Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 33529 nr. 330 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 33529 nr. 330 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2017
Op vrijdag 31 maart heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) aangekondigd dat er versneld een nieuwe procedure komt voor de afhandeling van schademeldingen van bewoners als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld, waarbij NAM zal terugtreden uit de schadeafhandeling. Voor de overgang naar deze nieuwe procedure heeft NAM aangegeven dat er een aanbod komt aan bewoners voor de schadegevallen die op dit moment in procedure zijn of van de zijde van het Centrum Veilig Wonen (CVW) of NAM zijn beëindigd. Bij de totstandkoming van de nieuwe procedure wordt intensief samengewerkt met de bestuurlijke en maatschappelijke stuurgroepen van de NCG. Ook wordt gebruikgemaakt van de aanbevelingen van de begeleidingscommissie van de «proef buitengebied», die zijn opgesteld naar aanleiding van de inspectie en beoordeling van schades aan circa 1.600 woningen in het gebied buiten de voormalige contouren van het aardbevingsgebied in Groningen. Het CVW heeft, naar aanleiding van een rapport van TU Delft terzake, de schades aan deze woningen laten beoordelen onder begeleiding van een door de NCG ingestelde commissie. Conform mijn toezegging in mijn brief van 24 maart 20171 bericht ik uw Kamer hierbij over het verloop en de resultaten van deze inspecties en beoordelingen, inclusief het oordeel van de begeleidingscommissie.
NAM treedt terug uit proces schadeafhandeling
De huidige manier van de afhandeling van schade in Groningen leidt tot onvrede onder bewoners. Het feit dat NAM als veroorzaker van de schade ook opsteller is van het huidige schadeprotocol en -handboek en opdrachtgever van het CVW, draagt bij aan het beeld dat NAM grote invloed heeft op de schadeafhandeling. Daarnaast leidt de inrichting van de huidige schadeafhandelingsprocedure tot voor bewoners onbevredigende resultaten. In het meerjarenprogramma (MJP) van de NCG2 is aangegeven dat de schadeafhandelingsprocedure meer onafhankelijk van NAM gaat plaatsvinden en de schadeafhandeling vereenvoudigd en versneld dient te worden. In mijn brief van 24 maart jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 326) heb ik aangegeven te verwachten dat het nieuwe schadeprotocol per 1 januari 2018 in werking zou treden. Dit proces wordt versneld. Het huidige schadeprotocol van 2 november 2016 wordt per 1 juli 2017 vervangen door een nieuw schadeprotocol. In dit nieuwe protocol wordt een versnelde en vereenvoudigde schadeafhandeling beschreven. Belangrijke elementen van het nieuwe schadeprotocol zijn onder andere:
– Een verbeterde methode voor de opname en de beoordeling van schademeldingen. Bij de inrichting van deze methode wordt het evaluatierapport van de «proef buitengebied» en het oordeel van de begeleidingscommissie betrokken. In deze methode worden schades onafhankelijk opgenomen en beoordeeld.
– Een Onafhankelijke Commissie Schadeafhandeling (OCS). De OCS beslist over de schadeoorzaken en het schadebedrag; NAM heeft daarbij geen betrokkenheid meer en treedt dus volledig uit het proces. De OCS wordt door de Minister van Economische Zaken ingesteld. Hiermee komen de second opinion en de Arbiter te vervallen, waardoor het proces efficiënter wordt ingericht.
– Een werkwijze voor versneld herstel van kleine schades. Met deze werkwijze worden bewoners binnen het effectgebied van een beving proactief op de hoogte gesteld van het optreden van een beving en gevraagd om hun woning te controleren op schades. Het effectgebied wordt per beving vastgesteld op basis van meetgegevens van het KNMI. Indien er sprake is van kleine schades, worden deze versneld hersteld door erkende aannemers.
– Kwaliteitseisen voor de opnemers en beoordelaars van schade. Om ervoor te zorgen dat alle betrokken technisch experts kwalitatief hoogstaand werk leveren, moeten zij voldoen aan kwaliteitseisen. Deze kwaliteitseisen worden door een externe partij ontwikkeld.
Het nieuwe schadeprotocol zal niet door NAM, maar door de NCG worden vastgesteld. Dit gegeven, in combinatie met het feit dat de OCS de schadevergoeding gaat vaststellen, betekent dat NAM met betrekking tot de afhandeling van schademeldingen volledig naar de achtergrond verdwijnt.
Het oude schadeproces is op 31 maart jl. om 12.00 uur gesloten. Het nieuwe schadeproces zal op 1 juli 2017 operationeel zijn. Om op deze termijn tot een nieuw schadeprotocol te komen is een intensief traject nodig dat medewerking vraagt van maatschappelijke partijen en bestuurders van provincie en gemeenten. Over de nieuwe onderdelen van de schadeafhandeling heeft de NCG ook met NAM gesproken. Alle partijen hebben hun medewerking toegezegd om per 1 juli 2017 te komen tot een nieuw schadeprotocol. Schadegevallen die worden gemeld in de periode tussen 31 maart 12.00 uur en 30 juni zullen worden geregistreerd en vanaf 1 juli 2017 via de nieuwe procedure worden afgehandeld.
Lopende schademeldingen en «schone lei»
De invoering van een nieuw schadeprotocol betekent dat er afspraken met NAM nodig zijn over de wijze waarop moet worden omgegaan met schademeldingen die op dit moment in behandeling zijn bij het CVW. NAM heeft aangegeven het nieuwe systeem niet te willen belasten met openstaande gevallen en met een «schone lei» te willen beginnen. Naast het vergoeden of herstellen van alle erkende schades (A- en B-schades) zal NAM bewoners daarom een eenmalig aanbod doen om tot een maximum van € 1.500,– niet-erkende schades (C-schades) te herstellen. Er wordt met dit aanbod geen geld uitgekeerd, maar bewoners krijgen een voucher waarmee ze de schade kunnen laten herstellen als zij voor 31 maart 12.00 uur een schademelding hebben gedaan bij het CVW. Dit aanbod is geen erkenning dat de schade is veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld. Omdat hier geen sprake van is, is geen aanspraak mogelijk op de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld. Subsidie op grond van deze regeling is immers alleen mogelijk als er sprake is van een door het CVW erkende schade van € 1.000,– of meer.
Het aanbod van herstel tot een maximum van € 1.500,– betreft ongeveer 85% van alle betrokkenen. De overige 15% betreft meldingen waarbij hogere schadebedragen dan € 1.000,– aan de orde zijn en complexe schademeldingen waarvoor maatwerk vereist is. De NCG is in gesprek met NAM en de bestuurlijke en maatschappelijke stuurgroepen over de nadere invulling en uitwerking van deze «schone lei», zodat ook voor de resterende 15% van de meldingen een passend aanbod geformuleerd kan worden. Bewoners krijgen binnenkort een brief waarin het concrete aanbod en de mogelijkheden en voorwaarden worden toegelicht.
Op 31 maart om 12.00 uur was een deel van de schademeldingen nog in behandeling. Deze meldingen kunnen zich in verschillende fases van de procedure bevinden. Iedere bewoner met nog niet afgehandelde schade kan ervoor kiezen om deze procedure verder te doorlopen en niet in te gaan op het eenmalige aanbod van NAM. Bewoners in die situatie ontvangen een schaderapport en hebben conform de huidige procedure de mogelijkheid voor een second opinion van een contra-expert en een gang naar de Arbiter als er sprake blijkt van een geschil. Erkende schade wordt hersteld of gecompenseerd.
De provincie Groningen en de betrokken gemeenten hebben de NCG laten weten dat zij een versnelde overgang naar een nieuwe schadeafhandeling in combinatie met het aanbod van NAM ondersteunen. De bestuurlijke stuurgroep, waarin vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten, de provincie Groningen en het Rijk verenigd zijn, heeft zich gecommitteerd aan het proces om op 1 juli 2017 een nieuw schadeprotocol in te kunnen laten gaan. Ook de maatschappelijke stuurgroep heeft zich positief uitgelaten over het gegeven dat NAM hiermee op afstand komt van de schadeafhandeling.
Proef buitengebied
Op vrijdag 31 maart jl. zijn ook de resultaten van het onderzoek naar schademeldingen in het gebied buiten de voormalige contouren gepresenteerd («proef buitengebied»). Als bijlage bij deze brief gaan de technische rapportage3, het evaluatierapport en een brief van de begeleidingscommissie4. De resultaten van de pilot waren mede aanleiding voor de versnelde aanpassing van het schadeprotocol en deze zullen worden betrokken bij het opstellen van de verbeterde methode voor de opname en beoordeling van schademeldingen.
De «proef buitengebied» is voortgekomen uit de validatie door de TU Delft5 op een onderzoek van Arcadis in opdracht van NAM. De TU Delft oordeelde dat het rapport van Arcadis onvoldoende grond bood voor de conclusie dat in het buitengebied geen schades als gevolg van bevingen konden optreden. Het CVW is daarop in augustus 2016 alsnog gestart met de behandeling van schademeldingen uit het gebied buiten de voormalige schadecontour. Het betreft ongeveer 1.600 meldingen die tot 15 augustus 2016 bij het CVW waren binnengekomen. Voor deze schademeldingen is bij wijze van proef een nieuwe schadevaststellingswijze toegepast. Schade door bevingen als gevolg van mijnbouwactiviteiten hebben de onderzoekers niet kunnen vaststellen. De kans dat die relatie er wel is wordt zeer klein geacht.
De NCG heeft een commissie ingesteld om deze proef te begeleiden. Deze commissie had tot taak te adviseren over de opzet en uitvoering van de proef en deze te evalueren, ook met het oog op de vraag of de hier gehanteerde methode breder inzetbaar zou kunnen zijn. Over het geheel concludeert de commissie dat de gehanteerde methode ten opzichte van de huidige wijze van schadeafhandeling een objectievere en betere duiding en onderbouwing oplevert van de oorzaken van schades aan gebouwen. Zij adviseert de positieve elementen van de methodiek en de aanbevelingen van de begeleidingscommissie te betrekken bij de ontwikkeling van een nieuwe schadevaststellingsmethode.
De vertegenwoordigers van de bestuurlijke en maatschappelijke stuurgroepen in de begeleidingscommissie achten de stap naar een onafhankelijke schadeafhandeling en een verbeterde methodiek alleen haalbaar als eerst ruimhartig wordt afgerekend met het verleden en met de schades die in de afgelopen jaren zijn gemeld als gevolg van gaswinning in Groningen. Zij pleiten in bijgevoegde brief6 voor een schone lei, snel herstel van schades en onafhankelijke schadevaststelling voor (grotere) schades als essentiële stappen voor een nieuw begin en een eerste stap in het herstel van vertrouwen. Met het hierboven beschreven nieuwe schadeproces en het aanbod van NAM om niet-erkende schades te herstellen wordt hieraan voldaan.
Tot slot
Schades als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld worden onder het nieuwe schadeprotocol onafhankelijk van NAM opgenomen, beoordeeld en afgehandeld. Ik waardeer en ondersteun de snelle invoering van de nieuwe schadeafhandelingsprocedure door de NCG en het feit dat bestuurlijke partijen en NAM hiervoor de benodigde steun leveren. Ik ben van mening dat NAM een serieus aanbod doet om de overgang naar deze nieuwe schadeafhandelings-procedure te bevorderen. Doordat het schadeprotocol door de NCG wordt vastgesteld en NAM zich terugtrekt uit het proces, worden zorgen van de bewoners, bestuurders en uw Kamer7 geadresseerd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de oproep van de begeleidingscommissie van de «proef buitengebied» en wordt een belangrijke bijdrage gegeven aan het herstel van vertrouwen onder de inwoners van Groningen.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
De bijlages bij het rapport zijn terug te vinden op de site van Centrum Veilig Wonen (https://www.centrumveiligwonen.nl/buitengebied).
Zie motie van het lid Jan Vos c.s., Kamerstuk 32 849, nr. 110; motie van het lid Dik-Faber, Kamerstuk 33 529, nr. 261; motie van het lid Van Veldhoven, Kamerstuk 33 529, nr. 288.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33529-330.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.