de tweede slachtoffermonitor blijkt dat slachtoffers veel belang hechten aan goede informatievoorziening en een persoonlijke aanpak. Zowel bij de hele ernstige misdrijven (maatwerkaanpak met casemanagement) als bij de veelvoorkomende criminaliteit (ZSM) is dit al goed geregeld. De komende jaren wil ik de ondersteuning verbeteren van de groep slachtoffers van impactvolle zaken (inbraak, mishandeling, etc.) die te zwaar zijn voor ZSM, maar niet onder de maatwerkaanpak vallen voor zware zaken. SHN en het OM doen in 2018 gezamenlijk een proef met meer persoonlijk contact met deze slachtoffers. Bij een positieve evaluatie wordt eind 2018 besloten over landelijke invoering, waarbij ook wordt bekeken welke investeringen hiervoor nodig zijn.

Ketenbreed informatieportaal voor slachtoffers

In 2019 zal voor slachtoffers een eerste versie van een ketenbreed digitaal informatieportaal beschikbaar zijn. Daar kunnen zij 24/7, overzichtelijk en via één ingang informatie over hun zaak vinden. Hiermee wordt een eerste stap gezet in de totstandkoming van een digitaal informatieloket, waar ook de Vereniging Ouders van een Vermoord Kind voor heeft gepleit.

Wegnemen knelpunten bejegening slachtoffers op zitting

Het bijwonen van de strafzitting is voor veel slachtoffers een ingrijpende gebeurtenis. Uw Kamer heeft in de motie van het lid Groothuizen c.s. aandacht gevraagd voor knelpunten met betrekking tot de strafzitting, waaronder de plek voor slachtoffers in de zittingszaal.8 In de modelregeling Passende verblijfsomgeving slachtoffers van de Raad voor de Rechtspraak is voorgeschreven hoe slachtoffers moeten worden bejegend en welke voorzieningen aanwezig moeten zijn. De Raad voor de Rechtspraak heeft mij laten weten nog voor de zomer van 2018 langs alle rechtbanken te gaan om de voorzieningen voor slachtoffers in kaart te brengen. Over de uitkomsten van deze inventarisatie zal ik de Tweede Kamer berichten. Ook wordt geïnvesteerd in kennis en expertise bij de rechtspraak. Vanaf april 2018 kunnen alle strafrechters en juridisch medewerkers een nieuwe e-learning module «slachtofferrechten» volgen van SSR, het opleidingsinstituut van de rechtspraak en het OM. Daarnaast is er voor strafrechters en juridisch medewerkers een verdiepingscursus «civiele vordering in het strafproces» beschikbaar, die onlangs volledig is gereviseerd. Ook zal worden verkend hoe minderjarige of anderszins kwetsbare slachtoffers tijdens de zitting beter kunnen worden beschermd, bijvoorbeeld door het anonimiseren van hun gegevens en het houden van (een deel van) de zitting achter gesloten deuren.

Privacy slachtoffers beter beschermen

Het is voor alle slachtoffers van belang dat hun persoonsgegevens niet langer automatisch worden opgenomen in het procesdossier. De verdachte hoeft deze gegevens niet te zien. Uw Kamer heeft hier recent nog mijn aandacht voor gevraagd, in de motie van de leden Van Oosten en Helder.9 Een stapsgewijze aanpak is nodig, omdat persoonsgegevens van slachtoffers deel uitmaken van een grote hoeveelheid informatieproducten. In 2018 wordt gewerkt aan het behalen van quick-wins, zoals aanpassingen in systemen waardoor persoonsgegevens van het slachtoffer vanuit de aangifte niet automatisch in het procesdossier terechtkomen. Voor de langere termijn zijn de belangen van slachtoffers prioritair in de nieuwe ICT-architectuur voor de strafrechtketen. Hiervoor zijn in het Regeerakkoord middelen vrijgemaakt. In de eerste helft van 2018 wordt een model opgeleverd voor een toekomstige architectuur waarin dit is verankerd.

Belangen slachtoffers bij tenuitvoerlegging straffen beter meewegen

Slachtofferschap stopt niet na het vonnis. Ook tijdens de uitvoering van straffen moet er oog zijn voor de belangen van slachtoffers en nabestaanden. Het Regeerakkoord bevat een aantal concrete opgaven voor de tenuitvoerlegging, zoals de herziening van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en de wijziging van de levenslange gevangenisstraf. Hierin krijgen de belangen van slachtoffers en nabestaanden bijzondere aandacht. De komende jaren wil ik de volgende stappen zetten:

  • 1. Het stimuleren van slachtoffergericht werken in detentie, waarvan herstelbemiddeling tussen slachtoffers en daders deel kan uitmaken.

  • 2. Beter informeren van slachtoffers en nabestaanden over verlof en invrijheidstelling van de dader. In de praktijk is gebleken dat dit soms niet tijdig of begrijpelijk genoeg gebeurt.

  • 3. Belangen van slachtoffers en de maatschappij worden meegewogen bij besluiten in de tenuitvoerlegging, in het bijzonder wanneer vrijheden worden toegekend aan de dader. Ik onderzoek of voorafgaand aan beslissingen over vrijheden een passende mogelijkheid aan slachtoffers kan worden geboden om hun wensen aan te geven. Bijvoorbeeld over voorwaarden bij verlof of invrijheidstelling (zoals de locatie waar de dader zich mag begeven). Bij de herziening van de v.i. zal ik de motie van de leden Van Toorenburg en Van Oosten meenemen die vraagt om te kijken naar goede ervaringen in het buitenland met het betrekken van slachtoffers, zoals het Canadese parole board.

Bovenstaande punten werk ik nader uit in mijn visie op het gevangeniswezen, die ik dit voorjaar aan uw Kamer zal sturen. Verder zal ik uw Kamer voor de zomer van 2018 informeren over hoe ik in brede zin samen met partners als politie, DJI, OM, de reclassering en Slachtofferhulp Nederland het slachtoffergericht werken in de hele fase van tenuitvoerlegging concreet zal versterken.

3. Vergroting mogelijkheden tot verhaal van schade

  • Betere ondersteuning slachtoffers bij schadeverhaal in het strafproces

  • Civiele expertise inzetten bij de behandeling van de schadevordering van slachtoffers

  • Verbetering verhaal op daders

  • Verzekeraars betrekken bij verbetering van de schadeafhandeling

  • Vorderen affectieschade mogelijk maken, ook voor stiefkinderen en stiefouders

  • Verkennen mogelijkheid fonds voor nabestaanden geweldsslachtoffers in het buitenland

  • Schadefonds Geweldsmisdrijven ook voor inwoners van Caribisch Nederland

  • Voorschotregeling voor schadevergoeding bij overtredingen

Schadevergoeding in het strafproces toegankelijker voor slachtoffers en beter ondersteund

Uit onderzoek blijkt dat het aantal geheel of gedeeltelijk toegewezen schadevorderingen van slachtoffers bij strafzaken de afgelopen jaren al is gestegen van 68% naar 84%.10 Toch blijven juist de slachtoffers met ingewikkelde en veelomvattende schadeclaims vaak met schade zitten, omdat hun vordering vanwege de complexiteit een te zware belasting vormt voor het strafproces en daarom niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Mijn ambitie voor de komende jaren is om de praktijk van het schadeverhaal via het strafproces verder te verbeteren. Zodat er meer kans is dat ook de resterende 16% van de vorderingen inhoudelijk wordt afgedaan. Ook wil ik bereiken dat een groter deel van de gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaarde vorderingen kan worden toegewezen. In 2018 gaat dat van start met:

  • 1. Het verbeteren van (de gebruiksvriendelijkheid van) het schadeformulier, waarmee de vordering wordt ingediend.

  • 2. Meer praktische ondersteuning bij het opstellen van de schadevordering. Een goed en helder onderbouwde vordering maakt meer kans om door de strafrechter te worden afgedaan. SHN zal in 2018 als proef een grotere groep slachtoffers actief benaderen voor ondersteuning bij het invullen van het schadeformulier.

  • 3. Het verbeteren van de praktijk van de behandeling van de vordering door de rechtspraak. De Raad voor de Rechtspraak heeft de beslissing op de vordering van de benadeelde partij benoemd als speerpunt voor de ontwikkeling van professionele standaarden in 2018.11 Daarbij wordt gewerkt aan deskundigheidsbevordering van de strafrechter voor zowel het vaker afdoen van vorderingen als het verbeteren van de motivering van de beslissing op de vordering.

Civiele expertise inzetten bij de behandeling van de schadevordering van slachtoffers

In het rapport «Civiel schadeverhaal via het strafproces», dat eind 2016 aan uw Kamer is aangeboden, is een aantal rechtsfiguren benoemd waarvan twee zien op een tweetraps afdoening waarin civiele expertise wordt ingezet.12 Hiervoor wordt ook wel de term «klapluik-constructie» gebruikt. In de eerste helft van 2018 zal ik in overleg met ketenpartners dit in concrete vorm uitwerken om te beoordelen welke optie het meest kansrijk is om in een of meer pilots te testen. Ik zal voor de zomer helder hebben of dit zonder nadere regelgeving kan worden ingevoerd.

Verbetering verhaal op daders

Ik wil ervoor zorgen dat de dader zo veel mogelijk schade ook daadwerkelijk betaalt. Het WODC evalueert de voorschotregeling zeden- en geweldsmisdrijven en onderzoekt in welke gevallen het innen van de schadevergoedingsmaatregel bij de dader succesvol verloopt. Ik zal dit rapport in het voorjaar van 2018 aanbieden aan uw Kamer. Ik verwacht uw Kamer ook voor de zomer te kunnen berichten over de mogelijkheden van het CJIB om zo lang mogelijk te blijven innen bij de dader, zoals verzocht in de motie van de leden Van Oosten en Van Toorenburg.13 Het instrument van het conservatoir beslag, waarbij goederen van de verdachte in beslag worden genomen ten behoeve van het schadeverhaal door het slachtoffer, wordt in 2018 geëvalueerd. Dit biedt mogelijk verdere aanknopingspunten om meer schade op daders te verhalen.

Verzekeraars betrekken bij verbetering van de schadeafhandeling

Bij de verbetering van het schadeverhaal wil ik ook breder kijken dan het strafproces. Verzekeraars hebben veel expertise op het gebied van schade-afhandeling en vergoeden in de praktijk ook een deel van de misdrijfschade (bijv. bij woninginbraken). Ik zal in overleg treden met verzekeraars en verkennen welke rol zij kunnen spelen in de schadevergoeding aan slachtoffers en het verhalen van schade op de dader. Hierover zal ik uw Kamer in 2019 informeren.

Vorderen affectieschade mogelijk maken, ook voor stiefkinderen en stiefouders

Niet alleen slachtoffers zelf, maar ook nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel ondervinden leed. Met het wetsvoorstel affectieschade (in behandeling bij de Eerste Kamer) maak ik het voor hen mogelijk om zich voor schadevergoeding te voegen in het strafproces of een beroep te doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Uiteraard zijn de voorbereidingen voor het in werking kunnen laten treden in volle gang. Zoals uw Kamer heeft verzocht (in de motie van de leden Groothuizen en Van Nispen) zullen aan stiefouders en/of stiefkinderen van een slachtoffer dezelfde bedragen ter vergoeding van affectieschade worden toegekend als bij biologische verwanten, indien sprake is van een relatie in gezinsverband met een duurzaam karakter.14 Dit zal in 2018 worden verwerkt in het «Besluit vergoeding affectieschade».

Verkennen mogelijkheid fonds voor nabestaanden geweldsslachtoffers in het buitenland

De Vereniging Ouders van een Vermoord Kind pleit voor de oprichting van een fonds voor nabestaanden van geweldsslachtoffers in het buitenland. Deze nabestaanden vallen nu, zeker als het misdrijf heeft plaatsgevonden buiten de EU, buiten elke regeling. Het Nederlandse Schadefonds levert een advies aan mij op over zowel de principiële als de praktische kanten van een fonds voor nabestaanden van geweldsmisdrijven in het buitenland. Op basis van dit advies zal ik de Tweede Kamer in het najaar van 2018 berichten over mijn standpunt.

Schadefonds Geweldsmisdrijven ook voor inwoners van Caribisch Nederland

Voor slachtoffers van ernstige misdrijven in Nederland, die hun schade niet op de dader kunnen verhalen, biedt het Schadefonds Geweldsmisdrijven een vangnet. Zoals vorig jaar reeds in het vooruitzicht is gesteld, zullen de inwoners van Caribisch Nederland in de toekomst ook een beroep kunnen doen op het Schadefonds. Hiervoor is echter wetgeving noodzakelijk. Dit wetsvoorstel is onlangs voor advies naar de Raad van State gezonden en zal dit voorjaar nog bij uw Kamer worden ingediend. Tegelijkertijd wordt gekeken hoe de overvalregeling, die erin voorziet dat slachtoffers van een overval een tegemoetkoming kunnen krijgen voor het treffen van extra beveiliging, ook voor Caribisch Nederland kan gaan gelden.

Voorschotregeling ook voor overtredingen

Vanuit uw Kamer is bepleit om ook overtredingen onder het bereik van de voorschotregeling te laten vallen. Na onderzoek is gebleken dat deze groep slachtoffers sinds de uitbreiding van de voorschotregeling in 2016 in de praktijk al een voorschot ontvangt van het CJIB, om pragmatische redenen. Het gaat om een kleine groep met relatief lage schadevergoedingen, die naar verwachting vrijwel volledig geïnd kunnen worden. Hoewel de wet hier strikt genomen niet in voorziet, heb ik besloten deze praktijk te handhaven. Ik zal dit in de wet verankeren bij het wetsvoorstel waarmee ik ook de verschijningsplicht voor verdachten invoer.

Tot slot

De afgelopen jaren is de positie van slachtoffers sterk verbeterd. Mijn agenda bevat naast verdere praktische verbeteringen een forse beleidsambitie en wetgeving. De focus blijft bij al deze activiteiten gericht op het in de praktijk zoveel mogelijk recht doen aan slachtoffers. Samen met alle betrokken partners wil ik goed en gestructureerd zicht houden op de uitvoering van slachtofferrechten en knelpunten die zich in de praktijk voordoen. Zodat we ook in de toekomst onze agenda blijven ontwikkelen. In 2018 zet ik een eerste stap door samen met ketenpartners en de Inspectie Justitie en Veiligheid een toetsingskader te ontwikkelen voor het slachtofferbeleid.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 33 552, nr. 2

X Noot
2

Kamerstuk 33 552, nr.23

X Noot
3

Kamerstuk 33 552, nr. 42

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 34 236, nr. 24

X Noot
6

Veiligheidsmonitor (CBS, 2016)

X Noot
7

Kamerstuk 34 843, nr. 1

X Noot
8

Kamerstuk 33 552, nr. 38

X Noot
9

Kamerstuk 33 552, nr. 37

X Noot
10

Kamerstuk 33 552, nr. 25

X Noot
11

De professionele standaarden worden door strafrechters vastgesteld ter bevordering van de kwaliteit van hun werk, in aanvulling op wetgeving en bijzondere regelingen.

X Noot
12

Kamerstuk 33 552, nr. 25

X Noot
13

Kamerstuk 34 257, nr. 9

X Noot
14

Kamerstuk 34 257, nr. 10

Naar boven