Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2017
Op vrijdag 31 maart jl. heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) aangekondigd
dat er een nieuwe procedure komt voor de afhandeling van schademeldingen van bewoners
als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld, waarbij NAM terugtreedt uit de
schadeafhandeling. Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken. Daarmee
geef ik tevens invulling aan de motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 342).
Vanaf 31 maart 2017 is onder regie van de NCG een open proces gestart om te komen
tot een nieuw schadeprotocol, waarbij NAM terugtreedt uit de schadeafhandeling (zie
mijn brieven van 13 en 19 april jl., Kamerstuk 33 529, nrs. 330 en 332). De afgelopen maanden heeft intensief overleg plaatsgevonden tussen maatschappelijke
partijen, regionale bestuurders en het Rijk met als doel om per 1 juli 2017 tot een
nieuw, breed gedragen schadeprotocol te komen. Onder regie van de NCG hebben alle
partijen intensief en op constructieve wijze samengewerkt aan een nieuw schadeprotocol.
De NCG heeft verder een reflectiecommissie ingesteld van deskundigen op juridisch,
maatschappelijk en technisch gebied om conceptteksten op deze aspecten te toetsen.
Daarnaast heeft de NCG op onderdelen aanvullend advies ingewonnen van verschillende
personen en instanties: de TU Delft over de schadevaststellingsmethodiek, het KNMI
voor de afbakening van het effectgebied, het Nederlands Instituut voor Registerexperts
(NIVRE) over de kwaliteitseisen voor experts, de Arbiters Bodembeweging, de Raad voor
de Rechtspraak, de Technische Commissie Bodembeweging (TCBb) en de Onafhankelijk Raadsman.
Helaas heeft dit nog niet geresulteerd in een definitief akkoord. Alle partijen zijn
positief over het proces en zijn van oordeel dat er flinke stappen in de goede richting
zijn gezet. Regionale bestuurders en maatschappelijke partijen hebben echter aangegeven
iets meer tijd nodig te hebben om te komen tot een voldragen schadeprotocol dat kan
rekenen op breed draagvlak.
Ik vind het belangrijk dat het nieuwe schadeprotocol kan rekenen op draagvlak in de
regio. Dit doet niet af aan mijn teleurstelling over het feit dat bewoners met schade
nu langer dan voorzien moeten wachten tot hun schademelding daadwerkelijk in behandeling
wordt genomen. In afwachting van de inwerkingtreding van een nieuw schadeprotocol
is immers de afhandeling van nieuwe schademeldingen volgens het oude protocol stopgezet
per 31 maart, 12.00 uur. De andere partijen betreuren deze vertraging voor bewoners
met mij.
De regio heeft tijdens de gesprekken over het schadeprotocol ook de wens geuit om
over te gaan tot instelling van een schadefonds. In mijn brief aan uw Kamer van 21 juni
jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 354) heb ik aangegeven dat het kabinet de wens van de regio begrijpt en dat de mogelijkheid
van het instellen van een schadefonds bestudeerd wordt. De eerste stap is nu om te
komen tot een gedragen schadeprotocol.
Ik heb grote waardering voor de inzet van de NCG en alle betrokken partijen om tot
een goed en breed gedragen schadeprotocol te komen. Ik heb de NCG gevraagd om samen
met alle partijen het tempo erin te houden, zodat schade van bewoners snel afgehandeld
kan worden. Met de NCG en de andere partijen ben ik van mening dat het proces zorgvuldig moet worden afgerond. De NCG streeft ernaar om eind juli overeenstemming te bereiken
over het nieuwe schadeprotocol.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp